Sinds 2012 mogen verpleegkundig specialisten volgens de Wet BIG geneesmiddelen voorschrijven binnen hun eigen deskundigheidsgebied. Voor oncolytica gaat dat niet zomaar op, blijkt uit de voordrachten van prof. dr. Hans Gelderblom, internist-oncoloog in het Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden, en Sylvia Verhage, verpleegkundig specialist in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch, tijdens het 4e Verpleegkundig Specialisten Oncologie Voorjaars Symposium.
Gelderblom, tevens bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO): “Momenteel is niet duidelijk waar de verantwoordelijkheden liggen als een verpleegkundig specialist voorschrijft. Daarom is het goed om daar iets over op papier te zetten in een landelijk te gebruiken document. De praktijk blijkt echter weerbarstig. De juristen die daarover moeten gaan, verschillen nogal van inzicht. Enerzijds is daar de Wet BIG; anderzijds handhaaft de Inspectie voor de Gezondheidszorg op basis van de circulaire.” Hij doelt daarmee op de circulaire ‘Maatregelen ter voorkóming van doseringsfouten bij het voorschrijven en bereiden van cytostatica in het ziekenhuis’. Daarin staat: “De berekening van de kuurdosering van de cytostatica en de berekening van de dosering per toediening worden uitgevoerd door een arts en worden door de arts vastgelegd.” “De internist-oncoloog is dus vooralsnog eindverantwoordelijk”, concludeert Gelderblom.
De tegenstrijdige officiële kaders zorgen voor controverse; ook binnen de NVMO. “Voorstanders vinden dat verpleegkundig specialisten cytostatica kunnen voorschrijven, mits er goede lokale afspraken worden gemaakt”, vertelt Gelderblom. “Tegenstanders hebben vragen over: opleiding en expertise van de verpleegkundig specialist, juridische aspecten en praktische zaken, zoals een verminderd arts-patiëntcontact.”
Reacties
Verhage, voorzitster van het Landelijk Netwerk Verpleegkundig Specialisten Oncologie (VSO), haakt in op het door de Wet BIG geschapen juridische kader: “Dat geeft aan dat de medisch specialist en verpleegkundig specialist samen de reikwijdte van de (voorschrijf)bevoegdheden bepalen.” Over die reikwijdte zijn het netwerk en de medisch specialisten al twee jaar in gesprek. Verhage doet voorstellen die inspelen op de zorgen van medisch specialisten over de expertise en opleiding van verpleegkundig specialisten. “We kunnen extra scholing ontwikkelen, zoals een module over het voorschrijven van oncolytica. Daarnaast zijn criteria vast te stellen. Bijvoorbeeld: een verpleegkundig specialist moet twee jaar werkzaam zijn in een oncologisch zorgpad, voordat hij of zij in aanmerking komt voor het voorschrijven van oncolytica.”
Dat het onderwerp leeft onder verpleegkundig specialisten, blijkt uit reacties uit de zaal: “Als je een zelfstandige bevoegdheid hebt, dan hoort dit er ook bij”, “in het ziekenhuis waar ik werk, schrijf ik al jaren orale oncolytica voor” en “het begrip eindverantwoordelijkheid geeft discussie op de werkvloer”.
Een uitbreiding van het landelijk document ‘Veldnorm voorschrijven, klaarmaken, ter hand stellen en toedienen van cytostatica’ komt er voorlopig niet. “Vanwege de verdeeldheid is er geen draagvlak om dat als NVMO te steunen”, licht Gelderblom toe. Verhage: “Voorlopig moet je het per organisatie regelen. Binnen die organisatie kun je er wel criteria aan verbinden.” Gelderblom geeft nog mee: “Maak goede lokale afspraken.”
Dr. Marijke van Oosten, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2016 vol 7 nummer 3