Behandeling met tesetaxel plus verminderde dosis capecitabine versus capecitabine alleen is geassocieerd met een significant verbeterde progressievrije overleving bij eerder behandelde patiënten met hormoonreceptor-positieve, HER2-negatieve, gemetastaseerde borstkanker.1 Daarnaast had de combinatiebehandeling meer bijwerkingen, maar waren deze vaak hanteerbaar. Deze resultaten van de fase 3-CONTESSA studie werden tijdens het San Antonio Breast Cancer Symposium 2020 gepresenteerd door dr. Joyce O’Shaughnessy (Dallas, Verenigde Staten).
Tesetaxel is een nieuwe taxaan die als monotherapie een veelbelovende werkzaamheid liet zien in een fase 2-studie bij patiënten met hormoonreceptor-positieve (HR+), HER2-negatieve (HER2-) borstkanker.2 “Bovendien kan tesetaxel oraal worden ingenomen en heeft het middel een lange halfwaardetijd, met name doordat het niet door P-glycoproteïne wordt uitgescheiden. Deze kenmerken resulteren in een doseringsschema van één dosis van 27 mg/m2 per drie weken”, aldus Joyce O’Shaughnessy.
Recentelijk onderzocht de gerandomiseerde fase 3-CONTESSA-studie de uitkomst van tesetaxel plus verminderde dosis capecitabine (1.650 mg/m2) versus capecitabine alleen (2.500 mg/m2) bij patiënten met HR+, HER2-, gemetastaseerde borstkanker die eerder behandeld waren met een taxaan. De primaire uitkomstmaat was de progressievrije overleving (PFS) bepaald door een onafhankelijke beoordelingscommissie (IRC). Secundaire uitkomstmaten waren onder andere het IRC-bepaalde objectieve responspercentage (ORR), ziektecontrolepercentage (DCR) en de algehele overleving (OS).
Verbeterde PFS
De eerste resultaten van CONTESSA laten zien dat beide studiearmen goed in balans waren. O’Shaughnessy: “De studie bereikte zijn primaire uitkomstmaat doordat tesetaxel plus capecitabine (n=343) geassocieerd was met een IRC-bepaalde mediane PFS van 9,8 maanden versus 6,9 maanden voor capecitabine alleen (n=342; HR 0,72; 95% BI 0,57-0,90; p=0,003). Dit PFS-voordeel met tesetaxel plus capecitabine kwam bovendien tot uiting in alle vooraf gedefinieerde subgroepen, waaronder patiënten met een ziektevrij interval van minder dan 24 maanden na (neo)adjuvante behandeling met een taxaan. Daarnaast was de combinatiebehandeling geassocieerd met een significant verbeterde IRC-bepaalde ORR (57% versus 41% met capecitabine alleen; p=0,0002) en DCR na 24 weken (67% versus 50%; p<0,0001). De OS-resultaten zijn nog immatuur. De finale OS-analyse wordt in 2022 verwacht.”
In de tesetaxelarm (n=337) waren de meest voorkomende behandelingsgerelateerde bijwerkingen van graad 3 of 4 neutropenie (32,6% graad 3 en 38,3% graad 4 versus 7,4% en 0,9% in de controlearm (n=337)), febriele neutropenie (10,4% en 2,7% versus 0,3 en 0,9%) en diarree (12,5% en 0,6% versus 8,9% en 0%).
“In de tesetaxelarm werd de dosis van tesetaxel of capecitabine gereduceerd bij respectievelijk 76% en 58% van de patiënten, beide met name wegens neutropenie. In de controlearm kwamen dosisreducties van capecitabine voor bij 61% van de patiënten, hier vooral vanwege hand-voetsyndroom. De behandeling werd wegens bijwerkingen gestopt bij 23,1% van de patiënten behandeld met tesetaxel plus capecitabine en 11,9% van de patiënten behandeld met capecitabine alleen. In de tesetaxelarm overleden zes patiënten door bijwerkingen versus drie patiënten in de controlearm. Op grond van deze resultaten heeft tesetaxel in combinatie met verminderde dosis capecitabine de potentie van een nieuwe behandelingsoptie bij patiënten met HR+, HER2-, gemetastaseerde borstkanker”, aldus O’Shaughnessy.
Referenties
1. O’Shaughnessy J, et al. SABCS 2020; abstr GS4-01.
2. Seidman AD, et al. J Clin Oncol 2018;36(suppl):1042.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer