Het belang van onderzoek bij patiënten met kanker is groot en Nederlandse onderzoekers zitten vol met goede ideeën voor nieuwe studies. Eén en één is twee, zo lijkt het, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Bij het voorbereiden, financieren en uitvoeren van klinische studies komt namelijk heel veel kijken, ook gedurende het eigenlijke onderzoek. Het Dutch Oncology Research Platform (DORP) probeert onderzoekers te ontzorgen, zodat zij zich zoveel mogelijk kunnen concentreren op de medisch-wetenschappelijke inhoud. Dr. Agnes Jager, internist-oncoloog in het Erasmus MC, Rotterdam, en voorzitter van de stuurgroep van DORP, licht toe waar het platform zich mee bezig houdt.
“Nederland blinkt uit in het doen van door onderzoekers geïnitieerde studies”, vertelt Agnes Jager. “Dat is prachtig, maar bij het opzetten, financieren en uitrollen van gerandomiseerde studies komt veel kijken. Om die reden is in 2018 het Dutch Oncology Research Platform (DORP) opgezet, met steun van KWF Kankerbestrijding.”
De initiatiefnemers van DORP zijn drie oncologische studiegroepen: de Dutch Colorectal Cancer Group (DCCG), Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland (HOVON) en de Borstkanker Onderzoek Groep (BOOG), samen met het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en het datacentrum van het Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam. Een belangrijke reden voor deze samenwerking binnen DORP is om klinisch onderzoek te vergemakkelijken, zodat sneller betere behandelingen beschikbaar komen voor mensen met kanker.
Lean werken
Onderzoekers kunnen voor alle vragen over onderzoeker-geïnitieerde, klinisch-oncologische studies bij DORP terecht. “Vaak kunnen medewerkers de vragen snel beantwoorden, soms wordt er een project voor opgezet zodat het nadien ook breder ingezet kan worden”, zegt Jager. “Bijvoorbeeld bij een vraag als: de inclusie van patiënten loopt achter, wat kan ik doen?” Als er al een goede instantie of informatiebron bestaat waar onderzoekers terecht kunnen met hun vragen of problemen, dan verwijst DORP daar graag naar door.
Het zo effectief mogelijk inzetten van de middelen vertaalt zich ook in de werkwijze van DORP. “Het kernteam is klein en wordt geleid door de directeur Jacolien Coes. We proberen de organisatie zo lean mogelijk te houden en hebben geen eigen kantoorruimte. Onze statisticus zit bijvoorbeeld fysiek bij de Nederlandse Kankerregistratie in het Antoni van Leeuwenhoek. Waar mogelijk maken we gebruik van bestaande infrastructuur.”
Projectmanagement en statistiek
DORP heeft ervoor gekozen om op vier onderwerpen te focussen. “Ten eerste het projectmanagement: hoe ga je de studie idealiter opzetten en uitrollen?”, licht Jager toe. “Jonge onderzoekers kunnen daar vaak meer begeleiding bij gebruiken. Wij kunnen ze goed op weg helpen met de door ons opgestelde roadmap, waardoor ze meer richting krijgen en belangrijke aspecten al in een vroeg stadium oppakken.”
Een tweede onderwerp is de statistiek van een onderzoek. “Hier liggen grote uitdagingen, met name doordat de klassieke, gerandomiseerde, klinische studie door kleine patiëntaantallen steeds minder ingezet kan worden. Dat heeft te maken met het uiteenvallen van de diagnose kanker in steeds meer verschillende subtypen. Er moet dus gekeken worden naar nieuwe studiedesigns. Verder zetten we webinars op met onderwerpen als deelname aan een data safety monitoring board (DSMB) of de (on)mogelijkheden bij een trials within cohorts (TwiCs)-design.”
Monitoring en patiëntbetrokkenheid
Als derde onderwerp richt DORP zich op de monitoring van de kwaliteit van studies. “Dat kan draaien om vragen als: hoe vaak laat je je studie monitoren (risk-based monitoring) en welke eisen stel je daaraan?”
Een vierde onderwerp van DORP is patiëntbetrokkenheid. “Dit is een belangrijk onderwerp waarvoor DORP patiënten en onderzoekers steeds dichter bij elkaar probeert te brengen”, vervolgt Jager. “Dat zal de kwaliteit van onderzoek verder verbeteren.”
Patiëntbetrokkenheid is bij het opzetten van studies steeds belangrijker geworden, merkt de internist-oncoloog op. “Enerzijds vanuit een wens van binnenuit - al was het alleen al omdat je door overleg met patiënten kunt voorkomen dat pas in een laat stadium blijkt dat patiënten niet willen deelnemen aan jouw studie. Anderzijds is de betrokkenheid van patiënten ook steeds vaker een eis van subsidievertrekkers. Maar hoe kom je aan een patiëntadviesgroep? Je moet daarvoor patiënten vinden die dat werk willen en kunnen doen, ze moeten ervoor geschoold worden. Wie betaalt dat en hoe borg je de kwaliteit?”
Voor vragen aangaande patiëntbetrokkenheid werkt DORP nauw samen met de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK).
Overlap voorkomen
De afgelopen twee jaar was DORP druk met het in kaart brengen van welke diensten en kennis er al zijn en welke nog ontbreken. “Het gebeurt helaas te vaak dat meerdere goede initiatieven naast elkaar ontstaan die elkaar deels overlappen. Dat is jammer en draagt niet bij aan het optimaal gebruikmaken van de investering”, vindt Jager. “DORP wil het wiel niet opnieuw uitvinden, we richten ons met name op wat er nog niet is. Daarom neemt DORP deel aan verschillende landelijke initiatieven waaronder de DCRF (Dutch Clinical Research Foundation); het Programma Regeldruk van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; ZE&GG Zorgevaluatie en Gepast Gebruik van ZonMw.”
Vervolg
De subsidie van KWF Kankerbestrijding is toegekend voor vier jaar. Wat gebeurt er daarna? Is de taak van DORP dan volbracht? “We hebben al veel bereikt, maar we zullen nog niet alles opgelost hebben en er komen ook steeds nieuwe uitdagingen bij”, antwoordt Jager. “Een goed voorbeeld is de European Clinical Trial Regulation (ECTR), nieuwe wetgeving waar onderzoekers nog weinig vanaf weten, maar die grote consequenties kan hebben en al heel snel zal intreden.”
Zicht op vervolgfinanciering voor DORP is er echter nog niet. “Daar gaan we ons de komende twee jaar op richten: in welke vorm willen en kunnen we doorgaan? Daarnaast zullen we de komende jaren werken aan onze zichtbaarheid. We zijn er voor de onderzoekers en hebben ook echt veel te bieden, maar dan moeten de onderzoekers ons wel weten te vinden. Dit is het afgelopen jaar gelukkig al heel goed gelukt. We gaan hier vol enthousiasme mee door”, besluit ze.
Dr. Diana de Veld, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2021 vol 12 nummer 3