Data van 400 patiënten met thoracale maligniteiten laten zien dat patiënten met een slechte performance status een hoger risico op mortaliteit hebben als gevolg van COVID-19. Gebruik van orale steroïden, anticoagulantia en chemotherapie zijn geassocieerd met COVID-19-geassocieerde mortaliteit. Deze data werden door Leora Horn (Nashville, Verenigde Staten) op ASCO20 Virtual gepresenteerd.1
TERAVOLT (Thoracic cancERs international coVid 19 cOLlaboraTion: Impact of cancer therapy and COVID therapy on survival) is een internationale samenwerking van inmiddels al 26 landen, die de impact van behandelingen voor kanker op het beloop en de behandeling van COVID-19 bestudeert. De database includeert patiënten met een thoracale maligniteit en bewezen COVID-19.
De onderzoekspopulatie (n=400) was primair van Europese afkomst (98%), 74% van hen werd actief behandeld voor de thoracale maligniteit, 78,3% werd in verband met de ernst van COVID-19 opgenomen in het ziekenhuis, en 8,3% werd opgenomen op een IC. In totaal herstelden er 169 patiënten van COVID-19, 141 van hen overleden, en 118 patiënten hadden nog altijd symptomen van COVID-19 ten tijde van de analyse. De mediane leeftijd was 67 jaar (spreiding 59-74) voor de herstelde groep, 70 (64-76) jaar voor de overleden patiënten en 66,5 (59-74) jaar voor patiënten met nog steeds symptomen. Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) was de meest voorkomende maligniteit (74,5-81,9%) onder de groepen, en de ECOG performance status bedroeg ³2 bij respectievelijk 2,4%, 19,3% en 7,1% van de groepen (hersteld, overleden, symptomatisch).
Er was geen verschil in het aantal lijnen therapie tussen de drie groepen, waarbij circa 27% meer dan twee lijnen had gekregen, en de meerderheid nul of één lijn therapie.
De onderzoekers identificeerden een aantal risicofactoren die geassocieerd waren met mortaliteit: leeftijd ³65 jaar, aanwezigheid van comorbiditeit, een slechtere performance status (ECOG >1), gebruik van >10 mg systemische corticosteroïden, gebruik van antistolling en chemotherapie voorafgaand aan COVID-19. Patiënten met doelgerichte therapie of immunotherapie hadden geen verhoogd risico op een ernstiger beloop. Er werd geen relatie gezien tussen behandelingen voor COVID-19 en de ziekte-uitkomsten.
De onderzoekers concluderen dat met deze databasestudie er meer inzicht is verkregen in de risico’s die patiënten met een thoraxmaligniteit hebben wanneer zij COVID-19 oplopen. Met name patiënten die voorafgaand aan COVID-19 orale steroïden of anticoagulantia gebruikten, of chemotherapie kregen, liepen meer risico op een ernstiger beloop en hogere mortaliteit. De onderzoekers zullen met deze database verdere analyses doen naar de perceptie van zowel patiënt als zorgverlener van de impact van COVID-19 op kankerzorg.
Referentie
1. Horn L, et al. ASCO 2020: abstr LBA111.
Dr. Judith Cohen, wetenschapsjournalist