Jaarlijks krijgen 40.000 mensen in de beroepsbevolking kanker. Patiënten gaan een traject in van behandelingen en revalidatie. Re-integratie komt pas later. Te laat, vindt Ragna van Hummel, directeur van re-integratiebureau Re-turn. “Werkhervatting moet vanaf het begin meegenomen worden in het behandelplan. Dat verhoogt de kans op een geslaagde re-integratie.”
Ragna van Hummel spreekt uit ervaring. Bij haar werd elf jaar geleden borstkanker vastgesteld. Door haar fysieke toestand – ze was ten tijde van de diagnose zwanger – en de behandelingen die zij onderging, was zij anderhalf jaar uit de running. Van de twee jaar die de Wet verbetering poortwachter uittrekt voor integratie voordat iemand ontslagen mag worden, was nog maar een half jaar over. Te kort om weer voldoende mee te draaien in het arbeidsproces. Ontslag volgde. Van Hummel: “Ik vroeg mij af wat er fout was gegaan. Van een gezonde werknemer was ik veranderd in patiënt, moeder en werkloze.” Zij zocht uit wat er anders had gekund en keek daarbij naar zowel wetgeving als re-integratie. De opgedane kennis en ervaring vormden de basis voor Re-turn, een re-integratiebureau dat als enige in Nederland uitsluitend (ex-)patiënten met kanker begeleidt.1
Wettelijke stappen
Volgens de Wet verbetering poortwachter moet de bedrijfsarts een probleemanalyse opstellen als de werknemer zes weken ziek is. Binnen acht weken na ziekmelding dienen werkgever en werknemer samen een plan van aanpak voor re-integratie op te stellen. “Het probleem bij kanker is dat de behandeling ziekmakend is”, vertelt Van Hummel. “De probleemanalyse en het re-integratieplan worden daarom vaak uitgesteld tot na de behandelingen. Dan ben je zomaar een jaar verder. Bij een werknemer moet eigenlijk vanaf de diagnose kanker ook werkhervatting worden meegenomen in het behandel- en herstelplan. Dat verhoogt de kans op het behoud van een baan. Daarnaast draagt werken bij aan de kwaliteit van leven. Het geeft de patiënt afleiding en het is een bewijs van herstel voor mensen.”
Haakje met de zorg
Van Hummels visie sluit aan op de richtlijn Oncologische revalidatie.2 Daarin staat: ‘Aandacht voor terugkeer naar werk dient een vast onderdeel te worden van revalidatie bij patiënten met kanker’. Om dat mogelijk te maken is er een goede afstemming nodig tussen zorgverleners, werkgever en werknemer. Voor die afstemming zorgt Re-turn. Van Hummel: “Waar wij als re-integratiebureau uniek in zijn, is dat wij re-integratie en revalidatie combineren. Re-integratie is geen zorg, maar ik geloof wel in een ‘haakje met de zorg’. Wij zien erop toe dat zorg op het juiste moment wordt ingezet en combineren dat met re-integreren. We structureren en scheppen kaders. Daarbij kijken we wat haalbaar is in de praktijk. Ook leren we mensen hoe op het werk om te gaan met langetermijngevolgen van kanker, zoals vermoeidheid, cognitieve beperkingen en wisselende inzetbaarheid. Eigenlijk zijn we complementair aan de zorg. Zorgverleners ondersteunen iemand wel, maar bezoeken niet de werkplek en gaan niet met de leidinggevende in gesprek. Dat doen wij wel. Bovendien heb je ook met wet- en regelgeving te maken. Een zorgverlener weet niet welke scenario’s er gelden voor de WIA en de WGA.” Zij bedoelt respectievelijk de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten.
Begeleiding werkomgeving
Re-turn betrekt ook de leidinggevende en werkomgeving in het revalidatie- en re-integratietraject, het is integraal onderdeel van de methode Werkkracht bij kanker. “Voor mensen is de situatie nieuw en complex. Werkgevers weten meestal ook niet wat te doen”, legt Van Hummel uit. “Voor hen is het vaak lastig om een balans te vinden tussen zorgzaam en zakelijk. Als reactie houden zij afstand, terwijl ze juist cruciaal zijn voor een goede re-integratie. Daarom begeleiden we hen ook.”
Een heikel punt bij ziekteverzuim en re-integratie vormt de communicatie tussen werknemer en werkgever. “De emotionele kant van de situatie maakt effectief communiceren moeilijk. Daarnaast neemt het begrip af in de loop van de tijd. De belangen van beide partijen gaan uit elkaar lopen. Bij moeilijkheden valt men terug op het poortwachterproces. Dan wordt het een papieren tijger, maar rapportjes zijn geen re-integratie,” zegt Van Hummel. “Wij zorgen dat de partijen goed blijven communiceren.”
Rol zorgverleners
Volgens Van Hummel moeten zorgverleners een rol spelen in het traject rondom werkhervatting. “Patiënten hebben de beleving dat zij in het ziekenhuis niet over werk mogen praten. Uit een onderzoek van de patiëntenvereniging Leven met Kanker (tegenwoordig de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties), blijkt dat 85% van de werknemers met kanker geen informatie over werk en kanker krijgt, terwijl 70% daar wel behoefte aan heeft. Zorgverleners kunnen vragen naar de werksituatie van een patiënt en eventueel verwijzen naar iemand die kan helpen met het vraagstuk werk en kanker. Het helpt als werk een plek heeft in het behandelplan. Dat geeft mensen rust, waardoor zij zich ook echt kunnen concentreren op de behandeling.”
In het begin begeleidde Re-turn alleen werknemers die een curatieve behandeling ondergingen. Vooral patiënten met borstkanker, maar ook mensen met darm-, prostaat- en lymfklierkanker. Tegenwoordig bestaat tien procent van de clientèle uit werknemers die palliatieve behandelingen ondergaan. “Dat zijn mensen bij wie de ziekte min of meer stabiel is, die graag willen werken.” Daaruit blijkt hoe belangrijk werk voor mensen is. Ook als ze kanker hebben.
Referenties
1. www.re-turn.nl
2. Richtlijn Oncologische revalidatie 2011. Te raadplegen via www.oncoline.nl
Dr. Marijke van Oosten, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2016 vol 7 nummer 4