Behandeling met nivolumab resulteerde in een overlevingswinst van bijna drie maanden vergeleken met docetaxel bij patiënten met gevorderd niet-squameus, niet-kleincellig longcarcinoom. Vooral patiënten met hoge PD-L1-expressie profiteerden van behandeling met de PD-1-remmer nivolumab. Dat bleek uit de fase 3 CheckMate 057-studie, meldde dr. Luis Paz-Ares (Hospital Universitario Virgen Del Rocío, Sevilla, Spanje) tijdens het jaarlijkse ASCO-congres in Chicago.
Met 1,8 miljoen nieuwe patiënten per jaar is longkanker de meest voorkomende kankersoort ter wereld, en oorzaak nummer één van alle aan kanker gerelateerde sterfgevallen, vertelde Paz-Ares. Niet-squameus, niet-kleincellig longcarcinoom (non-SQ NSCLC) is de meest voorkomende vorm. Bij progressie na behandeling met platinumbevattende chemotherapie blijven voor deze patiënten weinig opties over. Behandeling met docetaxel in de tweede lijn leidt slechts bij 9-14% van de patiënten tot een respons, bij een gemiddelde overleving van acht tot tien maanden. Nivolumab, remmer van het PD-1-immuuncheckpoint, vertoonde klinische activiteit in verschillende typen NSCLC, en verkreeg goedkeuring van de FDA voor de behandeling van gevorderd squameus NSCLC.
Langere overleving
Paz-Ares en collega’s ontwierpen een gerandomiseerde fase 3-studie om de effectiviteit en veiligheid van nivolumab te vergelijken met die van docetaxel.1 De studie includeerde 582 patiënten met gevorderd non-SQ NSCLC die voorafgaand platinumbevattende chemotherapie ontvingen. Expressie van PD-L1, een membraangebonden ligand van de receptor PD-1, vormde geen selectiecriterium. Na randomisatie ontvingen de patiënten nivolumab (3 mg/kg tweewekelijks; n=292) of docetaxel (75 mg/m2 driewekelijks; n=290).
Totale overleving (OS) vormde het primaire eindpunt van de studie. Behandeling met nivolumab resulteerde in een éénjaars OS van 51% vergeleken met 39% in de docetaxelgroep (HR=0,73; 95%BI 0,59-0,89; p=0,0016). De mediane OS nam toe van 9,4 maanden met docetaxel naar 12,2 maanden met nivolumab. Patiënten behandeld met nivolumab vertoonden ook vaker een objectieve respons (19% versus 12% met docetaxel), en een langere responsduur (17,2 versus 5,6 maanden).
Voorspellende factor
Het niveau van PD-L1-expressie, gemeten voorafgaand aan de behandeling, bleek te kunnen voorspellen welke patiënten profiteren van nivolumab. Bij patiënten bij wie PD-L1 tot expressie kwam in ten minste 10% van de cellen resulteerde behandeling met nivolumab in een mediane OS van 19,4 maanden, vergeleken met 8,0 maanden voor docetaxel. Patiënten met lage of niet detecteerbare PD-L1-expressie hadden geen voordeel bij de behandeling met de PD-1-remmer.
Nivolumab werd goed verdragen. Graad 3- tot 4-bijwerkingen kwamen voor bij 10% van de patiënten behandeld met nivolumab, vergeleken met 54% in de docetaxelarm. Met nivolumab waren bijwerkingen voor 5% van de patiënten reden om te stoppen met de studie, terwijl dit met docetaxel 15% was.
“Nivolumab is de eerste PD-1-remmer die de OS significant verbetert ten opzichte van docetaxel bij vooraf behandelde patiënten met gevorderd non-SQ NSCLC”, concludeerde Paz-Ares. “Belangrijk was dat PD-L1 een duidelijk voorspellende factor bleek te zijn voor het profiteren van nivolumab.”
Referentie
1. Paz-Ares L, et al. J Clin Oncol 2015;33 (suppl); abstr LBA109.
Dr. A. Danen, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2015 vol 6 nummer 4