Kinderen met kanker die protonentherapie nodig hebben, kunnen binnen afzienbare tijd terecht in het gloednieuwe protonencentrum van het UMC Groningen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt met het Prinses Máxima Centrum te Utrecht, dat zich helemaal toelegt op de zorg voor deze kinderen. “Met protonentherapie kunnen zij veel preciezer bestraald worden, waardoor zij minder risico lopen voor de gevolgen die een bestraling in hun latere leven kan hebben”, legt de Groningse radiotherapeut prof. dr. Hans Langendijk uit.
Jaarlijks krijgen ongeveer 600 kinderen de diagnose kanker. Doorgaans worden ze behandeld met chirurgie, chemo- of radiotherapie. Bestraling bij kinderen geeft een groot risico op nadelige effecten later in het leven. “Dat komt doordat de gezonde cellen van kinderen in de groei extra gevoelig zijn voor bestraling met fotonen, veel meer dan volwassenen, en ze ondervinden daar soms levenslang de gevolgen van”, zegt Hans Langendijk, die zich al jaren inzet voor de introductie van deze nieuwe bestralingsvorm.
Hoewel de precisie van radiotherapie enorm is toegenomen, is het onvermijdelijk dat ook gezond weefsel, voor en achter de tumor, een deel van de straling ontvangt. Protonentherapie berust echter op een heel ander fysisch principe. Protonenbundels kunnen zo worden afgesteld dat de bulk van hun energie precies in de tumor vrijkomt. Maar een zeer klein deel treft gezond weefsel voor de tumor, en achter de tumor gebeurt niets. Hierdoor neemt het risico op bijwerkingen aanzienlijk af, evenals mogelijke gevolgen op lange termijn, zoals schade aan het hart.
Concentratie
Alle complexe zorg voor kinderen met kanker is geconcentreerd in het Prinses Máxima Centrum te Utrecht. In het centrum werken de umc‘s en regionale ziekenhuizen samen om kinderen met kanker de best mogelijke zorg te bieden – centraal waar dat moet, dichtbij huis waar dat kan – zodat de kans op overleving voor deze kinderen verder kan stijgen. Concentratie van protonentherapie voor kinderen in één centrum is gewenst vanwege de kleine aantallen patiënten, de grote diversiteit van tumoren en de benodigde kennisontwikkeling.
Protonentherapie is echter niet mogelijk in Utrecht. Het UMC Groningen (UMCG) gaat vanaf eind 2017 als eerste ziekenhuis patiënten behandelen met protonentherapie. Als enige centrum in Nederland beschikt het ook over een vergunning voor de behandeling van kinderen. “Er komen vier centra voor protonentherapie in Nederland”, legt Langendijk uit. “Aanvankelijk zou Amsterdam het doen, maar de bouw van dat centrum is on hold gezet. Delft viel af omdat het niet aan een ziekenhuis verbonden is en in Maastricht ontbreekt een goede infrastructuur om kinderen met kanker te behandelen. In het UMCG hebben we het Beatrix Kinderziekenhuis met een grote kinderoncologische afdeling.”
Daarnaast is het zo dat het Prinses Máxima Centrum samenwerkt met zogenoemde shared-careziekenhuizen die de minder complexe onderdelen van de zorg voor kinderen met kanker voor hun rekening nemen. Het Beatrix Kinderziekenhuis is er één van en heeft ook een bijzondere samenwerking met het Prinses Máxima Centrum, niet alleen op het gebied van protonentherapie, maar ook in de zorg voor kinderen met levertumoren.
Behandeling
Langendijk verwacht dat jaarlijks tussen de zestig en tachtig kinderen voor protonentherapie in aanmerking zullen komen. De grootste groep zijn kinderen met tumoren in het centrale zenuwstelsel. Minder vaak zullen het sarcomen en lymfomen zijn.
Voor ieder kind wordt in het Prinses Máxima Centrum een individueel behandelplan gemaakt. Daarbij bekijkt een multidisciplinair team samen met de radiotherapeuten uit het UMCG of behandeling met protonen meerwaarde biedt. Als een kind zowel voor protonen- als chemotherapie in aanmerking komt, dan vinden beide behandelingen in Groningen plaats om de belasting voor het gezin zoveel mogelijk te beperken. Tijdens de behandelperiode, die gemiddeld vier tot zes weken duurt, wordt het kind en zijn of haar ouders zoveel mogelijk comfort geboden door te voorzien in een prettig verblijf en school in Groningen. Door te werken in één team en volgens dezelfde protocollen moeten kind en ouders naadloze zorg en ondersteuning ervaren van de zorgprofessionals in beide centra.
“We hebben ook afgesproken om kinderen die bestraald zijn te volgen”, voegt Langendijk toe. “We willen op zoek naar relaties tussen de bestraling en eventuele bijwerkingen daarvan, met name de relatie tussen de stralingsdosis en het risico op complicaties. De uitkomsten daarvan kunnen bijdragen aan een verdere optimalisatie van de behandeling.”
Drs. Huup Dassen, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2017 vol 8 nummer 4
[kader]
UMC Groningen start in december met protonentherapie
Na jaren van wikken en wegen gaf minister Schippers in 2013 toestemming om vier centra voor protonentherapie op te richten: in Amsterdam, Delft, Groningen en Maastricht. Korte tijd daarna waren in Groningen de eerste bouwactiviteiten zichtbaar. Die vorderden gestaag en vorig najaar kon begonnen worden met de installatie van de apparatuur. Dat leidde soms tot spectaculaire situaties: een 100 ton wegend cyclotron dat in twee delen door het dak naar binnen getakeld werd.
“De fabrikant werkt nu aan de installatie van de apparatuur”, vertelt Hans Langendijk. “Dat is in september klaar. Dan volgt nog een procedure die klinische commissioning heet, waarbij alles gereed wordt gemaakt om patiënten veilig te kunnen behandelen.”
Behalve een gebouw heeft het centrum ook mensen nodig die met de nieuwe techniek kunnen omgaan. “Het gaat om drie soorten medewerkers,” licht Langendijk toe. “Allereerst de klinisch fysici. Hiervoor hebben we vier mensen kunnen aantrekken die in het buitenland ervaring met de techniek hebben opgedaan. Bovendien wordt binnenkort een ervaren hoogleraar aangesteld. Daarnaast heb je de dokters. We hebben een grote cursus georganiseerd en er is een aantal artsen naar instituten in het buitenland gestuurd. Verder zullen mensen intern worden opgeleid en als er nog bijzondere aspecten opduiken, gaan we opnieuw naar het buitenland kijken. De derde categorie zijn de laboranten. De werving van mensen met ervaring loopt momenteel. Een aantal is al naar het buitenland geweest om er elders mee te werken. Daarnaast worden ze voor de bediening van de apparatuur opgeleid door de fabrikant.”
De verwachting is dat in Groningen in december begonnen kan worden met behandelingen. “We liggen een week voor op schema,” lacht Langendijk. “Dat zie je niet zo vaak bij dit soort grote projecten.”