Ruim drie jaar geleden opende het Tergooi Ziekenhuis in Hilversum ‘s werelds eerste chemotuin. Hier kunnen patiënten in de frisse buitenlucht en in een groene omgeving hun chemokuur ondergaan. Initiatiefnemer internist-oncoloog dr. Pieter van den Berg denkt al na over de volgende stap: een beweegtuin.
Helaas, momenteel is het niet goed toeven in de chemotuin van het Tergooi Ziekenhuis. En dat ligt niet alleen aan de striemende regenbuien die in sombere regelmaat over Hilversum trekken. Ook het uitzicht vanuit de tuin nodigt niet (meer) uit om plaats te nemen op de riante en comfortabele houten banken. Waar de patiënten tot voor kort uitkeken over de fraaie Gooise natuur die aan het ziekenhuis grenst, siert nu een kale, bouwrijp gemaakte vlakte het uitzicht. “De voorbereidingen voor de nieuwbouw van ons ziekenhuis”, verklaart internist-oncoloog en bedenker van de chemotuin Pieter van den Berg met enige spijt in zijn stem. “Maar zodra we in de nieuwbouw zitten, pakken we het concept van de chemotuin weer op”, benadrukt hij.
Contact met de natuur
Even terug naar het begin: wat is/was de chemotuin en hoe kwam die tot stand? Van den Berg: “Het begon toen mij in 2015 werd gevraagd mee te denken over manieren om chemotherapie te kunnen toedienen aan patiënten in een prettigere omgeving dan de gebruikelijke behandelkamers. Het voorstel om de muren van die kamers te voorzien van natuurfoto’s leek mij een beetje onzinnig. We kijken vanuit ons ziekenhuis immers uit op de natuur. Waarom dan niet met de patiënten naar buiten gaan?”
“Het toeval wilde dat wij in onder andere dit ziekenhuis juist met het project Groene, gezonde ziekenhuizen waren gestart”, vult omgevingspsycholoog dr. Karin Tanja-Dijkstra, destijds verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en inmiddels werkzaam bij de Saxion Hogeschool, aan. “Centraal daarin staat de vraag in hoeverre je ‘groen’ kunt gebruiken om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. De inrichting van ziekenhuizen is - om begrijpelijke redenen - tegenwoordig helemaal afgestemd op een zo efficiënt mogelijk gebruik van de technische faciliteiten. Daarbij zijn we vergeten hoe belangrijk ook contact met de natuur is, zowel voor het welzijn van de patiënt als dat van de zorgverlener.”
Van den Berg: “Als gevolg van deze samenwerking konden we bij het uitwerken van het idee van de chemotuin, die nog nergens ter wereld bleek te bestaan, niet alleen gebruikmaken van de kennis van de professionals op het gebied van healing environment, maar hen ook inschakelen om wetenschappelijk onderzoek te verrichten naar de meerwaarde van zo’n chemotuin.”
Enthousiasme
Vooral nadat architect Bart van der Salm zijn ontwerp had getoond - een open, half cirkelvormig, houten paviljoen met een glazen dak en voorzien van comfortabele houten banken, dat enigszins doet denken aan een strandpaviljoen - was het enthousiasme voor de chemotuin groot, herinnert Van den Berg zich. “Echter, voor de financiële kant van de zaak moesten we op zoek naar sponsoring door particulieren, aangezien er geen reguliere ‘potjes’ bestaan voor dergelijke ideeën.” Met onder andere steun door de Stichting Vrienden van Tergooi werd het benodigde bedrag - de bouw en inrichting van de chemotuin kostte ongeveer 200.000 euro - al in enkele maanden bijeengebracht en kon D66-Tweede Kamerlid Pia Dijkstra de tuin op 22 juni 2015 officieel openen.
“In principe kunnen alle patiënten die chemotherapie ondergaan ervoor kiezen om buiten te gaan zitten”, legt Van den Berg de procedure uit. “Het infuus wordt in de behandelkamer binnen ingebracht, waarna de patiënt met het infuus naar buiten loopt en ergens plaats neemt in de tuin. Daarbij geldt wel dat patiënten bij hun eerste kuur voor de zekerheid binnen moeten blijven. Mocht er eventueel een ernstige reactie optreden, dan is het binnen gemakkelijker om snel en adequaat in te grijpen.”
Inpassen in de routine
Terugkijkend op inmiddels ruim drie jaar ervaring met de chemotuin constateert Van den Berg dat er minder patiënten gebruikmaken van de tuin dan hij vooraf gedacht en gehoopt had. “Daarbij spelen diverse zaken een rol. Om te beginnen is het voor de patiënten iets heel nieuws. Het lijkt erop dat zij moeten wennen aan het idee dat zo’n behandeling buiten veilig kan plaatsvinden. Daarnaast hebben we ons verkeken op het feit dat de behandeling in de chemotuin ook van de verpleegkundigen aanpassingen vergt. Zij moeten bijvoorbeeld verder lopen, aangezien de tuin niet direct tegen het gebouw aanligt. Dat kost op een hele werkdag bij elkaar toch weer extra tijd, terwijl de werkdruk van de verpleegkundigen al behoorlijk hoog is. In de nieuwbouw zal dat overigens anders zijn. Daar krijgen we een groen dakterras ter beschikking dat direct aan de afdeling grenst. We hebben hiervan geleerd dat een chemotuin ook goed moet worden ingepast in de routine van het oncologische zorgproces.”
Meer privacy
Het ietwat tegenvallende gebruik van de chemotuin betekent overigens niet dat de patiënten er niets in zien, stelt Tanja-Dijkstra. “Uit ons eerste onderzoek - op basis van vragenlijsten onder 126 patiënten - blijkt dat bijna alle patiënten, 90%, positief staan tegenover de mogelijkheid gebruik te maken van de chemotuin”, zegt ze. “Bijna de helft, 45%, gaf aan dit ook te doen als het mogelijk is, terwijl ongeveer een kwart aangaf bij voorkeur binnen behandeld te worden. Als belangrijkste redenen om de behandeling in de chemotuin te laten plaatsvinden noemden de patiënten ‘genieten van het mooie weer’, ‘frisse lucht’ en ‘de ervaring van het buiten in de natuur zijn’. Ook noemden veel patiënten de grotere mate van privacy in de tuin als reden om naar buiten te gaan. De belangrijkste reden om niet in de tuin plaats te nemen was ‘slecht weer’. De patiënten in het onderzoek die daadwerkelijk hun behandeling in de tuin hadden ondergaan - ongeveer een kwart van het totaal - meldden gemiddeld een sterker positief effect van de omgeving op hun welzijn dan de patiënten die binnen waren behandeld. De patiënten buiten beoordeelden hun behandelomgeving met een hoger rapportcijfer dan de patiënten binnen: gemiddeld 8,3 tegenover 7,4. Daarbij mogen we niet vergeten dat deze uitkomst deels beïnvloed kan zijn door zelfselectie. Patiënten die ervoor kiezen om in de chemotuin hun behandeling te ondergaan, hebben wellicht al meer affiniteit met natuur en genieten er daardoor meer van dan patiënten die hier niet voor kiezen.”
Meerwaarde onderzoeken
Met dat laatste maakt Tanja-Dijkstra duidelijk dat niet alleen het gebruik van healing environments in de gezondheidszorg nog in de kinderschoenen staat, maar ook het wetenschappelijke onderzoek naar de effecten daarvan nog volop in ontwikkeling is. “We zijn nog bezig uit te zoeken hoe je de mogelijke meerwaarde van de groene omgeving op het zorgproces en de zorguitkomst op een wetenschappelijk verantwoorde manier kunt onderzoeken. Want we willen uiteindelijk natuurlijk graag aan de hand van objectieve maatstaven iets kunnen zeggen over het effect van de healing environment. We kunnen bijvoorbeeld nagaan of de behandeling in de chemotuin van invloed is op de ervaren bijwerkingen of op het percentage patiënten dat in staat is alle kuren af te maken. Maar dan moet je wel beschikken over goed vergelijkbare patiëntengroepen die binnen of buiten zijn behandeld.”
Lichaamsbeweging
Zoals gezegd ligt de Hilversumse chemotuin er als gevolg van de nieuwbouw momenteel niet zo florissant meer bij en is het wachten - ook wat betreft het verdere onderzoek naar de effecten ervan - op de doorstart in de nieuwbouw. Intussen heeft Van den Berg echter al ideeën ontwikkeld (en geld verzameld) voor een volgende stap: het opzetten van een ‘beweegtuin’ bij het Tergooi Ziekenhuis.
Van den Berg: “Patiënten komen vaak een hele of halve dag naar het ziekenhuis, waar zij een groot deel van de tijd zitten te wachten totdat ze aan de beurt zijn voor een onderzoek of gesprek met een zorgverlener. Je kunt de mensen al die tijd in het restaurant of de wachtkamer laten zitten, maar je zou ze ook kunnen aansporen om die tijd te benutten wat aan lichaamsbeweging te doen. Immers, voor iedereen en met name voor zieke mensen is het heel belangrijk te zorgen voor voldoende lichaamsbeweging. Ik wil graag iets opzetten waardoor mensen in het ziekenhuis, ook het personeel overigens, gemakkelijk wat aan lichaamsbeweging kunnen doen. Het liefst natuurlijk buiten, in het groen rondom het ziekenhuis.”
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2019 vol 10 nummer 3