Een adjuvante behandeling met ribociclib plus een niet-steroïde aromataseremmer geeft een statistisch significant betere invasieve-ziektevrije overleving dan alleen letrozol of anastrozol bij patiënten met HR+/HER2-, vroege borstkanker. Dit blijkt uit de finale analyse van de NATALEE-studie, die dr. Gabriel Hortobagyi (Houston, Verenigde Staten) tijdens het SABCS 2023 presenteerde. “Het voordeel op de invasieve-ziektevrije overleving werd gezien bij patiënten met stadium II-, stadium III-, kliernegatieve en klierpositieve ziekte.”
“De gerandomiseerde, gecontroleerde NATALEE-studie is opgezet om te bepalen wat de waarde is van het toevoegen van ribociclib aan de standaard adjuvante behandeling met een niet-steroïde aromataseremmer (NSAI) bij patiënten met HR+/HER2-, vroege borstkanker”, begon Gabriel Hortobagyi. In totaal werden 5.101 patiënten gerandomiseerd naar een NSAI (letrozol of anastrozol) gedurende vijf jaar plus ribociclib (400 mg/dag, 3 weken op en 1 week af) gedurende drie jaar of alleen een NSAI gedurende vijf jaar. “We gebruikten deze lagere dosering van ribociclib om de verdraagbaarheid en de therapietrouw bij patiënten te verbeteren”, zei Hortobagyi. “Ook de duur van de behandeling werd verlengd naar drie jaar om zo irreversibele senescentie te induceren.” De primaire uitkomstmaat van de studie was de invasieve-ziektevrije overleving (iDFS). Hortobagyi presenteerde de finale iDFS-analyse, volgens protocol gepland na ongeveer 500 events, met zes maanden extra follow-up ten opzichte van de tweede interimanalyse.1
25% lager risico
Ten tijde van deze geüpdatete analyse werd 75,1% van de patiënten nog behandeld met een NSAI en was 78,3% van de patiënten gestopt met ribociclib. “42,8% van de patiënten had de drie jaar met ribociclib voltooid”, liet Hortobagyi zien. Van de patiënten die ribociclib voortijdig stopten deed meer dan de helft dit vanwege bijwerkingen. “Hierbij is het belangrijk te melden dat patiënten bij bijwerkingen de behandeling volgens protocol moesten staken of de dosis moesten reduceren, ook al waren de bijwerkingen asymptomatisch.”
Met een mediane follow-up van 33,3 maanden was het iDFS-percentage na drie jaar 90,7% met ribociclib gecombineerd met een NSAI versus 87,6% met alleen een NSAI, een absoluut voordeel van 3,1% (HR 0,749; 95% BI 0,628-0,892; p=0,0006). Het risico op invasieve ziekte werd met de toevoeging van ribociclib met 25,1% verminderd. Een vergelijkbaar voordeel van ribociclib op de iDFS na drie jaar werd gezien in de subgroepen van patiënten met stadium II-ziekte (HR 0,700; 95% BI 0,496-0,986) en stadium III-ziekte (HR 0,755; 95% BI 0,616-0,926). Het risico op invasieve ziekte was met 27,7% verminderd bij patiënten met kliernegatieve ziekte (HR 0,723; 95% BI 0,412-1,268) en met 24,1% bij patiënten met N1-N3-ziekte (HR 0,759; 95% BI 0,631-0,912).
Geen graad 4-bijwerkingen
Het absolute voordeel in afstandsziektevrije overleving (DDFS) met ribociclib plus een NSAI versus alleen letrozol of anastrozol was 2,7% na drie jaar (92,9% in de ribociclibgroep versus 90,2% in de NSAI-groep; HR 0,749; 95% BI 0,623-0,900; p=0,0010). De data voor algehele overleving waren nog immatuur. Met ribociclib in een dosering van 400 mg/dag werden in de NATALEE-studie geen bijwerkingen van graad 4 of 5 gezien. “De meest voorkomende bijwerkingen waren neutropenie en leverfunctieafwijkingen.”
Hortobagyi concludeerde dat deze geüpdatete resultaten van de NATALEE-studie het significante iDFS-voordeel van ribociclib plus een NSAI versus een NSAI alleen bij patiënten met HR+/HER2-, vroege borstkanker verder bevestigen.
Referentie
1. Hortobagyi G, et al. SABCS 2023; abstr GS03-03.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist