Veranderingen in de samenstelling van de darmflora verklaren mogelijk waarom mensen die gewoonlijk veel vet eten een verhoogde kans op kanker hebben. Dat blijkt uit een Duits onderzoek dat op deze week online door Natureis gepubliceerd. Zij vonden dit verband in een studie naar de effecten van vetrijke voeding op muizen die door een mutatie in KRAS extra vatbaar gemaakt waren voor darmkanker.
Dat er een verband bestaat tussen het vetgehalte van de voeding en de kans op verschillende vormen van (darm)kanker is boven elke discussie verheven. Maar de onderliggende mechanismen waren tot nog toe onduidelijk. Sommige onderzoekers zochten een verklaring in het ontstaan van obesitas en een mogelijke rol van de hiermee samenhangende chronische ontstekingen in het vetweefsel, maar dit werd nooit overtuigend aangetoond. Dat is anders met de studie van onderzoekers van de Technische Universiteit in München.1
Zij voerden muizen die door inbouw van de mutatie KRASG12Dint vatbaar waren voor darmkanker gedurende 22 weken of vetrijk voer of normale brokken. Daarnaast verzamelden ze de uitwerpselen van de dieren om te kunnen volgen of en hoe de voeding de samenstelling van de bacteriële darmflora beïnvloedde. In de loop der tijd traden daarin onder invloed van de overmatige vetconsumptie duidelijke veranderingen op. Sommige bacteriefamilies voeren er wel bij, andere namen duidelijk in aantal af. De veranderingen gingen gepaard met een duidelijke verminderde mobilisatie van dendritische cellen en een verminderde presentatie van MHC-II-moleculen in de lymfatische weefsels bij de darm. Met andere woorden: de activiteit van het immuunsysteem in de darm nam af en daarmee ook het vermogen om het hoofd te bieden aan ontluikende kankercellen. Tevens nam de productie van korte-ketenvetzuren in het colon duidelijk af. Boterzuur (butyraat) is hiervan de belangrijkste. Toediening van extra butyraat in de dikke darm normaliseerde ter plaatse de immunologische afweer en verkleinde de kans op het ontstaan van tumoren.
De invloed van de darmflora werd nog verder aangetoond toen de onderzoekers hun experiment herhaalden bij vatbare muizen bij wie de darmbacteriën compleet waren uitgeroeid. Een vetrijk dieet had dan geen invloed op de kans op kanker. En als zij de darmflora van vetgemeste muizen overbrachten op muizen die een normale voeding hadden gekregen, ontstond bij de laatste ook een verhoogde kans op het ontstaan van tumoren.
Naast een sterke link tussen de voeding, de darmflora en de kans op darmkanker, denken de onderzoekers dat hun werk ook laat zien dat manipulaties met de darmbacteriën bij mensen die vet blijven eten, de kans op darmkanker kan verkleinen.
Referentie
1. Schulz MD, et al. Nature 2014 Aug 31. doi: 10.1038/nature13398. [Epub ahead of print]
Drs. H.E.A. Dassen, wetenschapsjournalist