Het Amsterdam UMC onderzoekt stereotactische radiotherapie bij kwetsbare patiënten met alvleesklierkanker. Dankzij de grote nauwkeurigheid kunnen patiënten behandeld worden met een hoge dosis straling en zijn er minder behandelsessies nodig. Als de behandeling aanslaat, zouden ook fittere patiënten ervoor in aanmerking kunnen komen, zegt radiotherapeut-oncoloog dr. Anna Bruynzeel. Patiënten met nierkanker kunnen ook in Amsterdam terecht voor deze precisiebestraling.
De gegevens van bijna alle Nederlandse patiënten met pancreascarcinoom komen in het landelijke Dutch Pancreatic Cancer Project (PACAP).1 Patiënten in dit cohort kunnen toestemming geven om benaderd te worden voor studies, zoals de huidige PANCOSAR-trial. In deze studie wordt het effect van stereotactische radiotherapie onderzocht bij patiënten met lokaal pancreascarcinoom. Bij deze behandeling wordt de tumor met smalle stralenbundels vanuit meerdere kanten zo nauwkeurig mogelijk bestraald.
“Patiënten kunnen deelnemen wanneer ze te kwetsbaar zijn voor een chirurgische of systemische behandeling, bijvoorbeeld vanwege comorbiditeit of een te hoge leeftijd”, vertelt Anna Bruynzeel, een van de hoofdonderzoekers van de PANCOSAR-trial. Ook mensen die wel in aanmerking komen voor een operatie of chemotherapie, maar dit niet willen, kunnen meedoen aan de trial. “Voor al deze patiënten bestaat de huidige behandeling uit best supportive care, indien zij deelnemen kunnen ze loten voor stereotactische bestraling.”
Automatisch onderbroken
Patiënten in de behandelarm van de PANCOSAR-trial worden vijf keer bestraald met een hoge dosis in de MRIdian, een bestralingsapparaat gecombineerd met live MRI-beelden. Bruynzeel: “Het voordeel van deze MRI-geleide bestraling is dat je het plan dagelijks kunt aanpassen en tijdens de behandeling kunt zien wat je doet. De veiligheidsmarges kunnen hierdoor omlaag.”
Voorafgaand aan elke bestraling wordt een nieuw bestralingsplan gemaakt dat past bij de anatomie van die dag. “De darmen liggen dicht om de alvleesklier heen en kunnen niet goed tegen bestraling. De exacte positie verandert ook regelmatig als ze anders gevuld zijn. Daarom willen we die elke keer goed in kaart brengen en hierop ons bestralingsplan aanpassen”, legt Bruynzeel uit.
De bestraling vindt alleen plaats als de tumor zich in de juiste positie bevindt. “Patiënten kijken naar een scherm waarop ze de tumor zien bewegen door de ademhaling. Ze spelen zelf een actieve rol bij de bestraling door de tumor zoveel mogelijk binnen de bestralingszone te manoeuvreren door middel van hun ademhaling. Zelfs oudere patiënten lukt dit prima. Omdat het bestralen automatisch onderbroken wordt wanneer de tumor buiten dit vastgestelde kader valt, kan men niets fout doen.”
Buiten studieverband
“We zagen dat er patiënten zijn die nu helemaal niet aan behandeling toekomen, terwijl ze deze behandeling misschien wel verdragen. Het zou mooi zijn als we hiermee hun kwaliteit van leven kunnen verbeteren en hopelijk ook de levensverwachting verlengen”, aldus Bruynzeel. “Het uiteindelijke doel is dat we ook patiënten die wel geopereerd kunnen worden, niet meer hoeven te opereren, omdat we een alternatieve behandeling kunnen geven die net zo goed is. Maar daar zijn we nog niet.”
Er kunnen nog veel patiënten aan de PANCOSAR-trial deelnemen. “Het was de bedoeling dat studiecoördinator Deesje Doppenberg bij ziekenhuizen langs zou gaan om bekendheid te geven aan de trial, maar dat is er vanwege de coronapandemie niet van gekomen”, vertelt Bruynzeel. “Bij de patiënten die we tot nu toe hebben behandeld valt op dat ze de therapie over het algemeen goed verdragen, ondanks de vaak slechtere conditie.”
Patiënten uit het hele land kunnen worden verwezen naar de drie centra in Nederland die deze stereotactische bestraling kunnen geven: het UMC Utrecht, het Erasmus MC en het Amsterdam UMC. Er is nu al een selecte groep patiënten met alvleesklierkanker die stereotactische radiotherapie buiten studieverband krijgt aangeboden. “Dat zijn bijvoorbeeld mensen die chemotherapie krijgen omdat ze niet geopereerd kunnen worden, maar na één of twee chemokuren zo veel bijwerkingen ervaren dat ze er niet mee door willen gaan. Bestraling is dan misschien een beter alternatief. Voordeel is ook dat de behandeling niet invasief is en opname en narcose niet nodig zijn.”
Nierceltumoren
Het maken van een dagelijks nieuw bestralingsplan kost veel tijd en is daarom alleen geschikt voor tumoren die niet al te groot zijn en in korte tijd met een hoge dosis bestraald kunnen worden. Vaak zijn dat tumoren in de prostaat, de buikholte of de longen.
“Jaren geleden is men begonnen met stereotactische bestraling van de longen bij patiënten die geen standaardbehandeling konden of wilden ondergaan. Nu staat deze mogelijkheid in de richtlijn, naast de optie om te opereren”, aldus Bruynzeel.
Ze behandelt ook patiënten met een lokaal beperkt niercelcarcinoom (RCC) met MRI-geleide stereotactische bestraling. De standaardbehandeling hiervoor is nu een operatie, maar niet alle patiënten komen hiervoor in aanmerking.
“Het gaat eigenlijk om dezelfde groep patiënten als bij pancreascarcinoom. Patiënten ontvangen een hoge dosis bestraling verdeeld over één tot vijf sessies, waarbij het maken van een dagelijks nieuw bestralingsplan maar bij een klein aantal patiënten noodzakelijk is.2 Ook bij deze patiënten zien we dat zij dit goed verdragen. Ze kampen aan het einde wel regelmatig met vermoeidheid, maar daar knappen ze snel van op. En de oncologische uitkomst is goed: de tumor stopt vaak met groeien.3
Ook bij MRI-geleide bestraling blijft het een uitdaging om het gezonde deel van de nieren zo goed mogelijk te sparen bij patiënten met een slechte nierfunctie die tegen dialyse aan zitten. Maar dat is een uitdaging die we graag aangaan.”
Dicht bij grote bloedvaten
In de jaren zeventig van de vorige eeuw is bestraling van niertumoren in studieverband onderzocht, vertelt Bruynzeel. Toen werd gekeken naar het effect van lange series gefractioneerde bestraling, voor of na de operatie. Daar kwam geen gunstig effect van naar voren en radiotherapie raakte voor niertumoren uit de gratie. Er kwamen wel andere vormen van lokale therapie, zoals cryoablatie of radiofrequente ablatie.
“Voordeel van MRI-geleide stereotactische radiotherapie is dat ook tumoren die centraal in de nier liggen, of dicht bij grote bloedvaten, bestraald kunnen worden. Andere lokale behandelingen zijn dan vaak geen optie, dus dit is echt een aanwinst in het palet van behandelingen”, aldus Bruynzeel, die deelneemt aan een multidisciplinair overleg (MDO) over nierkanker in de regio Amsterdam waarin jaarlijks zo’n 1.800 RCC-patiënten worden besproken. De meeste patiënten die worden verwezen voor bestraling komen uit dit MDO, maar ook patiënten uit andere delen van het land kunnen hiervoor worden verwezen naar het Amsterdam UMC.
Referenties
1. Dutch Pancreatic Cancer Project. Te raadplegen via https://pacap.nl/
2. Tetar SU, et al. Cancers (Basel) 2020;12:2763.
3. Keller B, et al. Front Oncol 2021;11:634830.
Drs. Raymon Heemskerk, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2021 vol 12 nummer 5