Het Gastro-Intestinaal Oncologisch Centrum Amsterdam, kortweg GIOCA, timmert ruim vijf jaar aan de weg. “Door het zorgproces te ‘kantelen’ zijn de diagnostiek en het opstellen van een behandelplan binnen een dag voltooid en kan iedere patiënt binnen drie weken starten met de behandeling”, vertelt dr. Kristien Tytgat, MDL-arts en voorzitter van GIOCA.
Ruim vijf jaar geleden ging in het AMC het zorgproces voor mensen met een gastro-intestinale oncologische aandoening organisatorisch op de schop. Niet langer zijn de verschillende medische afdelingen leidend voor de vorm van het proces, maar de aandoening van de patiënt. In organisatietermen: de zorg is gekanteld van verticaal naar horizontaal. “Dit idee kwam voort uit de goede ervaringen die we in de jaren daarvoor in het AMC hadden opgedaan bij de behandeling van patiënten met goed- en kwaadaardige pancreas- en/of galwegaandoeningen”, blikt Tytgat terug. “Voor de behandeling van deze patiënten werkten de afdelingen Chirurgie, Radiologie en Maag-, Darm- en Leverziekten (MDL-ziekten) al intensief samen. Bijvoorbeeld om gezamenlijk de patiënten te bespreken en een behandelplan op te stellen.
Twee afdelingshoofden, prof. dr. Paul Fockens van MDL-ziekten en prof. dr. Dirk Gouma van Chirurgie, opperden toen dat we dit voor de hele gastro-intestinale oncologie zouden moeten gaan doen. Gezamenlijke besprekingen voor deze patiënten door de MDL-artsen en chirurgen vonden wel al regelmatig plaats, maar alleen voor de patiënten met aandoeningen van lever, alvleesklier, galblaas en galwegen. Andere betrokken specialisten zoals de radioloog, radiotherapeut en nucleair geneeskundige waren daar zelden bij aanwezig. Het idee was dat we met een multidisciplinaire bespreking voor iedere patiënt sneller tot een diagnose en behandelplan zouden kunnen komen en ook de behandeling vlotter zouden kunnen laten starten.”
Overleg per tumorsoort
Zo gezegd, zo gedaan. Met goedkeuring van de raad van bestuur werd onder de naam GIOCA, Gastro-Intestinaal Oncologisch Centrum Amsterdam, het nieuwe zorgorganisatiemodel in enkele maanden op poten gezet. Tytgat: “Daarbij waren wij de eersten die het multidisciplinaire elektronisch patiëntendossier (EPD) mochten gaan gebruiken. Dat multidisciplinaire EPD was natuurlijk onmisbaar in de nieuwe opzet. Nieuw was ook het multidisciplinaire overleg (MDO) per tumorsoort. Vanwege de grote aantallen patiënten in het AMC en het daaraan gekoppelde grote aantal artsen, kunnen we binnen het GIOCA een MDO geheel wijden aan patiënten met één tumorsoort. Dat blijkt een zeer waardevolle werkwijze. Doordat er alleen mensen aanwezig zijn die zich gespecialiseerd hebben in deze tumorsoort, is het niveau van de bespreking zeer hoog en stimulerend. Bovendien zijn tevens de onderzoekers aanwezig bij het MDO, zodat we bij iedere patiënt meteen kunnen nagaan of deze voldoet aan de inclusiecriteria van een lopende studie.” Overigens strekt het GIOCA zich uit tot buiten het AMC; ook specialisten van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en het Flevoziekenhuis in Almere maken er deel van uit.
Lange, zware dag
Iedere patiënt die wordt doorverwezen naar het GIOCA wordt binnen één week gezien. De gemiddelde toegangstijd is inmiddels gedaald tot 4,4 dagen, meldt het recentste GIOCA-verslag (2015). “Tijdens die dag zorgen we dat alle nog ontbrekende onderzoeken worden uitgevoerd, waarna we de patiënt kunnen bespreken in het MDO. Uit dat MDO komt een behandelplan, dat we nog dezelfde dag met de patiënt bespreken. De patiënt weet aan het einde van die dag dus precies waar hij of zij aan toe is en maakt al direct kennis met alle betrokken zorgverleners. Het is voor veel patiënten een lange, zware dag, maar uit een enquête die we onder de patiënten hebben uitgevoerd, blijkt dat het merendeel van hen dit prefereert boven het lang in onzekerheid zitten. Als de patiënt instemt met het behandelplan kan dit binnen drie weken van start gaan, tenzij de patiënt zelf aangeeft dat hij of zij om wat voor reden dan ook nog wat langer wil wachten.”
Vlot ingepland
Maar niet alleen de patiënten zijn tevreden, ook de medewerkers van GIOCA zijn erg te spreken over de nieuwe werkwijzen, blijkt uit een enquête. Met name de werksfeer en de samenwerking krijgen een erg hoge waardering. “Vroeger moest je altijd van alles en nog wat apart regelen als de patiënt een onderzoek of behandeling bij een andere afdeling nodig had. Nu staat er als het ware een GIOCA-stempel op het dossier en worden alle benodigde onderzoeken en behandelingen vanzelf vlot ingepland. Alles is immers vastgelegd in het EPD. Dat scheelt voor de medewerkers veel tijd en frustratie. En dat is ook goed voor de patiënt want, zoals uit onderzoek is gebleken, een blije dokter levert betere zorg!”
Betere diagnostiek en stadiëring
Dat laatste, betere zorg, is overigens nog niet in harde getallen uit te drukken, stelt Tytgat. “Daarvoor ontbreekt het ons als het ware aan een nulmeting. We beschikken niet over gegevens waarmee we de kwaliteit van de totale gastro-intestinale oncologische zorg vóór de start van het GIOCA kunnen objectiveren. En dan is het lastig om na te gaan of en zo ja op welke punten de kwaliteit van de zorg nu is verbeterd. We hebben wel een retrospectief onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de hepatopancreatobiliaire zorg. Daaruit blijkt dat de komst van het GIOCA heeft geleid tot snellere diagnostiek en stadiëring. Daarnaast hebben we onderzoek gedaan naar de meerwaarde van het gespecialiseerde MDO, waarin we aantonen dat diagnostiek en stadiëring substantieel accurater worden. Of dit bij de oncologische patiënten ook heeft geleid tot bijvoorbeeld een betere overleving, kunnen we niet hard maken. Wel kun je stellen dat goede diagnostiek en stadiëring vereist zijn voor een daarbij passend behandelschema.”
AMC Profielprijs
Tevreden patiënten, tevreden zorgverleners: dat is niet onopgemerkt gebleven. Begin dit jaar bekroonde de raad van bestuur het GIOCA met de AMC Profielprijs, een toekenning voor ‘meerjarige prestaties van een afdeling of team op het gebied van een van de kerntaken van het AMC’. “Heel leuk. Echt een aanmoediging voor de samenwerking binnen het GIOCA”, vindt Tytgat. Zij is dan ook vol goede moed voor de toekomst. “We gaan op deze voet verder. We kijken momenteel of er nog nieuwe MDO’s bij kunnen komen, bijvoorbeeld over neuro-endocriene tumoren, want dat is voor een deel ook MDL-oncologie. De grootste uitdaging blijft om topzorg te blijven leveren in tijden van bezuiniging. De kracht van deze manier van samenwerken is dat iedere patiënt die besproken wordt interessant is voor iedere deelnemer aan het MDO.”
Dr. M. Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2015 vol 6 nummer 6