De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) is een van de leden van de Stichting Oncologische Samenwerking (SONCOS). Ziekenhuisapothekers Tjalling van der Schors en Mirjam Crul, voorzitter en bestuurslid van de NVZA, over de ambities en uitdagingen voor de ziekenhuisapothekers én de samenwerking tussen de NVZA en SONCOS.
De discontinuïteit van de farmaceutische zorg tussen de eerste en tweede lijn, het is een van de grootste knelpunten in de geneesmiddelenverstrekking aan kankerpatiënten, stelt Tjalling van der Schors, ziekenhuisapotheker in het Westfriesgasthuis in Hoorn. “Er is geen medisch specialisme waar de eerste- en tweedelijnszorg zo gescheiden zijn als de farmacie. Dat komt doordat de eerste- en tweedelijnsfinanciering van de farmacie zo anders zijn geregeld.”
Dat heeft consequenties. Zo ontbreekt het artsen en apothekers veelal aan een actueel overzicht van welke geneesmiddelen een oncologiepatiënt gebruikt. “De overdracht van informatie is bijvoorbeeld niet adequaat geregeld, of de patiënt wijkt af van wat hem is voorgeschreven. Slechts 60% van de patiënten - ook in de oncologie - is therapietrouw.”
Van der Schors is daarom blij dat de poliklinische en de klinische farmacie sinds 1 januari 2016 samen optrekken binnen de NVZA. “De discontinuïteit van zorg tussen ziekenhuis en polikliniek is daarmee weggenomen. Dat is een eerste stap. Het is nu zaak dat we ook de ziekenhuis- en openbare farmacie dichter bij elkaar brengen.”
Dat is nodig. Al was het maar omdat kankerpatiënten steeds vaker thuis behandeld worden, vertelt Mirjam Crul, ziekenhuisapotheker in het Amsterdam UMC, locatie VUmc. “Patiënten met darmkanker, longkanker of de ziekte van Kahler krijgen steeds vaker thuis chemotherapie. Veel patiënten vinden dat prettig. Ze worden liever thuis in hun vertrouwde omgeving behandeld, met de wijkverpleegkundige die hen de medicatie komt geven, dan in een anoniem ziekenhuisbed. Ik vind dat een goede ontwikkeling. Met als bijkomend voordeel dat we onze ziekenhuisbedden kunnen gebruiken voor patiënten die zo ziek zijn dat behandeling thuis uitgesloten is.”
Schadelijke interacties voorkomen
Farmacotherapeutische behandeling thuis lukt echter alleen als je daarover met elkaar - medisch specialist, ziekenhuisapotheker, openbare apotheker, huisarts, wijkverpleegkundige, en thuiszorg - goede transmurale afspraken maakt. Crul: “Dat is een complex proces. Soms zitten we met tien zorgprofessionals aan tafel om de farmaceutische overdracht van ziekenhuis naar huis goed te organiseren. Want de farmaceutische zorgverlening thuis moet wel veilig gebeuren.”
Ervoor zorgen dat patiënten optimale farmaceutische zorg krijgen, dat is het primaire doel van de NVZA. Crul: “Dat betekent onder andere dat ziekenhuisapothekers goed analyseren welke geneesmiddelen patiënten gebruiken. Zo gaan we met hen in gesprek over eventuele bijwerkingen van medicatie, en geven we advies over hoe ze deze bijwerkingen kunnen verlichten. We verminderen daarmee het risico dat patiënten voortijdig afhaken van de behandeling.”
Oncologie is veelal een ouderdomsziekte. Patiënten gebruiken bijvoorbeeld ook geneesmiddelen tegen hypertensie, hartklachten of diabetes. Crul: “Het is onze taak om schadelijke interacties tussen bijvoorbeeld chemotherapie en deze andere medicijnen bij de kankerpatiënt te onderkennen en te voorkomen. We willen de beste uitkomst van de kankertherapie. Dat mogen we niet laten verhinderen door schadelijke interacties tussen geneesmiddelen.”
Focus naar preventie en welzijn
Tegelijkertijd verleggen de ziekenhuisapothekers hun focus geleidelijk van farmaceutische patiëntenzorg naar ook preventie en welzijn van de patiënt. Van der Schors: “We kijken niet langer alleen naar wat volgens ons de beste behandeling is voor de patiënt. We willen ook weten: wat draagt bij aan diens verdere welzijn? Dat betekent dat we de wensen en keuzes van de patiënt zelf meer betrekken bij ons behandelbeleid dan enkele jaren geleden. We krijgen als ziekenhuisapothekers meer oog voor het patiëntenperspectief.”
Crul vult aan: “Stel, een patiënt zegt: ‘Ik wil liever geen chemo’. Dat komt regelmatig voor. Of patiënten kiezen naast chemotherapie voor een alternatieve behandeling, zoals marihuanathee of kurkuma. We gaan dan open in gesprek met de patiënt. Bijvoorbeeld door hen te adviseren hoe ze beide behandelingen het beste kunnen combineren. En niet elke alternatieve behandeling is in onze ogen goed. We zijn geen voorstander van een dieet dat een patiënt met kanker verzwakt. Anderzijds geeft het patiënten veelal kracht als ze het gevoel hebben dat ze zelf iets kunnen doen, dat ze niet geheel zijn overgeleverd aan de behandeling van hun arts en apotheker.”
Zeldzame tumoren
Behandelingen op maat, tailormadetherapieën, het is een van de meest opwindende ontwikkelingen in de oncologie, ook voor ziekenhuisapothekers. Crul: “We leren steeds meer over tumoren. We weten dat tumoren verschillende eiwitten tot expressie kunnen brengen, we krijgen steeds meer inzicht in de tumorgenetica. We kunnen de tumor daardoor steeds gerichter bestrijden op basis van individuele tumor- en patiëntkenmerken. Dat is een geweldige stap voorwaarts. Het is daarbij wel belangrijk dat we beter leren voorspellen welke patiënten responderen op een behandeling. Nu behandelen we soms tien patiënten met nieuwe, dure immunotherapie, en responderen er slechts twee. De andere acht hebben wel bijwerkingen, maar profiteren er verder niet van.”
Wat daarbij niet helpt, is dat de farmaceutische industrie niet erg geïnteresseerd is in deze tailormadebehandeling, constateert Van der Schors. “Zij behandelt het liefst een zo groot mogelijke groep patiënten, daar verdienen ze het meest aan.” Crul beaamt: “De meeste nieuwe kankerbehandelingen die op de markt komen, zijn gericht op de meest voorkomende tumoren, zoals borstkanker. De industrie kan daar veel van verkopen. De zeldzame tumoren worden vaak vergeten door de farmaceutische industrie.” Crul ziet daarom wel toekomst voor de ziekenhuisbereiding van geneesmiddelen voor zeldzame tumoren.
Kwaliteitsstandaard Oncologie
De NVZA hecht veel waarde aan de samenwerking van zorgprofessionals binnen SONCOS. Crul: “Iedere patiënt behoort uitmuntende oncologische zorg te krijgen, of hij nu in Groningen of Limburg woont. Ik ben daarom blij dat we vanuit SONCOS een kwaliteitsstandaard voor de oncologische zorg in Nederland hebben beschreven. Je kunt zoiets alleen in gezamenlijkheid doen. De oncologie is bij uitstek een multidisciplinaire discipline.”
Van der Schors benadrukt: “We hebben elkaar nodig als zorgprofessionals. Dat is de kracht van SONCOS. We zijn bereid om met elkaar samen te werken, onderlinge afspraken te maken, en elkaar het podium te geven. Samen zorgen we ervoor dat de zorg voor de oncologiepatiënt optimaal is geregeld. Ik vind dat iets om trots op te zijn.”
Drs. Michel van Dijk, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2019 vol 10 nummer 1