Het aantal gevallen van huidkanker groeit snel. Zo snel dat een veelomvattend landelijk actieplan nodig is, stelt IKNL. Makkelijke oplossingen bestaan niet, volgens epidemiologen dr. Marieke Louwman en dr. Kay Schreuder, beiden werkzaam bij IKNL, en onderzoeker dr. Arjan van Dijk van het RIVM.
Het Zonkrachtactieplan : Versie 2019 vermeldt dat jaarlijks 50.000 mensen de diagnose huidkanker krijgen.1 Dankzij de data die IKNL heeft verzameld in de Nederlandse Kankerregistratie weten we dat het daadwerkelijke aantal nog hoger is: het zijn er 70.000 per jaar. De publicatie die IKNL onlangs uitbracht, Huidkanker in Nederland. Cijfers uit 30 jaar Nederlandse Kankerregistratie, zet alle feiten op een rij.2 Dat huidkanker veruit de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland is bijvoorbeeld en dat de toenemende stroom van - vaak chronische - patiënten leidt tot een jarenlang fors beroep op zorg.
De publicatie maakt ook onderscheid tussen de verschillende typen huidkanker. Bijna 70% van de gevallen (48.000 nieuwe patiënten per jaar) gaat om basaalcelcarcinoom, dat bijna nooit uitzaait. Ook aan het plaveiselcelcarcinoom (12.000 nieuwe patiënten per jaar) overlijden de meeste patiënten niet. Daar staat echter tegenover dat beide huidkankersoorten regelmatig terugkeren en dus nieuwe behandeling noodzakelijk maken. En erger: dat het aantal gevallen van melanoom - de gevaarlijkste vorm van huidkanker - in absolute aantallen blijft stijgen. De tienjaarsoverleving na diagnose is tussen 1991 en 2010 gestegen van 78% naar 86%. Op zich goed nieuws, voor een deel te danken aan vroegdiagnostiek, maar ook aan nieuwe ontwikkelingen zoals doelgerichte therapie en immunotherapie. Maar die ontwikkelingen hebben dan weer als nadeel dat ze de kosten voor de behandeling aanzienlijk verhogen.
Geen pasklare oplossing
Onder de streep kan dus worden geconcludeerd dat er geen goed nieuws is. Er zijn geen makkelijke oplossingen, stelt Marieke Louwman. Het is dan ook niet voor niets dat IKNL pleit voor een veelomvattend nationaal plan. En dat ze in het voorjaar van 2020 een invitational conference organiseert om hiertoe de aanzet te geven. Louwman: “Met een nationaal plan willen we twee doelen bereiken: enerzijds kijken hoe we kunnen voorkomen dat mensen huidkanker krijgen, en anderzijds afstemmen hoe we de zorg zo efficiënt mogelijk kunnen regelen als het om zulke grote aantallen patiënten gaat. Op dit moment is nog niet concreet hoe we de invitational conference gaan inrichten, maar we willen hierin in ieder geval iedereen die beroeps- en beleidsmatig bij het onderwerp betrokken is bijeenbrengen om antwoord te geven op de vraag hoe we ervoor gaan zorgen dat we dit aankunnen. Het is de bedoeling dat dit tot een concreet plan van aanpak leidt.”
Krachten bundelen en processen anders inrichten is onontbeerlijk om de groeiende zorgvraag aan te kunnen, stelt Kay Schreuder. “Die groei is groter dan we op basis van alleen de vergrijzing kunnen verklaren”, zegt hij. “Het heeft dus ook te maken met het zongedrag van mensen. En waarschijnlijk ook met de toegenomen aandacht voor het onderwerp, waardoor mensen sneller naar de huisarts gaan om zich te laten onderzoeken op een plekje dat ze verdacht vinden.”
Pasklare oplossingen zijn er niet, zoals Louwman al stelde. Ziet ze wel mogelijke oplossingsrichtingen? “Een optie is opleiding van meer dermatologen”, zegt ze. “Maar ook valt te denken aan herverdeling van de diagnostiek en de nazorg. Wellicht kunnen huisartsen worden getraind om hierin een grotere rol te spelen. Al weten we natuurlijk dat al veel meer op de huisartsen afkomt.” Schreuder vult aan: “Dermatologen kunnen wellicht ook de in de Nederlandse Kankerregistratie verzamelde data beoordelen en bepalen of er vormen van huidkanker zijn die minder nacontrole behoeven, omdat ze zelden tot recidief of metastasen leiden. En te denken valt aan betere uitleg over zelfcontrole, wat natuurlijk wel vraagt om gerichte publieksvoorlichting.”
Smeren-kleren-weren
Er bestaan al campagnes om mensen te waarschuwen voor de gevaren van UV-straling. Louwman: “Je ziet bijvoorbeeld dat KWF Kankerbestrijding zonnebrandcrèmes uitdeelt op festivals. Ook is er aandacht op scholen. En het thema ‘smeren-kleren-weren’ wordt eenduidig uitgedragen door zowel dermatologen als KWF Kankerbestrijding in alle communicatie over het onderwerp zonblootstelling. Zonnebrandcrèmes moeten tegenwoordig ook aan duidelijke eisen voldoen, de fabrikanten mogen niet zomaar wat beweren op de verpakkingen. En er is de laatste jaren meer aandacht voor het onderwerp in publieksbladen.”
Heeft dat zin? Mensen weten wel dat de straling van de zon en de zonnebank schadelijk is. En je ziet op scholen of op het strand ook bijna geen kinderen meer die zonder petje of shirt spelen als het mooi weer is. Maar mensen laten zich niet eenvoudig opdragen wat ze wel en niet moeten doen, iedere zomer liggen de stranden vol. Toch kan het wel, stelt Schreuder. En hij noemt Australië, waar campagnes dermate succesvol zijn gebleken dat mensen het echt wel uit hun hoofd laten om gedurende de heetste uren van de dag op het strand te gaan liggen. “De kracht van die campagnes is dat heel goed wordt gekeken wat wel en niet werkt en dat op basis daarvan elk jaar wordt bijgestuurd”, zegt hij. “Maar het vergt dus wel een lange adem. En het lastige is dat er heel veel jaren zitten tussen de blootstelling en de diagnose huidkanker. Vooral een probleem als het om pubers gaat natuurlijk. Probeer die maar eens op hun achttiende te overtuigen met voorlichting over iets waarvan ze misschien op hun vijftigste schade gaan ondervinden.”
Plan van aanpak
Al met al alleen maar meer reden om tot een nationaal plan van aanpak te komen, stellen beiden. In dit kader wil IKNL ook van betekenis zijn voor het Zonkrachtactieplan dat eerder dit jaar is gestart. Het nationale plan van aanpak zou een integratie moeten zijn van het reduceren van de gezondheidslast van huidkanker zoals beschreven in het Zonkrachtactieplan en het organiseren van oplossingen om de bestaande en voorspelde vraag naar zorg aan te kunnen. “We beschikken nu voor het eerst over heel concrete gegevens over alle vormen van huidkanker die in het hele land voorkomen. Voor basaalcelcarcinoom werden de gegevens voorheen alleen vastgelegd in de regio Noord-Brabant en Noord-Limburg, op basis waarvan we extrapoleerden. En we hadden ook niet eerder data tot onze beschikking van zelfstandige behandelcentra die in de loop der jaren zijn ontstaan, nu wel. Daarmee hebben we eindelijk een compleet beeld van alle huidtumoren. Die data zijn in het kader van gerichte preventieve voorlichting natuurlijk wel van grote waarde. Bovendien zijn we daarmee in staat om op basis van betrouwbare gegevens het huidige en toekomstige beleid te ondersteunen en te evalueren.”
Zonkrachtactieplan
Het ministerie van VWS was al eerder geschrokken van de IKNL-cijfers over huidkanker en vooral van de onverklaarbare opwaartse trend. Daarnaast bleek dat de verschillende partijen die bij het thema UV-straling en gezondheid betrokken zijn, helemaal geen eenduidig beeld uitdroegen over hoe verstandig om te gaan met UV-straling. Arjan van Dijk: “Denk bijvoorbeeld aan de vraag wanneer in het jaar bescherming nodig is. ‘In de zomer’, wordt nogal eens gesteld, maar in het voorjaar staat de zon net zo hoog als in de zomer en dan lopen mensen dus een even groot risico. We zien in de IKNL-data een veel grotere stijging van het jaarlijkse aantal huidkankerdiagnoses dan we op grond van de vergrijzing of het dunner worden van de ozonlaag kunnen verklaren. We zien dus iets over het hoofd, vermoedelijk veranderend gedrag. Als we daar niets aan veranderen en we trekken de cijfers van IKNL door naar de komende decennia, dan zien we een grimmig beeld met heel veel meer ziektegevallen waarbij de zorg ook nog eens onbetaalbaar wordt.”
Vandaar dat het ministerie van VWS eerder dit jaar het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) opdracht gaf tot het opstellen van het Zonkrachtactieplan, waarin alle maatschappelijke partners in het thema UV-straling en gezondheid samenwerken. Op dit moment zijn dit: RIVM, KNMI, KWF Kankerbestrijding, de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV), de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten, Huidfonds, Stichting Melanoom, IKNL, de academische ziekenhuizen Leids Universitair Medisch Centrum, Amsterdam UMC, UMC Utrecht en Maastricht UMC+, het Oogfonds en het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. Het doel van het plan is dat betrokken partijen afspraken maken over een eenduidige communicatie over UV-blootstelling. Deze afspraken zullen eraan bijdragen dat mensen bewuster en verstandiger omgaan met UV-straling. De rol van het RIVM in het Zonkrachtactieplan is het bundelen van de inbreng van alle partijen om tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. Van Dijk: “Het actieplan kan ook de kennis over UV-straling en gezondheid vergroten door een gezamenlijke kennisagenda op te stellen: 1. wat weten we nu?, 2. wat komen we vandaag in ons werk en via publicaties, congressen en eigen ervaring nog meer aan de weet? en 3. welk nieuw wetenschappelijk onderzoek zou nu topprioriteit moeten krijgen om onze toekomstige acties nog gerichter te maken? Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan ons blootstellingsgedrag, dat vermoedelijk de oorzaak is van de sterke huidkankertoename. Dat moet veel beter uitgezocht worden.
De Universiteit Maastricht verricht frontwerk op het gebied van gedragsonderzoek. Ik denk ook aan de gevolgen van klimaatverandering, die pas over jaren duidelijk zullen worden. Het KNMI rapporteert nu al een toename in het aantal zomerse dagen en een afname van de beschermende rol van de wolken. Hier moeten we rekening mee houden. En niet op basis van een landelijk beeld, maar regionaal, want de gevolgen kunnen regionaal verschillen. Tot slot zijn deskundigen op het gebied van oogzorg betrokken, want UV-straling heeft ook een nadelig effect op de ogen.”
Het is ook mogelijk te leren van landen die verder zijn dan wij, zoals Australië. “We willen zoveel mogelijk effect sorteren en tegelijkertijd toch zo weinig mogelijk betuttelend zijn”, stelt Van Dijk. “Ook daarom is samenwerking belangrijk. Inmiddels is het Zonkrachtactieplanconsortium geformeerd en de samenwerking in opbouw.1 De door IKNL en de NVDV voorgestelde invitational conference is een vervolgstap die goed aansluit bij het actieplan.”
Referenties
1. Zonkrachtactieplan: Versie 2019. Te raadplegen via: rivm.nl/publicaties/zonkrachtactieplan-versie-2019
2. Huidkanker in Nederland. Cijfers uit 30 jaar Nederlandse kankerregistratie. Te raadplegen via: iknl.nl/nieuws/2019/steeds-vaker-huidkanker,-nationaal-plan-nodig.
Drs. Frank van Wijck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2019 vol 10 nummer 6