In de gerandomiseerde PRESIDE-studie werden patiënten met gemetastaseerde, castratieresistente prostaatkanker na progressie op eerstelijnsbehandeling met enzalutamide doorbehandeld met enzalutamide, maar dan in combinatie met docetaxel. De onderzoekers hoopten dat hiermee de effectiviteit van docetaxel in de tweede lijn beter tot zijn recht zou komen. Uit de presentatie van de resultaten door prof. dr. Axel Merseburger (Lübeck, Duitsland) tijdens ASCO GU 2022 bleek dat dit concept levensvatbaar kan zijn.
De gedachte achter de PRESIDE-studie is dat enzalutamide een effectieve eerstelijnsbehandeling is voor patiënten met gemetastaseerde, castratieresistente prostaatkanker (mCRPC), waarmee de overleving significant verbetert. Preklinische en klinische gegevens wijzen echter op verminderde activiteit van docetaxel als het na enzalutamide wordt ingezet. De PRESIDE-onderzoekers veronderstellen dat voortzetting van androgeenreceptorblokkade na ziekteprogressie op enzalutamide een klinisch voordeel kan opleveren, zoals bij de voortzetting van androgeendeprivatie (ADT) bij mCRPC. Voortzetting van de behandeling met enzalutamide na progressie zou dan de hiervoor nog gevoelige tumorlaesies onder controle houden, terwijl docetaxel de klonale subpopulaties, die zich aangepast hebben aan de androgeenreceptorremming, zou remmen.
Ontwerp met twee fasen
De PRESIDE-studie kent een ontwerp met twee fasen.1 In de eerste fase werden 687 chemonaïeve patiënten zonder of met minimale symptomen en progressie op ADT behandeld met open-label enzalutamide en ADT. In week dertien van deze fase werden alle patiënten gescreend op radiologische of PSA-progressie. Alleen de patiënten die daarna ziekteprogressie ontwikkelden (n=392), gingen over naar de tweede fase. In deze fase werden degenen die aan de inclusiecriteria voldeden (n=273) gerandomiseerd tussen voortzetting van de behandeling met enzalutamide + docetaxel (n=136) of placebo + docetaxel (n=132). Hoewel de patiëntkarakteristieken op baseline van de tweede fase in het algemeen goed vergelijkbaar waren, wees Axel Merseburger op een onbalans in de mediane PSA-spiegel: 36,9 µg/l in de enzalutamidegroep en 28,1 µg/l in de placebogroep.
Betere rPFS
De radiologische progressievrije overleving (rPFS) in de enzalutamidegroep was significant beter dan in de placebogroep, met 28% afname van het risico op progressie of sterfte. De mediane tijd tot progressie bedroeg 9,53 versus 8,28 maanden (HR 0,72; p=0,027). Uit een post-hoc subgroepanalyse kwam naar voren dat het therapeutische voordeel voor voortgezette behandeling met enzalutamide, in combinatie met docetaxel, voor de meeste subgroepen gold.
Ook voor de tijd tot PSA-progressie gold dat de combinatie van enzalutamide en docetaxel significant beter presteerde dan de controlebehandeling. De mediane tijd tot PSA-progressie bedroeg 8,44 versus 6,24 maanden (HR 0,58; p=0,002). Er was in de tweede fase een sterkere gemiddelde afname van de PSA-spiegel na dertien weken ten opzichte van baseline in de enzalutamidegroep (-37,1%) dan in de placebogroep (+9,1%).
Gegevens over het algehele responspercentage (ORR) geven verdere ondersteuning aan de conclusie dat de behandeling met enzalutamide effectiever was. De ORR was numeriek hoger in de enzalutamidegroep (31,6% versus 25,9%; niet significant), dankzij het hogere percentage complete respons (19,1% versus 12,6%).
Acceptabele toxiciteit
De incidentie van behandelingsgerelateerde bijwerkingen was min of meer vergelijkbaar tussen beide groepen (46,3% versus 41,5%), terwijl de incidentie van ernstige bijwerkingen hoger was in de enzalutamidegroep (49,3% versus 38,5%). Twee sterfgevallen in de enzalutamidegroep en één in de placebogroep werden toegeschreven aan respectievelijk enzalutamide en docetaxel. In totaal traden dertien sterfgevallen (9,6%) op in de enzalutamidegroep en zeven (5,2%) in de placebogroep.
Toekomstige behandeloptie
Over het geheel genomen geven, volgens Merseburger, de nu gerapporteerde uitkomsten van PRESIDE aan dat de combinatie van enzalutamide en docetaxel mogelijk een toekomstige behandeloptie is voor bepaalde patiënten met mCRPC met progressie op eerstelijnsmonotherapie met enzalutamide. Reviewer dr. Elizabeth Heath (Detroit, Verenigde Staten) stemde hiermee in, maar voegde toe dat het geen standaardbehandeling is in deze setting.
Referentie
1. Merseburger AS, et al. J Clin Oncol 2022;40 (suppl 6): abstr 15.
Dr. Marinus Lobbezoo, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2022 vol 13 nummer 2