Patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom bij wie immuuncheckpointremmers niet (meer) werken, kunnen baat hebben bij doelgerichte behandelingen, geselecteerd op basis van moleculaire profielen. Dat blijkt uit preliminaire resultaten van HUDSON, een biomarkergestuurde, multidrug platformstudie. Prof. dr. Benjamin Besse (Parijs, Frankrijk) presenteerde deze resultaten tijdens de virtuele WCLC 2020.1
Immuuncheckpointremmers (ICI’s) hebben de uitkomsten bij niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) weliswaar verbeterd, maar veel patiënten zijn refractair of ontwikkelen resistentie tegen ICI’s, ook in combinatie met chemotherapie. In de fase 2 umbrella-platformstudie HUDSON worden verschillende doelgerichte middelen gecombineerd met de PD-1-remmer durvalumab bij NSCLC-patiënten die faalden op eerdere behandeling met ICI’s. Alle patiënten waren behalve met ICI’s ook eerder behandeld met platinumhoudende chemotherapie. Patiënten met EGFR-, ALK-, ROS1-, BRAF-, MET- of RET-mutaties werden uitgesloten van deelname.
In totaal werden 617 patiënten centraal gescreend. In groep A (n=85) kregen patiënten een geneesmiddelencombinatie gematcht aan hun moleculaire afwijking: de PARP-remmer olaparib bij een mutatie in STK11 of homologerecombinatie-reparatiegenen (HRRm), de ATR-remmer ceralasertib bij een mutatie in ATM, en de CD73-remmer oleclumab bij een mutatie in CD73; alle in combinatie met durvalumab. De patiënten in groep B (n=177) hadden geen gematchte biomarker en konden een van deze drie combinaties krijgen, of een combinatie van de STAT3-remmer danvatirsen met durvalumab. Deze groep werd nog onderverdeeld in patiënten met primaire of verworven resistentie tegen ICI’s.
Ceralasertib + durvalumab actief
“Tot nu toe steekt vooral de combinatie ceralasertib + durvalumab erbovenuit met een langere progressievrije overleving (PFS), niet alleen in het cohort met gemuteerd ATM, maar ook in het niet-gematchte cohort”, aldus Benjamin Besse. Deze combinatie leidde bij patiënten met ATM-mutaties tot een mediane PFS van 7,4 maanden, zonder deze mutatie was dat 4,2 en 5,0 maanden bij respectievelijk primaire en verworven resistentie. Patiënten met STK11-mutaties hadden de slechtste uitkomsten (mediane PFS 1,4 maanden).
Besse: “Het voordeel met de ceralasertibcombinatie wordt ook gereflecteerd in de algehele overleving (OS).” Het veiligheidsprofiel van de verschillende combinaties kwam overeen met dat van de afzonderlijke middelen.
De resultaten laten zien dat moleculaire stratificatie voor doelgerichte behandelingen haalbaar is in deze setting, aldus Besse. De studie loopt nog; de onderzoekers evalueren hierbij ook combinaties van durvalumab met angiogeneseremmers of met middelen gericht tegen HER2.
Referentie
1. Besse B, et al. WCLC 2020; abstr OA07.08.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist