Patiënten met HER2-positief mammacarcinoom zonder andere activerende BluePrint-signaleringsroutes blijken meer baat te hebben bij toevoeging van pertuzumab aan trastuzumab dan patiënten met andere moleculaire subtypes. Dit blijkt uit een analyse op basis van moleculaire subtypering met BluePrint, waarvan arts-onderzoeker drs. Anna van der Voort (Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam) de resultaten op een poster presenteerde tijdens het SABCS 2021.
De toevoeging van pertuzumab aan neoadjuvant trastuzumab is geassocieerd met een significant hoger percentage pathologisch complete respons (pCR) bij patiënten met HER2-positief mammacarcinoom.1,2 De winst op de algehele overleving (OS) met pertuzumab was echter teleurstellend in deze patiëntenpopulatie.
BluePrint is een moleculaire test die op basis van de expressie van tachtig genen borsttumoren indeelt in verschillende subtypes: basaal, luminaal en HER2-positief. Een klein aantal borsttumoren vertoont de genexpressie van twee subtypes; deze worden aangeduid als duale subtypes. Uit een subgroepanalyse van de fase 3-APHINITY-studie bleek de werkzaamheid van pertuzumab groter te zijn bij patiënten met mammacarcinoom geclassificeerd als enkel HER2-positief dan bij patiënten met andere of HER2-duale subtypes.3
In de huidige studie werd de werkzaamheid van trastuzumab met en zonder pertuzumab onderzocht bij patiënten met stadium II- en III-mammacarcinoom. Hiervoor werden 822 patiënten ingedeeld op basis van BluePrint-subtypering. De uitkomstmaten waren de pCR en OS per subtype mammacarcinoom.
Betere uitkomsten
Op basis van BluePrint-subtypering van het mammacarcinoom had 85,4% van de patiënten een HER2-positief, 12,8% een luminaal en 1,8% een basaal subtype.4 In totaal werd bij 13% van de patiënten een duaal subtype gedetecteerd, waarvan een luminaal + HER2-positief type het vaakst voorkwam (10,6%). Het percentage pCR in de gehele populatie was hoger met pertuzumab plus trastuzumab (66%) dan met trastuzumab alleen (40%). Het voordeel van de toevoeging van pertuzumab werd met name gezien bij patiënten met een enkel HER2-positief subtype: 77% versus 47%. Bij patiënten met andere moleculaire subtypes was de pCR 27% met pertuzumab en 17% zonder pertuzumab.
Daarnaast was de OS significant beter bij toevoeging van pertuzumab aan trastuzumab in de gehele populatie (aHR 0,41; 95% BI 0,24-0,71). De verbetering in OS door toevoeging van pertuzumab was wederom groter bij patiënten met een enkel HER2-positief subtype (aHR 0,31; 95% BI 0,16-0,60) dan bij andere subtypes (aHR 0,64; 95% BI 0,24-1,73). Er werd echter geen statistisch significante relatie gevonden tussen de werkzaamheid van pertuzumabtoevoeging en BluePrint-subtypes. Volgens de auteurs laten deze resultaten zien dat patiënten met mammacarcinoom dat met BluePrint is geclassificeerd als een enkel HER2-positief subtype, mogelijk in aanmerking komen voor pertuzumab en de-escalatie van chemotherapie.
Referenties
1. Gianni L, et al. Lancet Oncol 2016;17:791-800.
2. Von Minckwitz G, et al. N Engl J Med 2017;377:122-31.
3. Krop I, et al. SABCS 2020; abstr PD3-01.
4. Liefaard MC, et al. SABCS 2021; poster PD15-07.
Carmen Paus, MSc, medical writer