Bij patiënten met stadium I/II, triple-negatieve borstkanker zorgt neoadjuvante behandeling met een combinatie van nivolumab en chemotherapie voor hoge percentage pathologisch complete respons. Een lead-in van twee weken nivolumabmonotherapie bood daarbij geen extra voordeel, bleek uit de presentatie van dr. Nicholas Zdenkowski (Newcastle, Australië) tijdens de late breaking abstracts-sessie van het SABCS 2023.
Neoadjuvante therapie met een combinatie van immuno- en chemotherapie vormt de standaardbehandeling voor patiënten met stadium II/III, triple-negatieve borstkanker (TNBC). Een korte lead-in met immunotherapie voordat de chemotherapie werd toegevoegd resulteerde in hogere percentages pathologisch complete respons (pCR) in de GeparNuevo-studie.1 “Een pCR is geassocieerd met een goede prognose en zou de-escalatie van chemotherapie mogelijk kunnen maken”, aldus Nicholas Zdenkowski.
Fase 2-studie
Hij presenteerde de eerste resultaten van een gerandomiseerde fase 2-studie waarin patiënten met stadium I/II-TNBC neoadjuvante chemo-immunotherapie (nivolumab, carboplatine, paclitaxel) kregen, al dan niet voorafgegaan door twee weken nivolumabmonotherapie.2
In totaal werden 108 patiënten gerandomiseerd tussen twee weken nivolumab gevolgd door vier cycli (twaalf weken) chemo-immunotherapie (arm A) of eerst vier cycli chemo-immunotherapie gevolgd door een lead-out van twee weken nivolumab (arm B). Daarna volgde alleen een operatie en geen adjuvante behandeling. Eventuele adjuvante chemotherapie was ter beoordeling van de onderzoeker. Ongeveer 35% van de patiënten had stadium I, ongeveer een derde had ≥30% tumorinfiltrerende lymfocyten (TIL’s) en iets minder dan de helft had tumoren die positief waren voor PD-L1 (≥1% SP-142).
Hoge pCR-percentages
Het pCR-percentage was meer dan 50% in de gehele groep, en was in beide armen vergelijkbaar (50,9% versus 54,5% in respectievelijk arm A en B). “De pCR-percentages van meer dan 50% ondersteunen het gebruik van twaalf weken neoadjuvante, niet-antracyclinebevattende chemotherapie gecombineerd met nivolumab voor stadium I/II-TNBC”, zei Zdenkowski. “Er was geen bewijs voor een pCR-voordeel met een lead-in van nivolumab.”
Patiënten met hoge aantallen TIL’s hadden een hoger pCR-percentage dan patiënten met lage aantallen TIL’s (67% versus 46%; OR 2,47). Ook patiënten met tumoren positief voor PD-L1 hadden vaker een pCR dan patiënten met PD-L1-negatieve tumoren (71% versus 33% bij PD-L1-negatieve tumoren).
Zdenkowski: “Patiënten met immuunverrijkte tumoren, geïdentificeerd door hoge aantallen TIL’s of PD-L1-positiviteit, hadden hoge pCR-percentages met maar twaalf weken behandeling. De behandeling werd goed verdragen, er waren geen nieuwe veiligheidssignalen. De resultaten van de gebeurtenisvrije overleving en translationeel onderzoek zullen later gepresenteerd worden.”
Referenties
1. Loibl S, et al. Ann Oncol 2019;30:1279-88.
2. Zdenkowski N, et al. SABCS 2023 ; abstr LB01-03.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist