Zuiniger omspringen met oncologische medicatie en voorkomen van verspilling kan miljoenen besparen volgens dr. Charlotte Bekker, onderzoeker in het Radboudumc te Nijmegen. Ze gaat onderzoeken hoe heruitgifte van geneesmiddelen in de reguliere zorg kan worden gestimuleerd. Daarnaast wil ze voorkomen dat patiënten medicatie overhouden.
Na afronding van haar studie Biomedische wetenschappen rolde Charlotte Bekker in het onderzoek. Ze startte in de St. Maartenskliniek in Nijmegen met een promotieonderzoek naar medicijnverspilling, waarop ze aan de Universiteit Utrecht promoveerde. Uit haar onderzoek, uitgevoerd bij 41 apotheken, bleek dat veel geneesmiddelen ongebruikt werden geretourneerd. Na inlevering wacht slechts vernietiging, een verlies dat in Nederland jaarlijks op kan lopen tot 100 miljoen euro.
Bekker: “Tijdens dit onderzoek sprak dit onderwerp me eigenlijk steeds meer aan. Ik heb toen gemerkt hoe interessant het is om op professioneel niveau bezig te zijn met duurzaamheid en het voorkomen van geneesmiddelverspilling. Mijn doel is dan ook om maatregelen tegen geneesmiddelverspilling onderdeel te laten worden van de reguliere zorg. Het streven naar duurzaamheid is daarbij mijn intrinsieke drijfveer.”
Na haar promotieonderzoek stapte Bekker over naar het Radboudumc. Daar werd ze zelf kartrekker van een initiatief om geneesmiddelverspilling tegen te gaan. Uit onderzoek dat Bekker in 2016 deed bij oncologiepatiënten bleek dat er veel geneesmiddelen worden verspild. “Binnen de oncologie gebeurt het regelmatig dat patiënten uitbehandeld zijn of overstappen op een andere therapie. Er blijft dan - dure - medicatie over. Ongeveer de helft van de patiënten die stoppen of switchen, houdt nog oude medicatie over. De waarde van dat overschot is gemiddeld zo’n 2.600 euro. Momenteel worden deze oncolytica weggegooid.”
Opnieuw uitgeven
Bekker gaat vanaf januari 2021 starten met een onderzoek waarin wordt gekeken naar heruitgifte van oncolytica. Vaak hebben patiënten onaangebroken verpakkingen in huis, die ze uiteindelijk niet gebruikt hebben. Omdat er in de thuissituatie geen gegarandeerde bewaarcondities zijn, is de kwaliteit van de medicatie niet te garanderen. Daarom is heruitgifte niet toegestaan. “Europese wetgeving verbiedt heruitgifte van geneesmiddelen die langer dan tien dagen bij de patiënt in huis zijn geweest”, zegt Bekker.
Maar ongebruikt laten van onaangebroken verpakkingen, is feitelijk verspilling. Als een patiënt zijn oncolytica onder de juiste omstandigheden heeft bewaard, zou die veilig opnieuw verstrekt kunnen worden, volgens Bekker. “Daarom gaan we oncolytica ompakken in een verzegelde verpakking met daarin een temperatuurlogger. Als de patiënt het geneesmiddel ongebruikt terugbrengt naar het ziekenhuis, dan kan de temperatuurlogger worden uitgelezen om na te gaan of het oncolyticum bij de juiste temperatuur is bewaard. Met het zegel kunnen we checken of de verpakking niet is geopend.”
Aan dit initiatief doen naast het Radboudumc nog drie andere ziekenhuizen mee: het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch, het UMC Utrecht en het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. “We verwachten met deze ziekenhuizen bij elkaar enkele tonnen te besparen.”
Totdat het onderzoek van start gaat, worden ook gesprekken met patiënten gevoerd. “Wat vinden patiënten van deze manier van werken? Ze merken er zelf niet veel van, het enige is dat ze niet gebruikte, onaangebroken verpakkingen terug moeten brengen naar de apotheek. Uit de eerste gesprekken is al gebleken dat patiënten hier positief over zijn.”
Preventie
Behalve stimuleren van hergebruik van oncolytica, wil Bekker ook voorkomen dat patiënten medicatie overhouden. “De bedoeling is dat oncologen jaarrecepten gaan uitschrijven waarbij patiënten voor een kortere periode oncolytica meekrijgen vanuit de apotheek dan nu gebruikelijk is.
Volgens de landelijke prescriptierichtlijnen krijgen patiënten bij een eerste levering voor twee weken het geneesmiddel mee, daarna nog regelmatig voor enkele maanden. Wij willen de vervolguitgifte terugbrengen naar kortere periodes van een maand. Een week voordat de maandvoorraad op is, wordt geëvalueerd of de patiënt het oncolyticum nog nodig heeft. Je moet zicht hebben op wijzigingen en bijvoorbeeld laboratoriumuitslagen die aanleiding geven tot aanpassing van de dosering of stoppen van het oncolyticum. Door tijdig te evalueren kan voorkomen worden dat een patiënt medicatie krijgt die hij vervolgens niet gebruikt. Per patiënt wordt bekeken of op een gegeven moment voor een langere periode verstrekt kan worden.
Een pilotonderzoek hiernaar gaat in januari van start in het Radboudumc bij acht tot tien oncolytica. Dit duurt drie tot zes maanden en is vooral bedoeld om het hele proces in te bedden in de reguliere zorg. Na de pilotperiode wordt het onderzoek hopelijk uitgebreid naar meerdere ziekenhuizen.”
Wetgeving
Met de maatregelen tegen verspilling als onderdeel van de reguliere zorg loopt Nederland wereldwijd gezien aan kop, stelt Bekker. “Alleen de wetgeving vormt hiervoor nog een blokkade. Officieel is heruitgifte van geneesmiddelen niet toegestaan.”
Een van de wetten die initiatieven tegen verspilling in de wielen rijdt, is de Falsified Medicines Directive. Deze Europese verordening bepaalt dat vanaf 2019 elke verpakking van een receptplichtig geneesmiddel in Europa een uniek serienummer moet hebben dat is vastgelegd in een centrale database. Apotheekmedewerkers mogen als gevolg van deze verordening alleen nog medicijndoosjes met geldige serienummers uitgeven. Deze serienummers moeten door de apotheek bij uitgifte worden afgemeld. Op deze manier moet worden voorkomen dat er vervalste geneesmiddelen bij patiënten terechtkomen. “Het nadeel is dat een verpakking maar één keer gescand kan worden. Brengt een patiënt een ongebruikte en onaangebroken oncolyticumverpakking weer terug naar de apotheek, dan kan die niet nog een keer worden gescand voor aflevering aan een volgende patiënt. Het computersysteem registreert dit dan als vervalsing”, legt Bekker uit.
Best practices
Ook al bevat de wetgeving dus nog blokkades om maatregelen tegen verspilling goed te kunnen doorvoeren, Bekker hoopt dat deze in de toekomst worden opgeheven als het nut van de antiverspillingsmaatregelen breder zal doordringen in de politiek en het land. Ze legde haar voorstellen om verspilling tegen te gaan voor aan het ministerie van VWS en de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd. “Deze organisaties reageerden in eerste instantie positief, mits het wettelijk haalbaar is. Het ministerie noemde het onderzoek zelfs in een Kamerbrief met best practices bij het tegengaan van verspilling. Apothekerskoepel KNMP is minder positief, die is gekant tegen het opnieuw uitgeven van geneesmiddelen vanwege mogelijke kwaliteitsrisico’s als patiënten medicatie niet goed bewaren.”
Bekker is optimistisch over het resultaat van de strijd tegen verspilling. “We verwachten door preventie van onnodig uitgeven van geneesmiddelen en bevorderen van heruitgifte 40% minder geneesmiddelen te verspillen.”
Drs. Marc de Leeuw, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2020 vol 11 nummer 6