De Taskforce Oncologie speelt een belangrijke rol bij de verbetering van zorg voor iedere oncologische patiënt. Maar wat is en doet de Taskforce Oncologie precies? En wat is er (mede) dankzij dit gremium bereikt binnen het oncologisch zorglandschap? Taskforce-voorzitter drs. Karin Mondriaan, tevens bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), en haar voorganger prof. dr. Ate van der Zee, bestuurslid van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), gaan in op deze vragen en vertellen welke stappen nodig zijn om de oncologische zorg verder te brengen.
“De Taskforce Oncologie is een landelijk bestuurlijk overleg waarin alle partijen die zich op welke manier dan ook met oncologische zorg bezighouden, participeren”, begint Karin Mondriaan, die tevens bestuurder is van het zelfstandige bestralingsinstituut Radiotherapiegroep. De partijen waar Mondriaan aan refereert zijn koepelorganisaties van zorginstellingen (zie Kader). Het Citrienprogramma Naar regionale oncologienetwerken maakt ook deel uit van de Taskforce. Dit is geen koepelorganisatie, maar een tijdelijke organisatie. Het voorzitterschap van de Taskforce ligt alternerend bij een bestuurslid van de NVZ en van de NFU.
Eén doel
De Taskforce is in 2014 in het leven geroepen om te zorgen dat iedere patiënt met kanker optimale zorg krijgt. De Taskforce ziet netwerkvorming daarbij als belangrijk middel. Voor netwerkvorming is echter een goede afstemming essentieel. Ate van der Zee, tevens gynaecologisch oncoloog en bestuurder van het UMC Groningen: “De kracht van de Taskforce is dat én de koepelorganisaties van de patiënten én van de zorgaanbieders én van de professionals die de zorg bieden allemaal bij elkaar aan tafel zitten. Daardoor heb je een forum waar je zaken met elkaar kunt afstemmen, maar waar je ook punten kunt agenderen voor de oncologische zorg. De Taskforce is ook een partij die aanspreekbaar is voor andere partijen in de zorg.” Mondriaan vult aan: “Als aparte stakeholders heb je niet altijd dezelfde belangen, maar binnen de Taskforce houden we één doel voor ogen en dat is optimale zorg voor alle patiënten met kanker. De Taskforce Oncologie adviseert ook het ministerie van VWS ten aanzien van oncologie en oncologische netwerkvorming.”
Binnen de Taskforce bespreken de deelnemers knelpunten die verbetering van zorg voor de oncologische patiënt in de weg staan. “Dat gebeurt door ideeën, initiatieven en rapporten vanuit de deelnemende partijen met elkaar te bespreken, waaronder de rapporten van IKNL,” legt Mondriaan uit.
Oncologische zorg = netwerkzorg
Een van de belangrijkste doelstellingen van de Taskforce is het stimuleren en verder brengen van oncologienetwerken, met als gedachte daarachter dat oncologische zorg per definitie netwerkzorg is. Samenwerking in regionale netwerken tussen zorgorganisaties en professionals van verschillende disciplines is essentieel, wil de oncologische zorg in Nederland toekomstbestendig worden en verder verbeteren. Vandaar dat de Taskforce nauwe banden heeft met het Citrienprogramma Naar Regionale oncologienetwerken.
Hoe ziet wat betreft de Taskforce zo’n oncologienetwerk eruit? “Dat is een samenwerkingsverband tussen eerste-, tweede- en derdelijnszorginstellingen, die samenwerken om de oncologische zorg te verbeteren. Een van die instellingen is een universitair medisch centrum”, vertelt Mondriaan.
Van der Zee: “In het Citrienprogramma wordt heel concreet gewerkt aan die netwerkvorming. Aanvankelijk was het Citrienprogramma een programma van de NFU. Het is belangrijk dat het onderdeel is geworden van de Taskforce en dat alle deelnemende partijen het programma omarmd hebben. Door met elkaar punten vanuit het programma te bespreken, hebben we dingen bereikt die anders niet mogelijk waren.”
Stand van zaken
Wat betreft de netwerkvorming is er al heel wat gebeurd. “Binnen het Citrienprogramma Naar regionale oncologienetwerken is in de eerste fase gewerkt aan allerlei thema’s en is gekeken naar wat wel en niet werkt. In de tweede fase is wat er in een bepaalde regio goed werkt ook uitgerold in andere regio’s”, vertelt Van der Zee. “Er zijn dus al flink wat stappen gezet. Wel zijn er nog regionale verschillen; in de ene regio is het oncologienetwerk verder ontwikkeld dan in een andere regio.”
Mondriaan beaamt dat al veel werk is verzet. “Zeker als je kijkt waar we nu staan vergeleken met de periode 2014-2015. Daarnaast heeft de Taskforce het Koersboek oncologie opgeleverd en de Agenda Oncologische Netwerkzorg 2019-2022.” Op 22 april jl. tijdens het themasymposium van SONCOS overhandigde Mondriaan een rapport aan minister van VWS Ernst Kuipers. “Daarin zijn de bevindingen gebundeld uit deelrapporten die zijn opgesteld door IKNL, NFK, SONCOS-FMS en het programma Naar regionale oncologienetwerken in opdracht van de Taskforce.” Zie voor een uitgebreid verslag pagina 20 van deze uitgave.
Uitdagingen
Ondanks de behaalde successen blijven er nog wel enige uitdagingen. “Aan bepaalde onderwerpen is veel aandacht besteed, maar toch zijn dat nog steeds knelpunten”, vertelt Van der Zee. “Bijvoorbeeld de financiering van netwerkzorg en digitale uitwisseling van zorginformatie. Daar moeten zaken nog veranderen. Beide heb je nodig als je goed met elkaar wilt samenwerken, zowel in een regio als landelijk.”
Mondriaan vult aan: “Daarnaast proberen we de participatie van huisartsen, patiënten en de verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg te versterken. Daar zijn zeker nog stappen te zetten. Contacten met verschillende partijen zijn er al: de NFK, NHG en V&VN participeren al in de Taskforce. Verder is het belangrijk dat de governance binnen een netwerk goed wordt geregeld. Hoe wordt een netwerk bestuurd? En hoe regel je de (mede)zeggenschap binnen een regionaal oncologienetwerk?”
Den Haag
Voor een aantal zaken kijkt de Taskforce naar Den Haag. Bijvoorbeeld de digitale gegevensuitwisseling in de zorg. Mondriaan: “De leveranciers van EPD’s hebben min of meer een monopoliepositie en dit werkt niet altijd mee om een goede gegevens- en beelduitwisseling binnen het oncologische netwerk te realiseren. Daar zou het ministerie van VWS een rol kunnen spelen.” Van der Zee: “Het landschap van EPD’s blijft versplinterd. Om dat op te lossen, heb je dwingende regelgeving nodig. Alleen dan wordt het op afzienbare termijn mogelijk om informatie tussen de verschillende EPD’s uit te wisselen zonder elke keer een enorme rekening te moeten betalen. Ziekenhuizen zullen ook meer gemeenschappelijk moeten formuleren wat ze precies van leveranciers verwachten en op welke termijn.”
Follow-up
Het Citrienprogramma Naar regionale oncologienetwerken, de ‘motor’ achter de vorming van regionale oncologienetwerken, loopt nog tot volgend jaar. Wat gaat er daarna gebeuren? Van der Zee: “Mede door dat programma zijn partijen het met elkaar eens geworden en werkt men in de regio veel samen. Het is wenselijk dat de landelijke afstemming over een programma met experimenten, proeftuinen en implementaties een vervolg krijgt, in welke vorm dan ook. Tegelijkertijd is het nodig dat de netwerken in de regio's structurele ondersteuning krijgen. Dat laatste hoeft niet in de vorm van een Citrienprogramma. Je zou die structurele ondersteuning kunnen inrichten naar voorbeeld van de acute-zorgnetwerken, met een landelijk bureau dat de netwerken ondersteunt. Natuurlijk moet dat concept wel aangepast worden aan de oncologie, want oncologische zorg is echt heel anders dan acute zorg.”
Welke vorm het ook wordt, volgens Van der Zee ligt daar een taak voor de verschillende instellingen. “Dat kun je niet alleen bij de professionals neerleggen. Veel binnen netwerkvorming komt tot stand vanuit zorgprofessionals die vanuit een intrinsieke motivatie de zorg voor hun patiënt zo goed mogelijk willen maken. Maar het is aan de instellingen en koepelorganisaties om dat voor die zorgprofessional mogelijk te maken. VWS kan ook hier een ondersteunende rol bij spelen.”
Ten dienste van de patiënt
Mondriaan besluit met: “Uiteindelijk gaat het bij oncologische netwerkvorming om één ding: verbetering van zorg voor de oncologische patiënt. Allerlei onderwerpen waaraan gewerkt wordt, zoals netwerkbekostiging en digitale gegevensuitwisseling, zijn ondergeschikt aan dit doel. Dat zijn de randvoorwaarden om die zorg te kunnen optimaliseren.”
Dr. Marijke van Oosten, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2022 vol 13 nummer 3
Taskforce Oncologie
In de Taskforce Oncologie werken de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), platform Oncologie - SONCOS van de Federatie Medisch Specialisten, Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en het Citrienprogramma Naar Regionale Oncologienetwerken samen aan verdere verbetering van de oncologische zorg.