Oncode Institute zet zich in om fundamentele inzichten over kanker zo efficiënt mogelijk te vertalen naar betere zorg voor de patiënt. Een goede samenwerking tussen clinici en fundamenteel onderzoekers is daarbij essentieel. Ook een gedegen begeleiding van experts die weten hoe een vinding het beste geëxploiteerd kan worden, is onmisbaar. Prof. dr. Geert Kops, wetenschappelijk directeur van Oncode Institute en groepsleider aan het Hubrecht Instituut te Utrecht, en prof. dr. Henk Verheul, voorzitter van de Clinical Advisory Board en internist-oncoloog in het Radboudumc te Nijmegen, vertellen over de aanpak van Oncode.
“Zorgen dat patiënten met kanker zo snel mogelijk baat hebben bij relevante vondsten in het laboratorium: dat is de missie van Oncode”, begint Geert Kops.1 “Daarom beoordelen we alle vindingen die uit onze onderzoeksgroepen naar voren komen zo snel mogelijk op potentieel gebruik in de kliniek. Heeft een vondst potentie, dan brengen we dat zo snel en efficiënt mogelijk richting een toepassing.”
Het instituut heeft geen eigen laboratoria: Oncode-onderzoekers zijn medewerkers van de instituten die deelnemen aan Oncode. Deze instituten hebben Oncode het mandaat gegeven om het intellectuele eigendom uit te baten. De kennis blijft wel eigendom van de instituten.
Onderzoeksthema’s
De onderzoekerspool van Oncode bestaat momenteel uit medewerkers van eenenzestig onderzoeksgroepen in twaalf instituten. Het onderzoek focust op zes thema’s: ontwikkeling van nieuwe technologieën; kritische factoren voor tumorgroei en resistentie; cellulaire mechanismen die belangrijk zijn voor celproliferatie, celdifferentiatie en metastase; oorzaken en gevolgen van genetische instabiliteit; identificatie van geneesmiddelencombinaties en biomarkers voor behandeling op maat; mobilisatie van het immuunsysteem. “We bestrijken daar niet alle aspecten van oncologisch onderzoek mee”, zegt Kops. “Dat is niet haalbaar. Er moet wel genoeg diversiteit zijn, zodat nieuwe dwarsverbanden gelegd kunnen worden. Het is een uitdaging om daar een balans in te vinden. Bij de laatste uitbreiding zijn meer onderzoeksgroepen die aan immuno-oncologie werken gerekruteerd, omdat dat onderzoek onderbelicht was.”
Klinische vraagstukken en basaal onderzoek
Een deel van de onderzoeksvragen waar binnen Oncode aan wordt gewerkt, komt vanuit de kliniek. Kops: “Dat betreft klinische vraagstukken die niet zonder onderzoek zijn op te lossen, bijvoorbeeld waarom een deel van de patiënten op een bepaalde therapie reageert en een ander deel niet, of waarom resistentie optreedt. Daarnaast is geld beschikbaar voor basaal onderzoek waar onderzoekers tegenwoordig niet zo makkelijk financiering voor krijgen. Bijvoorbeeld onderzoek naar de wijze waarop basale processen in de cel precies werken of een cel ontspoort tot kankercel. Er zijn ook groepen die alleen aan verbetering of ontwikkeling van technologieën werken, zoals imaging van celprocessen. We geven onderzoekers veel vrijheid om fundamenteel onderzoek te doen, omdat de geschiedenis heeft geleerd dat grote nieuwe doorbraken voor kankerpatiënten uit dit type onderzoek voortkomen. Bij klinische onderzoeksvragen ligt de focus al op een bepaald aspect, wat de kans op een geheel nieuwe vondst verkleint.”
Kops vindt zelf de combinatie van nieuwe technologieën en klinisch materiaal erg interessant. “Nederland heeft heel goede biobanken met allerlei patiëntmateriaal. Door de technologieën die we beheersen binnen de Oncode-community daarop los te laten, kunnen we veel leren.”
Interactie clinici en onderzoekers
Voor klinische vraagstukken is de interactie tussen fundamenteel onderzoekers en clinici essentieel. De Clinical Advisory Board van Oncode stimuleert deze interactie. Henk Verheul: “Als Clinical Advisory Board organiseren we een paar keer per jaar workshops voor clinici en onderzoekers. Dat gaat per tumortype. Clinici vertellen waar zij in de kliniek tegenaan lopen en waar behoefte aan is, zodat onderzoekers hun onderzoek daar op kunnen afstemmen. Andersom presenteren onderzoekers waar zij mee bezig zijn. Clinici denken dan mee of hier een toepassing voor is in de kliniek. Het afgelopen jaar zijn workshops over het colorectaal carcinoom en over glioblastoma georganiseerd. Voor 2020 staan in ieder geval mammacarcinoom en melanoom op de agenda.”
Oncode stimuleert ook de samenwerking tussen fundamentele onderzoekers onderling. Verheul: “We organiseren themabijeenkomsten waar onderzoekers uit verschillende Oncode-groepen bij elkaar komen. Mensen uit verschillende instituten in Nederland werken daardoor meer samen dan voorheen: ze delen faciliteiten, technieken en zelfs samples. Het mooie is dat die samenwerking niet beperkt blijft tot de Oncode-onderzoekers, maar ook interactie tussen andere mensen stimuleert. Dat is een grote winst die van tevoren niet zo duidelijk was voorzien.”
Kennisbenutting
Voor het exploiteren van vondsten uit het laboratorium is een speciaal team binnen Oncode actief: het valorisatieteam. Dit team bestaat uit experts op het gebied van technology transfer, regels rond intellectueel eigendom, en financiering en opzetten van bedrijven. “Zij ondersteunen onderzoekers om een vondst verder te brengen”, zegt Kops. “Bij een vondst die potentie heeft, weet dit team welke stappen nodig zijn om het tot klinische trials te brengen of het in een bedrijf te exploiteren. Vaak gaat het om stappen waar onderzoekers niet of nauwelijks aan denken, zoals het tijdig aanvragen van patenten. Het valorisatieteam wacht ook niet tot onderzoekers bij hen komen met een ontdekking waar mogelijk muziek in zit; zij gaan zelf naar de onderzoekers. Business developers van het team zijn regelmatig bij labmeetings aanwezig en spreken geregeld met de onderzoeksleiders. We hopen wel dat er een cultuur ontstaat waarbij alle Oncode-onderzoekers zelf hun vondsten eerst aan het valorisatieteam voorleggen alvorens ermee verder te gaan.”
Klinische trials
Van mogelijk nieuwe behandelingen die uit Oncode-onderzoek naar voren komen, moet de meerwaarde voor patiënten altijd middels klinische trials worden bewezen. De financiën en structuur om (grote) klinische trials te doen, heeft Oncode echter niet. “Voor klinische trials zullen we partnerships moeten aangaan. Daar kunnen we niet om farmaceuten heen”, zegt Kops. “Daarom is het zo belangrijk om die patenten op tijd in orde te hebben, anders is een mogelijk nieuwe behandeling voor hen niet interessant. Het is echter niet de bedoeling dat inmenging van een farmaceutisch bedrijf uiteindelijk leidt tot een duur geneesmiddel. We proberen op verschillende manieren die kosten te drukken. Bijvoorbeeld door met farmaceuten in zee te gaan die aan fair medicine doen. Wetenschappers, artsen, patiënten, farmaceuten en verzekeraars kijken dan samen hoe een nieuw medicijn zo verantwoord mogelijk op de markt kan worden gebracht, waarbij geld verdienen niet het ultieme doel is. Daarnaast doen we zelf zoveel mogelijk voorwerk. Als we bijvoorbeeld een target hebben geïdentificeerd, kunnen we zelf zoeken naar een medicijn dat het target aanpakt.”
De eerste stappen richting kliniek financiert Oncode wel. Daar speelt de Clinical Advisory Board weer een rol. Verheul: “Oncode stelt subsidie beschikbaar voor translationeel onderzoek, zoals proof-of-conceptstudies. De Clinical Advisory Board beoordeelt de voorgestelde studies samen met het research management committee en een team waarin verschillende expertises samenkomen, zoals clinical trial design, drug development en business development. Zij kijken of de studies aansluiten bij de klinische praktijk en in samenwerking met clinici zijn opgesteld, of de doelen realistisch zijn en of de uitkomsten belangrijk zijn voor patiënten. Om dat laatste goed te kunnen beoordelen zitten er twee patiënten in de Clinical Advisory Board. Clinici kunnen dus participeren in een door Oncode gesubsidieerd project. Dat kan alleen in samenwerking met een Oncode-onderzoeker zijn”, benadrukt Verheul.
Oncode gerelateerde start-ups
Het vrij jonge Oncode Institute - het bestaat nog geen twee jaar - hielp in het eerste jaar al bij het opzetten van een bedrijf: Single Cell Discoveries (SCD). Kops: “Dat was een van de allereerste successen. Met een in het Hubrecht Instituut ontwikkelde techniek is de genetische code van één individuele cel uit te lezen. Alle individuele cellen van een organisme zijn met dit zogenoemde single cell sequencing in kaart te brengen, maar ook de afzonderlijke cellen van een tumor. Zeer interessant voor kankeronderzoek dus. De techniek is zeer specialistisch en het is kostbaar om dit op te zetten. Vandaar dat andere onderzoekers liever materiaal naar het Hubrecht Instituut stuurden om te laten sequencen dan zelf een dergelijke faciliteit op te bouwen. Op een gegeven moment was een bedrijfssituatie nodig om alle aanvragen te kunnen verwerken. Oncode heeft het bedrijf helpen opstarten en een eerste geldinjectie gegeven. Nu is Single Cell Discoveries een zelfstandig servicebedrijf.”
Faam
Oncode heeft in ieder geval tot 2022 geld om zich als instituut te bewijzen. “De hoop is dat de support daarna door kan gaan”, zegt Verheul. “Daartoe wordt het instituut te zijner tijd geëvalueerd.” Aan de bekendheid van Oncode moet nog wel wat gebeuren. “Met name clinici weten niet goed dat zij onderzoek kunnen doen dat deels of geheel door Oncode wordt gesubsidieerd, zolang dat maar in samenwerking is met een Oncode-onderzoeker”, aldus Verheul.
Referentie
1. Oncode Institute. Te raadplegen via oncode.nl
Dr. Marijke van Oosten, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2019 vol 10 nummer 6