Eerdere resultaten van de gerandomiseerde fase 3-TheraP-studie lieten zien dat 177Lu-PSMA-617 versus cabazitaxel geassocieerd is met een betere PSA-respons, progressievrije overleving en minder toxiciteit bij patiënten met eerder behandeld, PSMA-positief, gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom. De twee behandelingen zijn echter geassocieerd met een vergelijkbare algehele overleving, blijkt uit geüpdatete resultaten die tijdens de 2022 ASCO Annual Meeting werden gepresenteerd door dr. Michael Hofman (Melbourne, Australië).
Uit de resultaten van de gerandomiseerde fase 3-VISION-studie bleek dat de toevoeging van de tracer 177Lu-PSMA-617 aan standaardbehandeling geassocieerd was met een significant betere progressievrije en algehele overleving (PFS en OS) en behoud van kwaliteit van leven bij eerder behandelde patiënten met PSMA-positief, gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC).1 Daarnaast lieten de resultaten van de gerandomiseerde fase 3-TheraP-studie zien dat 177Lu-PSMA-617 vergeleken met cabazitaxel geassocieerd was met een significant betere PSA-respons, PFS en objectief responspercentage en minder bijwerkingen van graad 3 of 4 bij patiënten met progressief mCRPC na eerdere behandeling met minimaal docetaxel.2 De presentatie van Michael Hofman betrof de geüpdatete resultaten van TheraP.
Vergelijkbare OS
De geüpdatete resultaten bevestigen de eerdere bevinding dat 177Lu-PSMA-617 vergeleken met cabazitaxel geassocieerd is met een significant betere PFS (HR 0,62; 95% BI 0,45-0,85; p=0,0028).3 Na een mediane follow-up van 36 maanden werd er in de intention-to-treatpopulatie echter geen significant verschil gevonden in OS (HR 0,97; 95% BI 0,70-1,4; p=0,99). De OS was wel aanzienlijk korter bij patiënten die op basis van PSMA/FDG-PET-analyses werden geëxcludeerd van behandeling met 177Lu-PSMA-617. Verder werden er in de huidige analyse geen nieuwe veiligheidssignalen geconstateerd voor de behandeling met 177Lu-PSMA-617.
Interpretatie
“De kracht van de TheraP-studie is dat dit een prospectieve, gerandomiseerde en multicentrumstudie betreft met een follow-up van drie jaar. Daarnaast kozen wij ervoor om de uitkomst van 177Lu-PSMA-617 te vergelijken met een actieve controlearm, cabazitaxel, die in de CARB-studie liet zien geassocieerd te zijn met een significant langere overleving vergeleken met abirateron of enzalutamide bij eerder behandelde patiënten met mCRPC.4 De beperkingen van de studie zijn dat post-protocol cross-over de analyse van de OS verwart, dat na de randomisatie een aantal patiënten in de cabazitaxelarm zich terugtrok en het feit dat de studie underpowered was voor een nauwere analyse van de OS. De klinische implicaties zijn dat 177Lu-PSMA-617 geassocieerd is met een OS die vergelijkbaar is met de levensverlengende behandeling met cabazitaxel, maar met minder toxiciteit en een betere PFS en patiëntgerapporteerde uitkomsten”, aldus Hofman.
Referenties
1. Sartor O, et al. N Engl J Med 2021;385:1091-103.
2. Hofman MS, et al. Lancet 2021;397:797-804.
3. Hofman MS, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 16): abstr 5000.
4. De Wit R, et al. N Engl J Med 2019;381:2506-18.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer
Congres Up-to-date 2022 vol 7 nummer 2
Commentaar dr. Debbie Robbrecht, internist-oncoloog, Erasmus MC Kankerinstituut, Rotterdam
Tijdens de 2022 ASCO Annual Meeting werden veelbelovende resultaten gepresenteerd van studies naar nieuwe behandelingen voor prostaat- en blaascarcinoom. Bijvoorbeeld van de fase 2/3-QUILT-3.032-studie waarin men de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van het T- en natural-killercel-activerende IL-15-fusie-eiwit N-803 plus Bacillus Calmette-Guerin (BCG) bij 160 patiënten met BCG-refractair, niet-spierinvasief blaascarcinoom. Hiervan hadden 83 patiënten carcinoma in situ (CIS; cohort A) en 77 patiënten een papillair urotheelcelcarcinoom (cohort B).1 De resultaten lieten zien dat behandeling met N-803 plus BCG geassocieerd was met een veelbelovend percentage complete respons (CR) van 71% bij patiënten met CIS en een mediane CR-duur van 24,1 maanden. Na twee jaar had 96% van de patiënten nog geen progressie naar spierinvasieve blaaskanker. Bij patiënten met een papillair urotheelcelcarcinoom was de ziektevrije overleving na twee jaar 48%. Daarnaast bleek na twee jaar cystectomie nog steeds niet nodig te zijn bij meer dan 90% van de patiënten in beide cohorten. De behandeling werd bovendien goed verdragen en was geassocieerd met weinig systemische bijwerkingen, zoals we die bijvoorbeeld kennen van immunotherapie.
Een tweede studie betrof de gerandomiseerde fase 3-TheraP-studie waarin men de werkzaamheid en veiligheid bepaalde van 177Lu-PSMA-617 vergeleken met cabazitaxel bij patiënten met progressief, PSMA-positief, gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) na eerdere behandeling met ten minste docetaxel. Uit de gepresenteerde resultaten bleek echter dat de twee behandelingen geassocieerd waren met een vergelijkbare algehele overleving (OS).2 Wel is de mediane OS met beide behandelingen ongeveer negentien à twintig maanden, wat langer is dan je verwacht bij een derdelijnsbehandeling. Mogelijk heeft dit te maken met de mogelijkheid van cross-over naar de andere behandelarm. In ieder geval bevestigen de resultaten dat patiënten met PSMA-positief mCRPC baat hebben bij behandeling met 177Lu-PSMA-617 in de latere lijn, zoals ook in Nederland voor deze therapie geïndiceerd is en tijdens het ASCO-congres ook naar voren kwam op basis van een post-hoc subgroepanalyse van de gerandomiseerde fase 3-VISION-studie.3 Hierin werd getoond dat 177Lu-PSMA effectiviteit behoudt ook bij patiënten die eerder behandeld zijn met cabazitaxel.
Verder waren er nieuwe resultaten van de ENZAMET-studie. In deze gerandomiseerde fase 3-studie wordt de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van enzalutamide plus androgeendeprivatietherapie (ADT) versus standaardbehandeling met een niet-steroïdale androgeenreceptorantagonist (NSAA) plus ADT bij patiënten met nieuw-gediagnosticeerd, gemetastaseerd, hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC). De geüpdatete analyse bevestigde de eerdere bevinding dat behandeling met enzalutamide plus ADT versus standaardbehandeling geassocieerd is met een significant OS-voordeel.4 Verder viel op dat 45% van de patiënten naast enzalutamide en ADT ook met docetaxel behandeld werd. De combinatie heeft geen betekenisvolle waarde ten opzichte van enkel enzalutamide toegevoegd aan ADT. Al met al bevestigen de resultaten van de ENZAMET-studie dat patiënten met mHSPC baat hebben bij een eerstelijnsbehandeling met ADT en een remmer van de androgeenreceptorpathway.
Referenties
1. Chamie K, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 16): abstr 4508.
2. Hofman MS, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 16): abstr 5000.
3. Vaishampayan N, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 16): abstr 5001.
4. Davis ID, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 17): abstr LBA5004.
In een podcast met prof. dr. ir. Koos van der Hoeven bespreekt dr. Debbie Robbrecht naast bovenstaande studies onder andere ook resultaten van de AURA-studie waarin men de uitkomst onderzocht van neoadjuvante behandeling met avelumab met of zonder chemotherapie bij patiënten met spierinvasief blaascarcinoom, en de rol van (gemethyleerd) circulerend tumor-DNA als mogelijke biomarker bij blaaskanker. Daarnaast bespreekt Robbrecht de waarde van cabozantinib als onderhoudsbehandeling bij gemetastaseerd blaascarcinoom en de mogelijkheid om genetische afwijkingen in FGFR3 op te sporen aan de hand van HE-kleuringen van blaascarcinomen. Deze podcast is te beluisteren op oncologie.nu/podcasts