Dr. Ingeborg Vriens, internist-oncoloog in het Maastricht UMC+, sprak tijdens het voorjaarssymposium van het Netwerk VSO, dat plaatsvond op 4 en 5 april jl. in Veenendaal, over de aandachtspunten bij een zwangerschap of kinderwens bij borstkanker.
Ongeveer 5% van de vrouwen met een invasief mammacarcinoom is jonger dan 40 jaar. Ingeborg Vriens: “Doordat jongere leeftijd een onafhankelijke risicofactor is voor een slechte uitkomst en prognostische tools minder nauwkeurig zijn bij patiënten ≤40 jaar, krijgen bijna al deze vrouwen het advies om adjuvante of neoadjuvante chemotherapie te ondergaan. Bij een kinderwens is het belangrijk om goed te adviseren over veiligheid en fertiliteit.”
Veiligheid en fertiliteit
Aan de hand van verschillende onderzoeken laat Vriens zien dat zwangerschap na behandeling voor borstkanker geen invloed heeft op de totale overleving; zelfs niet bij patiënten met een BRCA-mutatie. Bij vrouwen met een HR-negatieve borstkanker lijkt de totale overleving zelfs beter als na behandeling een zwangerschap is doorgemaakt.
Borstkanker heeft wel invloed op de fertiliteit. “Onder vrouwen die borstkanker overleefden, komt infertiliteit veel voor”, vertelt Vriens. “Onder andere door gonadotoxiciteit van chemotherapie, maar ook leeftijd speelt een belangrijke rol.” Globaal geeft chemotherapie voor mammacarcinoom <15% infertiliteit bij vrouwen van 25 jaar; <25% bij 30 jaar; circa 40% bij 35 jaar en >80% bij 40 jaar. De invloed van taxanen en T-DM1 lijkt daarbij beperkt.
Strategieën om kinderwens in te vullen
“De gouden standaard om de fertiliteit te beschermen is embryo- en/of oöcytcryopreservatie”, vertelt Vriens. Bij oöcytpreservatie worden eicellen na ovariële hyperstimulatie geoogst en ingevroren om ze na de kankerbehandeling te gebruiken voor IVF. Bij embryopreservatie vindt IVF voor het invriezen plaats. Vriens: “Verschillende onderzoeken laten zien dat ovariële hyperstimulatie veilig is bij borstkanker, zelfs bij BRCA-mutatiedraagsters. De procedure zorgt wel voor een latere start van de kankerbehandeling. Dat is in het Maastricht UMC+ twee tot drie weken, maar dat heeft geen impact op de uitkomst van borstkanker.”
Wachttijd
Voor vrouwen die zwanger willen worden na borstkanker adviseert Vriens na de diagnose twee jaar te wachten met pogingen om zwanger te worden. “Bij een kortere tijd tussen diagnose en geboorte is er een groter risico op een vroeggeboorte, laag geboortegewicht en groeiachterstand. Bovendien is in de eerste twee jaar het risico op een recidief het hoogst, met name bij HER2+- en triple-negatieve tumoren.”
Gebruik van tamoxifen tijdens de zwangerschap resulteert in een ruim drie keer hoger risico op congenitale afwijkingen. “Daarom raden we aan om drie maanden voor een zwangerschapspoging te stoppen met tamoxifen”, zegt Vriens. “Vervolgens kan tijd worden uitgetrokken voor conceptie, de bevalling en borstvoeding. De planning hangt ook af van de tumortumorkarakteristieken, respons en de wensen van de patiënt.”
Kanker in zwangerschap
Voor vrouwen die zwanger zijn en borstkanker blijken te hebben, is de behandeling zoveel mogelijk hetzelfde als de behandeling van niet-zwangere vrouwen met borstkanker. “Alleen HER2-gerichte therapie kun je niet geven in de zwangerschap”, zegt Vriens. “Chemotherapie wel, alleen niet in de eerste twaalf weken van de zwangerschap. Dan is het een optie om eerst te opereren en daarna chemotherapie te geven. Verder doe je alles zo ‘gewoon’ mogelijk; borstkanker is geen indicatie voor een abortus of een vervroegde sectio caesario.”
Voor meer informatie over kanker tijdens zwangerschap verwijst zij naar de adviesgroep Kanker in de Zwangerschap (zie www.nvog.nl) en de internationale equivalent INCIP (www.cancerinpregnancy.org).
Dr. Marijke van Oosten, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2022 vol 13 nummer 3