Het nieuwe VEGFR-gerichte antilichaam ramucirumab, gegeven als tweedelijnsbehandeling in combinatie met docetaxel, verlengt de overleving van patiënten met stadium IV niet-kleincellig longcarcinoom die deelnamen aan de REVEL-studie. Tijdens het ASCO-congres rapporteerden de onderzoekers een overlevingswinst van 1,4 maanden ten opzichte van behandeling met alleen docetaxel.
Voor de tweedelijnsbehandeling van gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) is slechts een klein aantal behandelingen beschikbaar, die resulteren in een mediane totale overleving tussen de zeven en negen maanden. Toch zijn er al minstens tien jaar lang geen studies meer gedaan naar het toevoegen van een geneesmiddel aan de standaard tweedelijnsbehandeling met chemotherapie, vertelde hoofdonderzoeker dr. Maurice Perol (Léon-Bérard Cancer Centre, Lyon) aan het begin van zijn presentatie. “Het is dan ook duidelijk dat in deze setting nieuwe behandelopties nodig zijn.”
Perol en medewerkers onderzochten in de REVEL-studie of de VEGFR-remmer ramucirumab de behandelmogelijkheden in de tweede lijn kunnen uitbreiden.1,2 Ramucirumab is een humaan monoklonaal antilichaam dat bindt aan het extracellulaire deel van de VEGFR-2-receptor, dat door de EMA is goedgekeurd voor de behandeling van gevorderde maagkanker. De REVEL-studie onderzocht of een behandeling met ramucirumab (in combinatie met docetaxel) van nut kan zijn bij patiënten met gevorderd NSCLC die progressie vertonen na een eerstelijnsbehandeling.
Voor de studie werden 1.253 patiënten met plaveiselcel of niet-plaveiselcel NSCLC gerandomiseerd in twee groepen. Een groep kreeg ramucirumab plus docetaxel als tweedelijnsbehandeling, de andere groep docetaxel gecombineerd met een placebo. De patiënten werden behandeld tot progressie optrad of sprake was van onacceptabele bijwerkingen. Het primaire eindpunt van de studie was de totale overleving (OS).
10,5 versus 9,1
De behandeling met ramucirumab leidde onder meer tot een beter objectief-responspercentage, liet Perol zien. “Het objectieve responspercentage in de ramucirumabgroep was 22,9% vergeleken met 13,6% in de docetaxelgroep, en dat was sterk significant (p<0,001).” Ook de mediane progressievrije overleving was significant langer in de met ramucirumab behandelde patiënten (4,5 versus 3 maanden; p=0,0001).
Het primaire eindpunt van de studie toonde eveneens een voordeel van behandeling met ramucirumab. In de groep behandeld met ramucirumab plus docetaxel was de OS 10,5 maanden en in de docetaxelgroep 9,1 maanden (HR 0,857; p=0,235). Het effect op de overleving was in de meeste subgroepen vergelijkbaar van grootte, meldde Perol, bijvoorbeeld in de groepen gebaseerd op het geslacht, de leeftijd, respons op de eerstelijnsbehandeling en de performancestatus.”
Hoewel het aantal patiënten dat ten minste één bijwerking meldde even groot was in beide groepen (97,8% versus 96,1%), rapporteerden meer patiënten in de ramucirumabgroep bijwerking van graad 3 of hoger (78,9% versus 71,8%). Er was echter geen toename van het aantal ernstige of fatale bijwerkingen.
Positief primair eindpunt
In de REVEL-studie was het primaire eindpunt – OS – positief, concludeerde Perol, “REVEL is hiermee de eerste studie sinds een decennium die laat zien dat het toevoegen van een nieuw middel aan standaard chemotherapie de overleving verbetert na progressie op platinumhoudende chemotherapie.”
Referenties
1. Perol M, et al. J Clin Oncol 2014;32 (suppl): abstr LBA8006.
2. Garon EB, et al. Lancet. 2014 Jun 2. pii: S0140-6736(14)60845-X. doi: 10.1016/S0140-6736(14)60845-X. [Epub ahead of print]
Drs. T. van Venrooij, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2013 vol 5 nummer 4