De toevoeging van palbociclib aan hormonale therapie bij patiënten met HR-positieve, HER2-negatieve, vroege borstkanker geeft geen verbetering van de invasieve-ziektevrije overleving. Dit blijkt uit de resultaten van de fase 3-PALLAS-studie, waarvan prof. dr. Michael Gnant (Wenen, Oostenrijk) de definitieve resultaten presenteerde tijdens het SABCS 2021.
Het toevoegen van CDK4/6-remmers heeft de uitkomsten voor patiënten met gemetastaseerde, HR-positieve, HER2-negatieve borstkanker flink verbeterd. “Het lijkt dan ook logisch om na te gaan of CDK4/6-remmers ook voordeel geven in de vroege, curatieve setting”, begon Michael Gnant zijn presentatie.
In de open-label fase 3-PALLAS-studie is onderzocht of de toevoeging van palbociclib, gedurende twee jaar, aan standaard adjuvante endocriene therapie de uitkomsten van patiënten met stadium II/III, HR-positieve, HER2-negatieve borstkanker verbetert ten opzichte van alleen endocriene therapie. De primaire uitkomstmaat van de studie was de invasieve-ziektevrije overleving (iDFS). Secundaire uitkomstmaten waren de invasieve-borstkankervrije overleving, de afstandsrecidief-vrije overleving, de locoregionale recidiefvrije overleving, de algehele overleving en de veiligheid.
Negatief
In totaal werden 5.761 patiënten geïncludeerd. Gnant: “De eerder gepubliceerde resultaten van de tweede interimanalyse van de PALLAS-studie lieten al geen voordeel zien van palbociclib in de vroege setting.”1 Gnant presenteerde nu de definitieve resultaten van de studie, en besprak hierbij allereerst het veiligheidsprofiel van palbociclib.2 “Zoals verwacht was neutropenie de belangrijkste bijwerking”, zei Gnant. “Het middel werd verder over het algemeen goed verdragen in de vroege setting en we zagen geen nieuwe bijwerkingen.” Het aantal patiënten dat de behandeling moest staken, was echter hoog: 30% na één jaar en 45% na twee jaar. Dit kwam volgens Gnant door het strenge protocol rondom dosisreducties en discontinuatie. “Het relatief hoge percentage patiënten dat door dit strenge protocol niet de volledige dosis palbociclib ontving, werd gezien als mogelijke reden voor de teleurstellende resultaten van de tweede interimanalyse”, zei Gnant. “Maar met de definitieve resultaten maken we een einde aan deze mythe.”
De toevoeging van palbociclib leidde niet tot een verbetering van de iDFS ten opzichte van alleen endocriene therapie, ook niet in vooraf gespecificeerde subgroepen of de patiëntengroep die de volledige dosering palbociclib had ontvangen. De secundaire uitkomstmaten waren eveneens negatief. Deze definitieve resultaten van PALLAS-studie zijn gelijktijdig met de presentatie gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.3
Verklaring
“Waarom verschillen de resultaten van de PALLAS-studie ten opzichte van de monarchE met abemaciclib?”, vroeg Gnant. “Een verklaring is mogelijk te vinden in het gehanteerde behandelschema.” Palbociclib wordt gedurende drie weken gegeven, waarna een pauze van een week volgt. Abemaciclib wordt continu gegeven. “Of dit werkelijk de reden is voor het verschil is nog wetenschappelijke speculatie en hopelijk komt hier meer duidelijkheid over als de eerste resultaten van de NATALEE-studie met ribociclib gepresenteerd worden.”
Gnant concludeerde dat het voordeel van palbociclib in de gemetastaseerde setting niet vertaald kon worden naar een voordeel bij patiënten met stadium II/III-ziekte. “Hopelijk leidt het Trans-PALLAS translationele en klinische studieprogramma, waarvoor zeer veel tumormateriaal en bloedmonsters beschikbaar zijn, wel tot meer begrip over CDK4/6-remming”, aldus Gnant.
Referenties
1. Mayer EL, et al. Lancet 2021;22:212-22.
2. Gnant M, et al. SABCS 2021; abstr GS1-07.
3. Gnant M, et al. J Clin Oncol 2021; JCO2102554.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2022 vol 7 nummer 1