Het Leids Universitair Medisch Centrum heeft zijn profileringsgebied Cancer Pathogenesis and Therapy deze zomer met twee nieuwe benoemingen verstevigd. Prof. dr. Jelle Wesseling richt zich als bijzonder hoogleraar Pathologie op een voorstadium van borstkanker en prof. dr. Eveline Bleiker houdt zich als bijzonder hoogleraar Psychologie van de klinische genetica bezig met familiaire kanker en de psychosociale gevolgen van kanker. Beiden zijn verbonden aan het Antoni van Leeuwenhoek te Amsterdam.
“Jaarlijks krijgen ruim 2.500 vrouwen in Nederland te horen dat zij ductaal carcinoom in situ (DCIS) hebben. Bij dit voorstadium van borstkanker zijn er onrustige cellen in de melkgangen, maar die zijn niet in staat om zich verder te verspreiden. Na verloop van tijd kunnen er wel maligne cellen het omliggende melkklierweefsel binnendringen, en spreken we van kanker, maar dat gebeurt meestal niet”, legt Jelle Wesseling uit. “Zo’n driekwart van de mensen met DCIS zal nooit borstkanker krijgen en bij hen is behandeling, met alle nadelige gevolgen en bijwerkingen, dus erger dan de kwaal.” De patholoog zoekt daarom naar kenmerken die voorspellen welke mensen met DCIS een groot risico hebben op een kwaadaardige tumor en bij wie de kans daarop heel klein is. “Nu kunnen we dat onderscheid niet goed maken en krijgen patiënten met DCIS standaard chirurgie aangeboden en, wanneer er borstsparend wordt geopereerd, vaak ook radiotherapie.”
Voorspellers
Wesseling leidt een groot internationaal onderzoek waarin naar onderscheidende markers gekeken wordt. In 2017 ontving hij een Grand Challenge Award van 18 miljoen euro voor het opzetten van deze zogenoemde PRECISION-studie. “Hierin zoeken we vanuit verschillende invalshoeken naar voorspellers voor een gunstig of juist agressief beloop van DCIS, zoals moleculaire kenmerken van de cellen, DNA- en eiwitafwijkingen, het micromilieu, en persoonlijke kenmerken, zoals de leeftijd van de vrouw. We hebben al veel gegevens en weefsel verzameld en analyseren dat nu. We proberen ook drivers van de kankercellen te identificeren en kijken of we deze in situ kunnen blokkeren. Dat kan mogelijkheden bieden om op een doelgerichte manier vrouwen een borstoperatie te besparen”, aldus Wesseling.
Hij benadrukt dat het risico om te overlijden aan DCIS na behandeling in het niet valt bij het risico om te overlijden aan andere oorzaken. Binnen de PRECISION-studie wordt daarom ook gerandomiseerd onderzocht of actieve surveillance, in de vorm van een jaarlijkse mammografie, even veilig is als opereren en bestralen. Als dat zo is, kan elk jaar honderden vrouwen een intensieve behandeling bespaard worden. In Europa heeft Wesseling daarvoor de LORD-trial opgezet.
Samenwerking
De hoogleraar verwacht dat zijn aanstelling in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) synergie zal opleveren. “De tijden zijn gelukkig grotendeels voorbij dat iedereen op zijn eigen eilandje onderzoek deed. Voor mijn aanstelling werkte ik bijvoorbeeld al samen met het LUMC aan hoe we kunnen testen of borstkankercellen dubbelstrengsbreuken in het DNA kunnen repareren. Kunnen ze dat niet, dan kan dit defect een aangrijpingspunt zijn voor doelgerichte therapieën”, aldus Wesseling.
Op vrijdag 24 mei 2019 houdt hij zijn oratie in Leiden. Voorafgaand is er een symposium met internationale sprekers over het vinden van de balans tussen noodzakelijke behandeling en overbehandeling.
Taboe
Eveline Bleiker hield haar oratie 'Family matters’ al afgelopen september. Haar onderzoek spitst zich toe op genetica bij kanker en psychosociale zorg binnen de oncologie. Bij haar aanstelling aan het LUMC ligt de nadruk op de genetica. Zo werkt ze aan een online keuzehulp voor vrouwen die erfelijk belast zijn met borstkanker. “Zij kunnen hiermee voor zichzelf de voor- en nadelen van preventieve amputatie of actief afwachten tegen elkaar wegen”, aldus Bleiker. Mensen verschillen erg in wat zij belangrijk vinden, en ook per land varieert dat. In vergelijking met zuidelijke landen als Frankrijk en Italië, kiezen erfelijk belaste vrouwen in Nederland veel vaker voor een preventieve borstamputatie. Zo’n 25 jaar geleden werd het, ook door artsen, nog gek gevonden om te snijden in gezond weefsel. Het taboe is er gelukkig in Nederland een beetje af. Als je kiest voor regelmatige screening heb je ook veel kans om te overleven, maar je moet dan mogelijk wel een zwaar behandeltraject in als er borstkanker wordt vastgesteld. Het is goed dat mensen nu de vrijheid hebben om dat voor te zijn. Vaak hebben deze mensen gezien wat de ziekte bij familieleden teweeg heeft gebracht.”
Kankeroverlevers
Bleiker doet ook onderzoek waarin haar beide aandachtsgebieden, genetica en psychosociale zorg, samenkomen. Ze werkt bijvoorbeeld aan een alternatief voor de Lastmeter, een vragenlijst die de sociale, emotionele en lichamelijke problemen van mensen met kanker in kaart brengt. “Voor mensen die belast zijn met familiaire kanker is de Lastmeter minder geschikt. Veel vragen gaan over effecten van de behandeling, terwijl mensen met erfelijke aanleg voor kanker vooral kampen met andere problemen, zoals angst voor kanker bij hun kinderen en problemen met het informeren van familieleden over de erfelijke aanleg. Voor deze groep hebben we daarom de Signaallijst ontwikkeld.”
Bleiker is blij dat er steeds meer aandacht komt voor mensen die kanker overleefd hebben. “In Nederland zijn er nu al ongeveer 750.000 mensen die ooit kanker hebben gehad en dat aantal blijft groeien. Kankeroverlevers, maar ook hun omgeving, denken vaak na de behandeling de draad weer gewoon op te kunnen pakken, maar dat gaat niet altijd. Kanker, en de behandeling ervan, is een major life event en het is niet gek dat mensen daarbij psychosociale hulp kunnen gebruiken. Campagnes als ‘Kankerdoet meer met je dan je denkt’ van KWF Kankerbestrijding en de zwemelfstedentocht van Maarten van der Weijden zijn daarom ook zo goed. Nog te vaak heeft een patiënt wel behoefte aan hulp, en is het aanbod er ook, maar weten ze elkaar niet makkelijk te vinden.”
Digitaal keuzehulpmiddel
De hoogleraar is ook betrokken bij somatisch onderzoek naar kanker. Veel mensen die kanker hebben overleefd kampen met restklachten door de ziekte of de behandeling, zoals problemen met aandacht en concentratie. “Een van de meest beperkende klachten is vermoeidheid. In de SPARKLE-studie doen we onderzoek naar het effect van lichttherapie daarop. Hoe kankergerelateerde vermoeidheid precies ontstaat is nog grotendeels onbekend, maar er zijn aanwijzingen dat lichttherapie erbij kan helpen”, aldus Bleiker. Ze is ook betrokken bij de PRECISION-studie en de LORD-trial van Wesseling. Daarin onderzoekt ze de redenen van mensen om wel of niet aan deze studie mee te doen. “Wanneer uit dit onderzoek blijkt dat het ondergaan van een jaarlijkse mammografie even veilig is als de standaardbehandeling, dan willen we voor mensen met DCIS een digitaal hulpmiddel ontwikkelen dat hen helpt bij het kiezen tussen direct geopereerd worden of actieve surveillance.”
Kijk voor meer informatie over de PRECISION-trial op www.dcisprecision.org.
Drs. Raymon Heemskerk, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 6