PET/CT wordt in toenemende mate gebruikt voor de diagnostiek en follow-up bij kanker. Tegelijkertijd is er volop aandacht voor de ontwikkeling van nieuwe PET/CT-tracers en -systemen met een betere kwaliteit. Het Amsterdam UMC krijgt binnenkort als vijfde binnen Europa de beschikbaarheid over een total-body PET/CT-scanner, die door zijn hogere gevoeligheid en groter axiaal gezichtsveld tal van nieuwe mogelijkheden biedt voor wetenschappelijk en klinisch onderzoek. Nucleair geneeskundige prof. dr. Emile Comans en klinisch fysicus prof. dr. Ronald Boellaard (beiden Amsterdam UMC) vertellen over de toepassingen van PET/CT bij kanker en het potentieel van de nieuwe scanner.
PET en CT zijn complementaire beeldvormende technieken die voor lange tijd afzonderlijk gebruikt werden binnen de oncologische diagnostiek. Hoewel PET met een hoge sensitiviteit tumoren in beeld kan brengen, is het een uitdaging om de tumor nauwkeurig te lokaliseren en diep gelegen, kleine afwijkingen te visualiseren. Binnen de oncologische diagnostiek wordt gewoonlijk dan ook gebruikgemaakt van PET/CT-scanners. Deze scanners combineren, afhankelijk van het type radioactieve tracer, informatie over biologische processen met anatomische informatie.
De meest toegepaste PET-tracer is fluor-18-gelabelde deoxyglucose (FDG), een radioactief analoog van glucose waarmee het glucosemetabolisme van weefsels in beeld gebracht wordt. Omdat het metabolisme in tumorcellen vaak is verhoogd, is FDG-PET een sensitieve methode om kankerlaesies en metastasen op te sporen. Aangezien FDG ook door andere metabool actieve weefsels wordt opgenomen, is het volgens Emile Comans belangrijk om de resultaten van FDG-PET/CT-scans te relateren aan klinische informatie, zoals de symptomen van de patiënt. “Hoewel de specificiteit van FDG-PET/CT voor de detectie van tumoren hoger is dan van andere beeldvormende modaliteiten, is het vaak moeilijk om bijvoorbeeld een infectie of ontsteking te onderscheiden van een tumor. Bovendien zijn er ook tumoren die weinig metabool actief zijn en FDG slechts in beperkte mate of in het geheel niet opnemen.”
Andere veelgebruikte PET-tracers zijn PSMA in de diagnostiek van prostaatkanker en somatostatine bij neuro-endocriene tumoren. Daarnaast is er veel onderzoek naar nieuwe PET-tracers om verscheidene facetten van de tumorbiologie in kaart te brengen, zoals de perfusie, expressie van receptoren of aanwezigheid van fibroblasten in de tumor.
De meest gebruikte radionucliden om PET-tracers te labelen zijn fluor-18, koolstof-11, gallium-68 en zirkonium-89. Comans: “Fluor-18 wordt het meest gebruikt vanwege de gunstige halfwaardetijd van ongeveer twee uur, wat de distributie naar andere centra mogelijk maakt. Zirkonium-89 is met een halfwaardetijd van enkele dagen met name geschikt om middelen met PET te volgen die langer in het lichaam verblijven, zoals therapeutische antilichamen. Een nadeel van radioactief gelabelde antilichamen is dat ze door hun relatief grote formaat minder goed in de tumor doordringen en de lokale accumulatie onvolledig is.”
Klinische toepassing
De superieure sensitiviteit en specificiteit van PET/CT ten opzichte van conventionele beeldvormende onderzoeken heeft ervoor gezorgd dat de modaliteit veel wordt toegepast in Nederlandse ziekenhuizen. Comans: “PET/CT is geschikt voor patiënten bij wie de resultaten van de scans mogelijk het behandelbeleid veranderen. Met de toename van het aantal curatieve behandelingen, heeft ook de toepassing van PET/CT een vlucht genomen. Het wordt momenteel gebruikt bij diverse typen solide tumoren en (oligo)metastasen waarvoor een in opzet curatieve behandeling voorhanden is.”
De waarde van PET/CT is met name aangetoond bij patiënten met longkanker, bij wie de ziekte vaak uitgebreider is dan de resultaten van conventionele beeldvormingstechnieken doen vermoeden. Uit een gerandomiseerde studie bleek dat het toevoegen van PET aan de conventionele diagnostiek, onnodige chirurgische interventies voorkomt bij één op de vijf patiënten met een vermoeden op niet-kleincellig longcarcinoom.1 “Met PET/CT kunnen lymfeklieren in het mediastinum bij longkankerpatiënten beter in beeld worden gebracht, zodat eventuele metastasen worden gedetecteerd”, vertelt Comans.
Naast longkanker is PET/CT ook van grote waarde gebleken bij patiënten met een hooggradig lymfoom, waarvoor de behandelopties aanzienlijk zijn verbeterd in de afgelopen jaren. Volgens de huidige internationale richtlijnen is PET/CT de aanbevolen techniek bij stadiëring van lymfomen en het vaststellen van de behandelrespons.2 Comans: “Bij lymfoom blijven er ondanks curatie vaak verschillende anatomische afwijkingen bestaan en is het lastig te bepalen of en waar men een weefselbiopt moet nemen om genezing van de patiënt vast te stellen. PET/CT biedt de mogelijkheid om te verifiëren of er daadwerkelijk curatie is na de behandeling.”
Total-body PET/CT-scanner
Als vijfde ziekenhuis in Europa en tweede in Nederland zal het Amsterdam UMC binnenkort een total-body PET/CT-scanner in gebruik nemen. Deze scanner biedt tal van nieuwe mogelijkheden voor wetenschappelijke en klinische doeleinden.
Ronald Boellaard: “De total-body PET/CT-scanner heeft een axiaal gezichtsveld van 106 cm, waardoor alle vitale organen in één keer worden afgebeeld en metastasen in een relatief kortere tijd worden opgespoord. Bovendien heeft de nieuwe scanner een hogere gevoeligheid, waardoor er minder radioactieve stof nodig is en de patiënt een lagere stralingsbelasting heeft. Dit biedt tevens de mogelijkheid om vaker te scannen en onderzoek te doen naar de distributie van immuuncellen of medicijnen door deze te labelen met zirkonium-89 en over langere tijd te volgen. Door een beter inzicht in de biodistributie van medicijnen kunnen we in de toekomst mogelijk beter voorspellen welke patiënten baat hebben bij een bepaalde therapie. Daarnaast is de scanner door de lagere stralingsbelasting mogelijk inzetbaar voor screening van mensen met een hoog risico op kanker. In de komende jaren zal onderzoek uitwijzen voor welke klinische toepassingen de scanner geschikt en kosteneffectief is.”
Aangezien de total-body PET/CT-scanner nieuwe inzichten kan bieden in zowel oncologische als neurologische vraagstukken, zal het systeem ook worden ingezet voor onderzoeksvragen van het Amsterdam Oncology and Neuroscience Research (ADORE)-centrum. “De nieuwe scanner is naast het gebruik voor kankeronderzoek ook geschikt om bijvoorbeeld interacties tussen de hersenen en andere delen in het lichaam te bestuderen”, vertelt Boellaard. Volgens Comans en Boellaard heeft de nieuwe PET/CT-scanner weinig nadelen. Boellaard: “Een praktisch nadeel is dat er door de grootte van de scanner voorzieningen nodig zijn om de patiënt visueel te kunnen monitoren of om bijvoorbeeld tijdens het onderzoek bloed af te nemen. Verder is de scanner duurder dan de conventionele scanner.”
Comans vult aan: “Mogelijk zijn we genoodzaakt om de manier waarop we naar PET/CT-scans kijken te herzien. Door de hogere gevoeligheid gaan we ook andere structuren die metabool actief zijn, zoals kleine lymfeklieren, detecteren. We moeten ons goed realiseren dat die niet altijd te maken hebben met de ziekte. Voor de komende jaren zal het belangrijk zijn om samen te werken met centra die de total-body PET/CT-scanner gebruiken en onze kennis te delen met specialisten die de scans aanvragen.”
Referenties
1. Van Tinteren H, et al. Lancet 2002;359:1388-93.
2. Barrington SF, et al. J Clin Oncol 2014;32:3048-58.
Carmen Paus, MSc, medical writer
Oncologie Up-to-date 2022 vol 13 nummer 1