Gynaecologisch oncoloog prof. dr. Frédéric Amant is onlangs benoemd tot hoogleraar aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA). In zijn oratie ‘Utopia aan de Amstel’ sprak hij de wens uit om de gynaecologische oncologie in Amsterdam te centraliseren op één plek. Die wordt nu verzorgd op twee locaties: het Antoni van Leeuwenhoek en het AMC (in samenwerking met VUmc). Sinds 1 december 2017 is Amant ook hoofd van de afdeling Gynaecologische oncologie op beide locaties.
Het verbeteren van de kwaliteit van de patiëntenzorg is een van Frédéric Amants belangrijkste motivaties voor centralisatie. “Hoe vaker een groep iets doet, hoe meer ervaring men krijgt, en hoe beter het eindresultaat zal zijn, vooral voor de patiënt. Dat geldt voor de overlevingsgraad, maar ook voor de neveneffecten van een behandeling, zoals complicaties van chirurgie. Daar zal in eerste instantie de patiënt beter bij varen.”
Een tweede belangrijk punt, vindt hij, is dat ook het onderzoek hiervan kan profiteren. “Nu is dat meer gefragmenteerd. Als je onderzoek samenbrengt, kun je efficiënter werken en misschien wel meer onderzoek doen. Het leidt tot minder kleinschalig werk, je kunt bijvoorbeeld één groot project doen in plaats van meerdere kleine projecten. Dat gaat zowel over fundamenteel als over klinisch onderzoek: als de groep groter is, zullen er meer patiënten zijn die aan een studie deel kunnen nemen en kun je sneller tot een eindresultaat komen.”
Ook op andere gebieden zijn door centralisatie voordelen te behalen. “Het onderwijs wordt nu op twee locaties gegeven, dat is niet zo efficiënt. En last but not least, de administratie van het secretariaat, mijn gependel tussen twee ziekenhuizen, dubbele vergaderingen die ik heb over personeelszaken en financiën: dat kan allemaal efficiënter.”
Meewerken
Om dit te kunnen bereiken moet Amant in eerste instantie vooral de beide huidige groepen van gynaecologisch oncologen meekrijgen. “Iedereen moet daar de meerwaarde van inzien. Het moet gedragen worden door de groep. Deze stap is gezet en alle collega’s zien de meerwaarde. De besturen vormen de volgende cruciale stap. Die moeten zeggen: wij zien dat ook, wij willen daaraan meewerken en naar een oplossing zoeken. Puur praktisch gezien is het ook niet zo evident om zomaar een hele afdeling van het ene naar het andere centrum te gaan verhuizen. Dat gaat over capaciteit: operatieruimte, polikliniekruimte, chemo- en radiotherapiemogelijkheden. De meeste ziekenhuizen, ook die van ons, werken efficiënt. Dat wil zeggen dat alle slots volgeboekt zijn, je kunt daar niet zomaar ineens veel patiënten aan toevoegen. Dus er moet voldoende capaciteit zijn, en dat is natuurlijk iets waar wij als artsen niet de regie in kunnen nemen, daar hebben wij de touwtjes niet in handen. Je hebt de besturen nodig die zich daarin kunnen vinden en mee willen denken over een oplossing.”
Voor delen van het vakgebied van de gynaecologische oncologie is er zeker ruimte, of zelfs noodzaak, voor verdere samenwerking en centralisatie binnen Nederland, denkt Amant. “Bijvoorbeeld voor bepaalde chirurgische technieken, die niet zo frequent worden uitgevoerd, kan het beter zijn om die te centraliseren. De ziekenhuizen werken apart, maar kunnen voor die specifieke operatie proberen om samen te werken.”
Onderzoek uitbouwen
Amant is al tweeënhalf jaar als staflid verbonden aan het Antoni van Leeuwenhoek. Daarnaast is hij ook hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven, België, waar hij één dag in de week werkt als hoofd van de onderzoeksgroep Gynaecologische oncologie. “Dit geeft een verrijking, in die zin dat ik wetenschappers uit Leuven kan betrekken bij het opstarten van het onderzoek in Nederland. We kunnen bij een project dat al in België loopt aan schaalvergroting doen door ook Nederland daar heel actief in te betrekken.” Als een van de eersten deed hij onderzoek naar het effect van de behandeling van kanker op zwangerschap. Amant is tevens oprichter en voorzitter van het International Network on Cancer, Infertility and Pregnancy (INCIP). Met zijn aanstelling als hoogleraar in Amsterdam wil hij dit onderzoek in Nederland gaan uitbreiden. “Bij lopend onderzoek waarbij dat meerwaarde heeft zullen we zeker aan schaalvergroting gaan doen. Anderzijds ontstaan er ook nieuwe mogelijkheden. De opdracht vanuit het bestuur was deels om met mijn ervaring hier in Amsterdam iets gelijkwaardigs op te richten als wat ik bereikt heb in Leuven.”
Met zijn onderzoeksgroep is Amant een wereldspeler op het gebied van kanker en zwangerschap. “We proberen aan te tonen wat de gevolgen zijn van kankerbehandeling op het ongeboren kind. Daarin zijn we de enige grote onderzoeksgroep in de wereld. Het is belangrijk om te proberen om een zwangerschap alleen te onderbreken als het echt nodig is. We denken dat dit in het verleden te vaak gebeurde, omdat er weinig wetenschappelijke gegevens waren. We moeten proberen om die effecten zo goed mogelijk te documenteren om patiënten en artsen goed te informeren. Tot nu toe lukt dat wel, we zien dat minder zwangerschappen afgebroken worden en meer zwangere patiënten worden behandeld. Dit onderzoek willen we ook in Nederland nog actiever uitbouwen.”
Meerdere thema’s
“Een ander deel van het onderzoek gaat over het implanteren van menselijke tumoren bij muizen, om een goed model te hebben om te kunnen kijken wat kanker drijft, en hoe we de groei kunnen stoppen in een muizenmodel. Als we dan iets gevonden hebben, is de volgende stap om dat toe te passen in de kliniek. We richten ons daarbij in het bijzonder op zeldzame tumoren, waar andere groepen minder mee bezig zijn, en waar de farmaceutische industrie minder in geïnteresseerd is.” Daarnaast zal hij bestaand en nieuw onderzoek van anderen in de groep faciliteren en stimuleren, om de groep als geheel sterker te maken. “Het hele domein is zodanig breed dat versnippering om de hoek loert. We zullen als groep moeten kijken waar we de focus gaan leggen, en daarbij kijken waar we verschil kunnen maken: waarin zijn we goed gepositioneerd, waarin hebben we de ervaring en de patiënten. Het structureren van de groep is ook een van mijn opdrachten.”
Naast kanker en zwangerschap denkt hij dat het van belang is om te kijken naar de toepassingsmogelijkheden van robotchirurgie, en daar ervaring mee op te doen. Verder wil hij aandacht besteden aan het schildwachtklieronderzoek, waarbij in het bekken niet alle, maar alleen de belangrijkste lymfklieren worden verwijderd. “We moeten ook in gaan zetten op zeldzame tumoren, niet alleen onderzoeksmatig, maar ook in de kliniek, en dan voorbereid zijn op Europese initiatieven die daar rond opgestart zullen gaan worden. Daarnaast zullen we het sparen van de vruchtbaarheid als groep onderzoeksmatig uitbouwen. Ook de opvolging van patiënten – hoe vaak, waar – en alles wat te maken heeft met vruchtbaarheid en andere aspecten van jonge vrouwen heeft de focus van de groep.”
Utopie
Amant heeft goede hoop om zijn utopie van een unilocatie in Amsterdam te kunnen verwezenlijken. “Nederland heeft daar een goede reputatie in. Neem bijvoorbeeld het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie, daar is men erin geslaagd om de kinderoncologie uit alle centra op één plaats te brengen. Ik denk dat Nederland toch wel de guts heeft om die beslissingen te nemen, als betere zorg het eindresultaat is. In die zin heb ik wel vertrouwen in de Nederlandse besturen, dat zij zich boven politieke gevoeligheden kunnen zetten. Dat geeft mij de moed en de hoop om daarin verder te gaan.”
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 2