Behandeling met amivantamab, een bispecifiek antilichaam gericht tegen zowel EGFR als MET, leidde tot partiële responsen bij negen van veertien patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom die een MET-exon 14-skipping-mutatie hebben. Tijdens de IASLC 2021 World Conference on Lung Cancer werden deze resultaten gepresenteerd door dr. Alexander Spira (Fairfax, Verenigde Staten).1 Deze bevindingen bevestigen de bispecifieke werking van amivantamab.
METex14-cohort CHRYSALIS
In de fase 1-CHRYSALIS-studie vertoonde amivantamab veelbelovende activiteit als monotherapie bij patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) met een EGFR-exon20-insertie die progressie vertoonden na platinumhoudende chemotherapie, waarna het door de FDA is aangewezen als doorbraaktherapie.2 Alexander Spira toonde nu de resultaten van de CHRYSALIS-studie in de populatie met MET-exon 14-skipping-mutatie (METex14)-mutaties. Deze komen voor bij ongeveer 3% van de patiënten met NSCLC, en leiden tot constitutieve activatie van de MET-signaalroute. Tyrosinekinaseremmers (TKI’s) gericht tegen MET geven goede responsen, maar resistentie blijft een probleem.
In het eerste deel van de CHRYSALIS-studie werd de aanbevolen fase 2-dosis vastgesteld op 1.050 mg (patiënten <80 kg) en 1.400 mg (patiënten ≥80 kg). In het METex14-cohort includeerden de onderzoekers tot nu toe negentien patiënten met gemetastaseerd of niet-resectabel NSCLC, die progressie vertoonden na de standaardbehandeling of deze afwezen. Het mediane aantal eerdere therapielijnen was twee, 42% van de patiënten was behandeld met een MET-TKI.
Duurzame respons
“Negen (64%) van de veertien evalueerbare patiënten vertoonden een partiële respons. Vijf van de negen responsen zijn inmiddels bevestigd”, meldde Spira. Responsen werden gezien bij zowel onbehandelde als eerder behandelde patiënten, waaronder vier partiële responsen bij zeven patiënten die waren behandeld met een MET-TKI. Bij twee van deze zeven patiënten was een mogelijk resistentiemechanisme geïdentificeerd. De mediane tijd tot de eerste respons was 4,1 maanden. De responsen waren duurzaam, en tot nu toe vertoonde geen van de patiënten toename van tumorvolume. Ten tijde van de data-cutoff was de mediane behandelduur 6,5 maanden, duurde de respons voort bij acht van de negen patiënten (één was gestopt met de studie) en waren elf van de veertien evalueerbare patiënten nog onder behandeling.
De bijwerkingen in het METex14-cohort kwamen overeen met wat eerder gezien was bij ruim 250 andere patiënten in de CHRYSALIS-studie. Behandelingsgerelateerde bijwerkingen leidden tot staken van de studie bij 5%, dosisreductie bij 11% en dosisonderbreking bij 32% van de patiënten.
Spira en collega’s zien deze resultaten als een proof-of-concept. “Dit eerste rapport van de antitumoractiviteit van amivantamab bij METex14-NSCLC bevestigt de bispecifieke werking van amivantamab. De activiteit is nu aangetoond in zowel EGFR- als MET-gedreven NSCLC.”
Referenties
1. Spira AI, et al. WCLC 2021; abstr OA15.03.
2. Sabari JK, et al. J Thorac Oncol 2021;16(3):S108-109.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist