“Als je het over ict hebt in de context van medisch specialistische zorg, hebben we het bijna altijd over het EPD. Maar de mogelijkheden van ict gaan veel verder.” Dat is de stellige overtuiging van internist-hematoloog dr. Fenna Heyning (directeur Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen, Utrecht) en radiotherapeut-oncoloog drs. Gabrielle Speijer (HagaZiekenhuis, Den Haag). Zij hebben het hun missie gemaakt om de sector hiervan te doordringen.1 “Nu ervaren artsen ict-toepassingen nog vaak als een last”, merken ze. Zij vinden het echter de hoogste tijd dat ict artsen in staat stelt om meer tijd aan hun patiënten te besteden.
Een veelgehoorde klacht in ziekenhuisland is dat het problematisch is om gegevens over patiënten met andere ziekenhuizen uit te wisselen, omdat die met een ander systeem werken. “Daar moet een oplossing voor komen en die is er ook”, vertelt Fenna Heyning. “En het is niet eens nodig dat alle ziekenhuizen hetzelfde systeem gaan gebruiken. Zie maar wat de banken hebben gedaan met de betaalautomaten. Bij welke bank ik ook zit, in elk ver buitenland kan ik met mijn betaalpas pinnen. De banken zijn er dus in geslaagd om al hun verschillende systemen aan elkaar te koppelen. Dat kan blijkbaar. Waarom gebeurt dat in de zorg niet? Ik denk overigens wel dat het zou gebeuren als de hele zorgsector erom vraagt.”
Techniek en empathie
Niet voor iedereen is duidelijk dat ict een belangrijke rol speelt in het dokter-patiëntcontact. Voor Gabrielle Speijer wel: “Radiotherapie steunt op zeer geavanceerde technologie en de bijbehorende ict. Die technische kant krijgt echter pas meerwaarde voor de kwetsbare patiënt als hij met de radiotherapeut een team kan vormen, doordat de arts zich empathisch opstelt. Onderlegd zijn in de bètawetenschappen en een empathische houding zijn geen tegengestelden van elkaar. De rol die ict daarin kan spelen wordt echter nog veelal over het hoofd gezien.”
“Zodra we in staat zijn de mogelijkheden van ict beter te benutten, houden we tijd over om met meer empathie en compassie ons in de patiënt te verdiepen”, haakt Heyning aan. “Techniek kan een fantastisch middel zijn om die brug te slaan. De mogelijkheden van ict gaan veel verder dan alleen het EPD. Zorg omvat de full cycle of care. Die loopt vanaf het moment dat de patiënt thuis een klacht krijgt tot het moment dat hij genezen weer thuis is. En onderweg kan er een ziekenhuis tussen zitten en daar werken we met het EPD. Van de mogelijkheden van bijvoorbeeld smartphones of sociale media wordt echter nauwelijks gebruikgemaakt, terwijl die in het dagelijks leven al volop benut worden.” Als voorbeeld noemt zij Google, dat aan de hand van geregistreerde ziekmeldingen een aankomende griepepidemie kan voorspellen. “Systemen die dit soort informatie verzamelen zijn heel relevant voor de zorg, maar worden nauwelijks benut. Er zijn zoveel mogelijke toepassingen van ict, zoveel informatie waar dokters geen weet van hebben of die ze in elk geval niet binnen de zorg gebruiken.”
Om de koppeling met dit soort systemen vorm te geven werpt Speijer zich op als ambassadeur van het begrip data driven doctor. Hoe Speijer hier exact vorm aan gaat geven, daar treedt zij op korte termijn mee naar buiten. Ze staat in nauw contact met een aantal relevante partners in binnen- en buitenland die haar missie ondersteunen. Ook zijn er al diverse samenwerkingsverbanden gestart.
“In een recent artikel in Radiotherapy and Oncology wordt ervoor gepleit om meer aandacht te besteden aan de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie, deep learning en big data.2 Een andere invalshoek komt uit het Preventieakkoord. Dit laat zien dat het gezondheidsdomein en het sociale domein sterke overlap vertonen. Het maakt nogal uit of een Haagse patiënt uit de Schilderswijk komt of uit Benoordenhout, waar onder andere veel artsen en onze premier wonen. Ik wil de ambassadeur zijn die dokters laat zien welke toegevoegde waarde een betere benutting van ict kan hebben.”
Communicatie
We moeten af van de ict zoals die nu is, vinden beide vrouwen. Die vraagt volgens hen veel te veel tijd van artsen en verpleegkundigen. “Wij willen toe naar een situatie waarin ict het de dokter en verpleegkundigen makkelijker maakt om hun werk te doen, zodat ze tijd overhouden om zich met meer empathie en compassie in de patiënt te verdiepen.”
Dat kan bijvoorbeeld door ict in te zetten als persoonlijk contact tussen de arts en de patiënt niet per se nodig is. Met wearables en videochatapplicaties kunnen patiënten thuis gevolgd worden en hoeven ze voor routineafspraken niet per se in persoon te verschijnen. Bijna iedereen heeft FaceTime of Skype, dus contact kan ook via die kanalen. Dat betekent dat de dokter tijd overhoudt voor die patiënten die die tijd echt nodig hebben. Tegenwoordig mogen patiënten al drie dagen na een zware buikoperatie naar huis. Ze zijn dan nog lang niet de oude en verkeren niet alleen in de lappenmand, maar ook in onzekerheid. Ook hier is met meer ict, wearables en WhatsApp veel te verbeteren. Bijvoorbeeld door indien nodig een verpleegkundige langs te sturen, of telefonisch contact te zoeken en duidelijk te maken wat er zou kunnen gebeuren en aan te geven welke veranderingen contact met de arts wettigen.
Een ander terrein waar ict veel kan toevoegen is de samenwerking in multidisciplinaire zorg. “Er zijn legio mogelijkheden waarbij ict bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg (MDO) kan ondersteunen”, denken beide artsen. “We werken daar in veel opzichten nog met methoden uit het analoge tijdperk. In het digitale tijdperk zou je bijvoorbeeld de patiënt bij het MDO kunnen betrekken. Ook kun je denken aan een systeem waarbij een arts 24/7 kan inloggen op het MDO om er een idee te droppen, bijvoorbeeld omdat hij net iets in de literatuur ontdekt heeft. Dit zijn maar een paar voorbeelden”, zeggen ze. Heyning is optimistisch. “Veel van deze systemen bestaan al. We hebben dus vooral mensen nodig die ermee aan de slag willen.”
Zij en Speijer zijn het van harte eens met de stelling dat ict in het ziekenhuis te belangrijk is om alleen aan de ict’ers over te laten. Speijer: “Dat kan door vanuit onze vakkennis en behoeften de juiste input te geven, nog voordat er überhaupt ontwikkeld wordt! Dan komen er oplossingen voor bestaande klinische vragen. Daar waar nu geen enkele arts heel de mens in beeld krijgt, kunnen wij met de reeds beschikbare technologie dat morgen wel.” “Er is dus genoeg te doen voor collega’s die zich hierin verder willen ontwikkelen”, besluit Heyning.
Referenties
1. www.youtube.com/channel/UCCp0Ua-DtxotCQumrN_pnMw
2. Thompson RF, et al. Radiother Oncol 2018;129:421-6.
Drs. Huup Dassen, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2019 vol 10 nummer 3