Tijdens het SABC-symposium presenteerde prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen (Maastricht UMC+) de uitkomsten van de Nederlandse DATA-studie. Deze studie toont aan dat zes jaar adjuvante therapie met anastrozol (na twee tot drie jaar adjuvante therapie met tamoxifen) bij vrouwen met hormoonreceptorpositieve borstkanker geen extra voordeel oplevert ten opzichte van drie jaar adjuvante therapie met anastrozol. Mogelijk is er wel een voordeel voor een subgroep van patiënten.
De optimale adjuvante endocriene behandeling voor vrouwen met hormoonreceptorpositieve borstkanker in een vroeg stadium is niet bekend. De DATA-studie (BOOG 2006-01) is opgezet op een moment dat was aangetoond dat adjuvante therapie met een aromataseremmer voorafgaand aan of aansluitend op twee à drie jaar adjuvante therapie met tamoxifen na vijf jaar minder terugkeer van ziekte oplevert dan een adjuvante behandeling van vijf jaar met alleen tamoxifen. Bekend was toen ook dat na vijf jaar endocriene adjuvante therapie de kans op terugkeer van de ziekte nog gedurende vele jaren verhoogd blijft, maar dat verlengde adjuvante therapie met een aromataseremmer (na vijf jaar tamoxifen) de ziektevrije overleving verbetert. Of dit laatste ook geldt voor patiënten die in de eerste vijf jaar adjuvante therapie kregen, bestaande uit enkele jaren tamoxifen gevolgd door een aromataseremmer, was bij het opzetten van de DATA-studie nog niet bekend. De DATA-studie had als doel hier meer inzicht in te krijgen.
Voor de studie zijn 1.860 vrouwen met (postmenopauzale, hormoonreceptorpositieve, M0) borstkanker geïncludeerd nadat zij gedurende twee tot drie jaar een adjuvante behandeling met tamoxifen hadden ondergaan. De vrouwen werden vervolgens gerandomiseerd naar een behandeling met anastrozol (1 mg/dag) gedurende drie of zes jaar. De primaire uitkomstmaat van de studie is de ‘aangepaste ziektevrije overleving’. Dit hebben de onderzoekers gedefinieerd als de ziektevrije overleving vanaf drie jaar na de randomisering. Hiermee wordt het effect duidelijk van de verlengde adjuvante behandeling met anastrozol. Secundaire uitkomstmaten van de studie zijn de aangepaste algemene overleving en de bijwerkingen van de behandeling.
Subgroep profiteert meer
Tijdens het SABC-symposium presenteerde Vivianne Tjan-Heijnen de eerste resultaten van de DATA-studie. De (intention-to-treat-)analyses zijn uiteindelijk uitgevoerd op basis van gegevens van 1.660 patiënten aangezien in beide behandelarmen ongeveer 100 patiënten uitvielen doordat zij gedurende de eerste drie jaar behandeling met anastrozol een ‘event’ kregen, te weten een terugkeer van de borstkanker (lokaal, regionaal of op afstand), een secundaire tumor, of overlijden door enigerlei oorzaak.
De verlengde adjuvante behandeling met anastrozol heeft geen invloed op de aangepaste ziektevrije overleving. Deze bedraagt na vijf jaar 83,1% voor de patiënten in de zes-jaaranastrozolgroep tegenover 79,4% voor de patiënten in de drie-jaaranastrozolgroep (HR 0,79; 95% BI 0,62-1,02; p=0,07). Een subgroepanalyse laat zien dat patiënten met grote tumoren (>T1), een lymfeklierpositieve tumor, patiënten met tumoren die ER- èn PR-positief zijn, patiënten die HER2-negatief zijn en patiënten die chemotherapie hebben gehad het meeste profiteren van de verlengde adjuvante behandeling met anastrozol. Een post-hocberekening laat zien dat de aangepaste ziektevrije overleving na vijf jaar voor patiënten met al deze kenmerken 86,0% bedraagt tegenover 75,9% voor de overige patiënten (HR 0,58; 95% BI 0,39-0,89; p=0,01). De aangepaste algemene overleving verschilt niet tussen beide behandelarmen: na vijf jaar is 90,8% versus 90,4% van de patiënten nog in leven in de groep die gedurende respectievelijk zes en drie jaar is behandeld met anastrozol.
Therapietrouw
Zoals valt te verwachten gaat zes jaar behandelen met anastrozol gepaard met iets meer bijwerkingen dan drie jaar behandelen. Met name bot- en spieraandoeningen komen iets meer voor bij een langer durende behandeling. Dit is ook terug te zien in de therapietrouw, die geleidelijk afneemt gedurende de studie. Na drie jaar neemt nog ongeveer 80% van de patiënten trouw hun anastrozol in, na zes jaar is dat nog ongeveer 60% (van de patiënten in de zes-jaaranastrozolarm).
“Al met al”, concludeerde Tjan-Heijnen, “vormen de resultaten van de DATA-studie geen aanleiding tot het verlengen van de adjuvante therapie met een aromataseremmer tot zes jaar voor alle postmenopauzale vrouwen met hormoonreceptorpositieve borstkanker. Echter, er lijkt wel een voordeel van de verlengde behandeling te zijn voor vrouwen met ER-/PR-positieve, HER2-negatieve borstkanker met een grote tumor die ook chemotherapie hebben gehad.”
Referentie
1. Tjan-Heijnen VC, et al. SABC Symposium 2016; abstract S1-03.
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2017 vol 8 nummer 1