Proactieve zorgplanning vindt vaak wel plaats, maar het gebeurt nog te weinig gestructureerd, stelt dr. Evelien Kuip, internist-oncoloog en arts Palliatieve zorg in het Radboudumc te Nijmegen. Informatie vanuit gesprekken met patiënten rond proactieve zorgplanning moet beter terug te vinden zijn. Dat vergemakkelijkt het nemen van medische beslissingen in bijvoorbeeld acute situaties. Kuip startte daarom in het Radboudumc een project om deze informatie structureel vast te leggen. Oncologieverpleegkundigen op de polikliniek hebben daarbij in hun taak als casemanager een belangrijke rol.
“Een paar jaar geleden deden we in het Radboudumc een project waarin we verpleegkundigen lieten meedraaien als casemanager bij Samen Beslissen in de Oncologie op de polikliniek. Deze rol pakte positief uit. Het bleek dat verpleegkundigen belangrijke expertise toevoegden die van grote waarde is bij het begeleiden van patiënten op de poli”, vertelt Evelien Kuip. Het leidde tot de start van een project waarin het vastleggen van afspraken rond proactieve zorgplanning in het ziekenhuis nadrukkelijker op de kaart gezet gaat worden. Verpleegkundigen van de afdeling Medische Oncologie krijgen een glansrol bij de gesprekken rond proactieve zorgplanning.
Niet structureel
Het huidige probleem is volgens Kuip niet zozeer dat gesprekken rond proactieve zorgplanning te weinig plaatsvinden, maar dat de uitkomst van die gesprekken niet structureel wordt vastgelegd. “Vaak vinden deze gesprekken min of meer vanzelf plaats, maar het draait er nu om dat de elementen uit deze gesprekken gestructureerd en vindbaar vastgelegd worden. Het belangrijkste is dat de patiënt zijn wensen en zorgen kan uiten en dat zorgverleners hiervan op de hoogte zijn. Het is fijn dat je als collega-oncoloog tijdens de dienst weet wat je collega in het patiëntendossier heeft gedocumenteerd. Als een patiënt met een acute klacht op de Spoedeisende Hulp wordt opgenomen, moet je weten of die patiënt nog naar de IC zou willen. Je moet dat direct kunnen besluiten. Daarom is het belangrijk dat op dat moment kan worden ingezien wat de wens van de patiënt is. Stel dat iemand heeft aangegeven niet meer naar de IC te willen, dan bepaalt dat je besluit. Of dat iemand niet in het ziekenhuis wil overlijden, maar thuis. Je kunt op basis van deze informatie concrete en toetsbare besluiten nemen. Dan weet je dat je als arts goed hebt gehandeld, in lijn met de wensen van de patiënt en de naasten. Verder ben je hierdoor in staat om aan hen uit te leggen waarom je tot een bepaalde medische keuze bent gekomen.”
Uitgezaaide kanker
Wanneer start het gesprek met de patiënt rond proactieve zorgplanning? “Proactieve zorgplanning komt meestal ter sprake als de patiënt met uitgezaaide kanker op de polikliniek in gesprek gaat met de oncoloog. In het project dat wij gaan doen besluit de casemanager – een verpleegkundige in ons geval – vervolgens met de oncoloog of proactieve zorgplanning ingezet gaat worden. Daarna gaat de casemanager in gesprek met de patiënt en diens naasten over de zorgen, wensen, behoeften en angsten die er leven met betrekking tot de laatste fase. Welke behandelingen wil een patiënt nog wel en welke niet? Wil een patiënt nog naar een IC? In een vervolggesprek bij de oncologie komen de belangrijkste punten van het gesprek met de casemanager aan de orde. In dit gesprek komen ook behandelbeperkingen aan de orde, bijvoorbeeld niet meer reanimeren als dat medisch gezien niet meer zinvol is.”
Niet nieuw
Proactieve zorgplanning agenderen binnen de oncologische palliatieve zorg is geen nieuw idee, benadrukt Kuip. “Veel ziekenhuizen zijn hiermee al bezig. Er is veel aandacht voor proactieve zorgplanning en recentelijk is er een richtlijn over verschenen (zie Kader). Wij willen proactieve zorgplanning op onze afdeling Medische Oncologie uitbreiden en hierin vooral structuur aanbrengen. En dat is wel nieuw.
We gaan dit doen door een module hiervoor te implementeren in de ziekenhuissystemen. Hier in het Radboudumc gebruiken we Epic. Ik weet dat een dergelijke module ook al is geïmplementeerd in HiX, en bijvoorbeeld wordt gebruikt in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch en het Maasstad Ziekenhuis Rotterdam. Op dit moment is de officiële module in Epic nog niet klaar. We gaan hier echter wel alvast mee aan de slag. Uiteindelijk moet het vastleggen van de informatie uit gesprekken rond proactieve zorgplanning in de module onderdeel worden van de standaardzorg die de casemanagers bieden.”
Op de kaart
Om structurele vastlegging van deze informatie te implementeren en te borgen, gaan er nu in het Radboudumc meerdere projecten van start, legt Kuip uit. “We willen dit onderwerp hiermee stevig op de kaart zetten. Als eerste gaan studenten zorgverleners en patiënten interviewen over wat er anders en beter zou kunnen rond proactieve zorgplanning. Deze pilot loopt tot eind dit jaar.
Daarnaast start er een project over proactieve zorgplanning op de afdeling, een samenwerking tussen prof. dr. Frank Bosch, internist acute geneeskunde, dr. Simône Langenberg, arts van het palliatief team, en mijzelf. In dit project willen we een filmpje maken voor patiënten. Hierin krijgen zij voorlichting over wat proactieve zorgplanning inhoudt en waarom dit belangrijk is. Dit filmpje moet eind dit jaar of begin volgend jaar gereed zijn.
Verder willen we een e-learning voor verpleegkundigen maken, zodat ook de verpleegkundigen die niet zijn betrokken als casemanager goed op de hoogte zijn van het belang van goed vastleggen van de wensen van de patiënt. Ook willen we de aandacht voor gestructureerd vastleggen van proactieve zorgplanning gaan uitbreiden naar andere afdelingen. Zo speelt dit ook een belangrijke rol op de afdeling voor acute opname. We starten vanuit oncologie en willen het project hiervandaan verder uitbreiden.”
Reguliere zorg
De slotsom is dat vastleggen van de wensen van de patiënten met betrekking tot proactieve zorgplanning in de zorgmodule heel goed past in de reguliere zorg, zegt Kuip. “De inhoud hiervan bevat allemaal elementen van wat de meeste zorgverleners van nature al doen. Het gaat vooral om een stuk bewustwording dat alles traceerbaar moet worden vastgelegd. Ook voor patiënten is het belangrijk dat ze het belang van goede vastlegging van hun wensen, zorgen, behoeften en angsten inzien. Een uitdaging hierbij is dat wij als oncologen niet hetzelfde patiëntendossier hebben als de huisarts. Het zou daarom handig zijn als informatiesystemen in de eerste en tweede lijn beter met elkaar kunnen communiceren. Tot slot wil ik nog opmerken dat het belangrijk is dat het niet blijft bij één gesprek over proactieve zorgplanning. De insteek hiervan is dat we de patiënt volgen en op de hoogte zijn en blijven van eventuele veranderingen in hun wensen, behoeften en zorgen.”
Drs. Marc de Leeuw, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2023 vol 14 nummer 6
Richtlijn Proactieve Zorgplanning biedt handvatten
Op www.palliaweb.nl staat de richtlijn Proactieve Zorgplanning, onder regiehouderschap van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Deze richtlijn bespreekt de meerwaarde van proactieve zorgplanning, wanneer dit wordt gestart en hoe dit wordt uitgevoerd. Daarnaast geeft deze richtlijn aanbevelingen voor het vastleggen van proactieve zorgplanning in het eigen dossier van de patiënt:
Aanbevelingen rondom het overdragen van informatie over proactieve zorgplanning: