Ragna van Hummel, directeur van re-integratiebureau Re-turn, is gespecialiseerd in werk en kanker. Ze vindt dat zorgverleners een belangrijke rol hebben bij het begeleiden van patiënten in kwesties rondom werk en inkomen. “Ik denk dat je je patiënten enorm helpt als je stimuleert dat zij zelf oplossingen bedenken en het initiatief nemen om die voor te stellen in hun werkomgeving.”
Wie te maken krijgt met verzuim en re-integratie bij kanker leert al snel dat arbozorg in Nederland niet tot de zorg gerekend wordt. “Zowel de financiering als de uitvoering van alles wat met verzuim en re-integratie te maken heeft, valt daarom niet onder de ziektekostenverzekering”, vertelt Ragna van Hummel. “Maar mensen die door kanker niet kunnen werken, hebben wel te maken met zowel arbodeskundigen, zoals bedrijfsartsen, casemanagers en re-integratiebureaus, als met zorgprofessionals. Voor patiënten met kanker kan het een uitdaging zijn om die twee werelden samen te brengen.” Het kan volgens haar helpen als je als zorgverleners herkent in welke situatie een patiënt zit. “Vanuit de spreekkamer meedenken kan voor een patiënt erg waardevol zijn.”
Ultiem vangnet
Van Hummel maakt onderscheid tussen mensen die in loondienst werken en zelfstandig ondernemers. “Beide groepen zijn heel divers. Of je nu een vast dienstverband hebt of een tijdelijk dienstverband, een flexcontract of een nulurencontract, in al deze gevallen ben je in loondienst. Zelfstandig ondernemers kunnen zzp’er zijn, maar ook directeur van een fabriek of maat in een maatschap.”
Het is belangrijk om te weten of iemand in loondienst is of zelfstandig ondernemer, omdat de regels waar zij onder vallen als dag en nacht van elkaar verschillen. “Op dit moment gelden geen landelijke regels voor wat er moet gebeuren als een zelfstandig ondernemer als gevolg van ziekte niet meer kan werken. Voor werknemers gelden juist een heleboel regels. Een zelfstandig ondernemer wordt geacht voor zichzelf te zorgen en dit soort zaken zelf te regelen. Een verplichte, collectieve regeling is er voor deze groep nog niet. Je kunt je als ondernemer daarom alleen tegen dit risico indekken door zelf een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten, al dan niet in combinatie met een tijdelijke dekking uit een broodfonds. “De groep met zo’n verzekering krijgt bij langdurig ziekteverzuim te maken met een medisch adviseur of arbeidsdeskundige die gaat kijken naar welke mogelijkheden er nog zijn en of het werk op termijn weer kan worden opgebouwd. Maar een groot deel van de zelfstandig ondernemers is niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Zij zijn aangewezen op bijvoorbeeld hun partner of hun spaargeld. Als er echt geen middelen meer zijn, is er de bijstand als laatste vangnet.”
Restverdiencapaciteit
Voor mensen in loondienst geldt gedurende de eerste twee jaar van ziekte de Wet verbetering poortwachter. “In die tijd is de patiënt samen met de werkgever verantwoordelijk voor zaken rondom re-integratie.” De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) treedt in werking als de verantwoordelijkheid van de werkgever wegvalt bij een zieke werknemer in loondienst. Het UWV beoordeelt dan of een patiënt nog in staat is te werken en zo ja, hoeveel en in welke functies. “Dat wordt de ‘restverdiencapaciteit’ genoemd”, legt Van Hummel uit. “Het recht op een uitkering gaat altijd gepaard met de plicht om je in te spannen om te re-integreren, al dan niet gedeeltelijk. Het is de bedoeling dat de patiënt langzaam gaat ontdekken wat die in de toekomst zou willen doen. Er zijn allerlei re-integratietrajecten om daarbij te ondersteunen.”
Palliatief behandeld
Voor mensen in loondienst die minstens 80% arbeidsongeschikt zijn én weinig of geen kans op herstel hebben, is er de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). “In de IVA-categorie zitten onder meer patiënten met kanker die palliatief behandeld worden. Als die behandeling aanslaat, kunnen zij daar langere tijd min of meer stabiel op zijn en misschien ook weer werkvermogen terugkrijgen.”
Met die groep houdt het huidige stelsel niet goed rekening, meent Van Hummel. “Werken vanuit de IVA is nauwelijks mogelijk, terwijl het aantal mensen dat palliatieve zorg krijgt en wellicht wil blijven werken, groeit. Als je wilt blijven werken, hoef je niet in deze regeling te zitten, maar je kunt vaak onvoldoende werken om in je eigen inkomen te voorzien. Ik ben benieuwd hoe dat gaat uitpakken in de toekomst.”
Officieel hebben behandelaars geen rol bij het beoordelen van de belastbaarheid van een patiënt. “Die rol is weggelegd voor de bedrijfsarts of de verzekeringsarts”, zegt Van Hummel. Ze vindt het wel essentieel dat zorgverleners patiënten vertellen over de bijwerkingen van een behandeling, de impact op de belastbaarheid en wat de verwachte hersteltermijnen zijn. “Dat soort zaken komt meestal wel aan bod in de spreekkamer, maar er wordt niet altijd expliciet over werk gesproken.”
Actief benaderen
Een bedrijfsarts moet altijd schriftelijke toestemming van de patiënt hebben gekregen voor je als behandelaar informatie over die patiënt met die bedrijfsarts mag delen. Van Hummel adviseert om het om te draaien. “Wacht niet af tot je gebeld wordt, maar zorg dat je patiënt goed geïnformeerd is, zodat die de bedrijfsarts kan informeren. In mijn ideale wereld krijgt iedere werkende patiënt in het ziekenhuis altijd schriftelijke informatie mee over het behandelproces, om door te geven aan de bedrijfsarts. Als die goed geïnformeerd is, kan die zich een beter oordeel vormen. Wanneer je dit als zorgverlener structureel in je zorgpad opneemt, weet je zeker dat je patiënt met de juiste informatie op pad gaat. Daarnaast wordt het vanzelfsprekender om over werk te spreken met patiënten en worden arboprofessionals efficiënter geïnformeerd. Dat kan de patiënt veel rust geven.”
Goede oplossingen
Uiteindelijk gaat het er volgens Van Hummel om dat een patiënt zo goed mogelijk geholpen is. “Ook rondom verzuim en arbeidsongeschiktheid zijn de regels er om daarbij te helpen. De Wet verbetering poortwachter lijkt heel streng, maar geeft eigenlijk veel ruimte voor maatwerk.” Ze vindt het beter om niet te veel op de regels te focussen. “Dan kom je uiteindelijk tegenover elkaar te staan, in plaats van dat je naar goede oplossingen zoekt. Ik denk dat je je patiënten enorm helpt als je als arts durft te stimuleren dat zij zelf oplossingen bedenken en het initiatief nemen om die voor te stellen in hun werkomgeving.”
In een podcast spreekt aios interne geneeskunde dr. Tessa Steenbruggen met Ragna van Hummel over de regels die komen kijken bij ziekteverzuim en re-integratie vanwege kanker. Deze podcast is te beluisteren op oncologie.nu/podcasts
link voor QR-code
Drs. Raymon Heemskerk, wetenschapsjournalist. Deze tekst werd mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van Gilead Sciences.
Oncologie Up-to-date 2024 vol 15 nummer 1
NL-UNB-0645