Het Europese kankerbeleid, in 2021 in Brussel gepresenteerd, is nationaal opgepakt door het Nederlands Kanker Collectief. Onafhankelijk voorzitter Ruben Wenselaar heeft de opdracht gekregen om de beweging tot een gezamenlijke kankeragenda in gang te zetten. Het feit dat het een bottom-up initiatief is, ziet hij als een belangrijk aspect om hierin tot succesvolle uitvoering te komen.
De ambitie van het Nederlands Kanker Collectief is fors: de impact van kanker op patiënten, naasten en onze samenleving verminderen. “Het is zaak prioriteiten te stellen voor de komende tien jaar”, zegt Ruben Wenselaar. “Daarbij beogen de initiatienemers - KWF Kankerbestrijding, IKNL en de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) - niet zelf de agenda te maken, maar nodigen ze alle betrokken partijen uit om dit samen te doen. De urgentie is duidelijk: een op de drie mensen krijgt kanker, daarvan is de helft jonger dan 65. In 2021 zijn 124.000 nieuwe diagnoses gesteld, dit zal in 2032 oplopen tot circa 156.000. Jaarlijks overlijden 46.000 mensen aan de gevolgen van kanker, dit zal oplopen naar 54.000 in 2032. Een derde hiervan sterft voor het 69e levensjaar. In Nederland leven 800.000 mensen die kanker hebben of hebben gehad. In 2032 zal dit bijna 1,4 miljoen zijn. Tegelijkertijd zien we een enorm oplopende druk op de zorg. Er is sprake van schaarste aan personeel en oplopende zorgkosten, met de daarmee gepaard gaande discussie over de vraag waaraan het zorggeld wel en niet moet worden uitgegeven. Voor de kankerzorg betekent dit dat we met die voorgenomen prioriteitenlijst voor de komende tien jaar willen komen op basis waarvan we mensen en middelen optimaal kunnen inzetten om de impact van kanker zo goed mogelijk te beheersen.”
Essentieel hierbij, stelt Wenselaar, is dat het niet alleen gaat om onderzoek en patiëntenzorg, maar dat het perspectief veel breder moet zijn. “Dat een op de drie mensen kanker krijgt, betekent dat we het onderwerp in maatschappelijk perspectief moeten benaderen: het leven voor kanker, de ziekte en behandeling zelf en het leven na kanker. Nu is sprake van een heel harde cesuur tussen zorg en gezondheid. We moeten heel nadrukkelijk voorbij die cesuur gaan kijken.”
Bottom-up
In de agenda gaat het ook om preventie van kanker, eerdere opsporing en betere kwaliteit van leven voor (ex-)kankerpatiënten. “Het bijzondere van deze agenda is dat de initiatiefnemers die bottom-up tot stand willen brengen”, zegt Wenselaar, “het moet dus nadrukkelijk geen beleidsdocument zijn. Maar tegelijkertijd is het wel zaak dat de overheid er een partij in is. We weten dat roken, alcohol, overgewicht en uv-straling voorspellers zijn voor veel kankersoorten. Daarop succesvol ingrijpen lukt alleen als de overheid - nadrukkelijk breder dan alleen het ministerie van VWS - dit tot de leidraad in haar gezondheidsbeleid voor de komende jaren maakt. De overheid is dus een van de partijen waar we langs zullen gaan voor de gesprekken om tot de prioriteitenlijst te komen.”
Op 1 februari 2021 was er al de motie Kuik c.s. om onder andere samen met KWF Kankerbestrijding een gezamenlijk nationaal actieplan kanker op te stellen. “Op grond daarvan kun je zeggen: we hebben de politiek mee”, zegt Wenselaar. “Ik heb begrepen dat ook de toelichting van de initiatiefnemers voor de vaste Kamercommissie van 21 april jongsleden in goede aarde gevallen is.”
Heeft het onderwerp ‘eerdere opsporing’ betrekking op uitbreiding van bevolkingsonderzoek, bijvoorbeeld met longkankerscreening waarover veel discussie bestaat? “Dat kan inderdaad een van de opbrengsten zijn van de gesprekken die we de komende maanden gaan voeren”, zegt Wenselaar. “Ook hier geldt: het ligt aan wat de betrokken partijen ervan vinden. De kracht van de agenda moet immers niet zijn dat wij zeggen dat het moet, maar dat in gezamenlijkheid wordt besloten dat het zinvol is. Uit die gesprekken kan ook komen dat de beschikbare middelen deels anders moeten worden besteed. De incidentie van kanker neemt toe, maar de vraag is reëel of naast behandeling niet ook juist meer geld moet naar het voorkómen van kanker of voor palliatieve zorg. Dus niet alleen maar de infrastructuur versterken voor effectieve behandeling.”
Voorbij gevestigde belangen
Wenselaar zegt te beseffen dat de uitkomst van het proces om tot een prioriteitenlijst te komen ook kan betekenen dat betrokken partijen hun eigen prioriteitenlijst moeten aanpassen. “We hebben natuurlijk met gevestigde belangen te maken”, zegt hij, “ook als het gaat om concentratie van zorg, wat in de oncologie natuurlijk een belangrijk onderwerp is. Toch ben ik ervan overtuigd dat alle partijen gezamenlijk iets te winnen hebben door voorbij het eigen belang te kijken. In dat licht vind ik het ook goed dat de initiatiefnemers hebben gekozen voor een onafhankelijke voorzitter. Mijn rol zal vooral zijn helder te krijgen bij de stakeholders of zij het inderdaad als het doel zien de hele keten te beschouwen, en of ze in het verlengde daarvan ook in het maatschappelijk belang bereid zijn een bijdrage te leveren die hun eigen domein overstijgt. Die vraag moet ik voortdurend blijven spiegelen in de gesprekken, ik kan het niet afdwingen. Het lukt alleen als er draagvlak is bij de ziekenhuizen en de wetenschappelijke verenigingen. Maar ik denk dat het urgentiebesef er is. De druk op de kankerzorg is zo groot dat we keuzes móeten maken. Laten we dit dan proactief doen, dan houden we het beheersbaar.”
Bewustwording
Is de samenleving al voldoende doordrongen van die druk? Wenselaar vraagt dit zich af. “Het zou mij zeker niet verbazen als uit de gesprekken in de komende maanden komt dat hierover meer bewustwording moet worden gecreëerd in de samenleving”, zegt hij. “Maar er moet dan wel draagvlak voor zijn om dit te doen, en er moet dan ook een antwoord komen op de vraag hoe. Als ik alleen al kijk naar de eindeloze discussie over de suikertax, is duidelijk hoe complex het is. Het Radboudumc in Nijmegen en KWF Kankerbestrijding schenken geen alcohol meer bij sociale gelegenheden. Dat is een begin, maar tegelijkertijd zien we rondom sport nog heel veel aandacht voor alcohol. Dit bespreekbaar maken leidt tot een moeilijke maatschappelijke discussie, maar het is zaak die toch niet uit de weg te gaan.”
Betekent dit dat de samenleving ook moet worden betrokken bij het opstellen van de prioriteitenlijst waartoe het Nederlandse Kanker Collectief wil komen? “We moeten tot een agenda komen die op een breed draagvlak kan rekenen”, zegt Wenselaar. “Het punt hierbij is wel dat patiënten een goede vertegenwoordiging hebben, maar dat het nu juist zaak is - zoals ik eerder aangaf - om ook naar de niet-patiënten te kijken. Burgerberaden kunnen daarvoor een belangrijke rol spelen. Of dit lukt? Het is een van de puzzelstukjes die we de komende maanden in elkaar moeten zien te passen. Op 17 november staat een kick-off gepland. Dan moeten de contouren voor de aanpak om tot prioriteiten te komen helder zijn.”
Drs. Frank van Wijck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2022 vol 13 nummer 5
Het Nederlands Kanker Collectief is een gezamenlijk initiatief van Integraal Kankercentrum Nederland, KWF Kankerbestrijding, en de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties. Het is een uitnodiging aan alle belanghebbenden om krachten te bundelen en samen te werken aan een Nederlandse kankeragenda gericht op het leven voor, met en na kanker, die aansluiten op het Europese kankerbestrijdingsplan. De uitgangspunten: