De Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie vierde haar 45-jarig bestaan afgelopen november met een lustrumcongres. Daar was ook meer dan genoeg reden voor, vindt radiotherapeut-oncoloog en hoogleraar Radiotherapie prof. dr. Remi Nout (Erasmus MC, Rotterdam). Maar zoals hij in zijn inaugurele rede al belichtte, zijn er ook zeker ontwikkelingen die aandacht verdienen.
Een lustrumcongres is altijd een mooie gelegenheid om terug en vooruit te kijken. Valt er bij het negende lustrum van de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) wat te vieren? “Ja, heel veel”, zegt Remi Nout met overtuiging. “We kunnen echt heel trots zijn op wat de radiotherapie in die 45 jaar heeft voortgebracht. Kijk maar naar het klinische onderzoek en de implementatie van technologische innovaties zoals CT- of MRI-gestuurde radiotherapie en protonentherapie. We mogen ook erg dankbaar zijn voor de vooruitziende blik van de bestuurders die ons voorgingen, voor het feit dat ze een heel duidelijk plan hebben gehad om te anticiperen op de vergrijzing, door te investeren in uitbreiding van de capaciteit. Daaraan gekoppeld heeft terecht centralisatie plaatsgevonden, want de implementatie van de nieuwe ontwikkelingen in ons vakgebied vraagt beschikbaarheid van gerichte expertise. Aandacht voor onderzoek ook. Centralisatie helpt om daarin aan voldoende patiëntaantallen te komen, en maakt coördinatie van onderzoek ook eenvoudiger. We hebben dat goed georganiseerd in tumorgerichte landelijke platforms. Nederland heeft internationaal gezien een klein aantal inwoners, maar juist het beperkte aantal grotere centra biedt een goede basis voor samenwerking in deze tumorgerichte platforms.”
Dit maakt de radiotherapie een goede partner in multidisciplinaire samenwerking, stelt Nout. “Die samenwerking is steeds belangrijker geworden”, zegt hij. “Kijk bijvoorbeeld naar de introductie van nieuwe gerichte middelen in combinatie met radiotherapie, of van orgaansparende radiotherapie, bijvoorbeeld voor long- of rectumcarcinoom. Het veld is erg dynamisch en dat gaat de komende jaren volop door.”
Het lustrumcongres
Het programma van het lustrumcongres – onder de noemer Drive the change – is tot stand gekomen in samenwerking met de tumorgerichte platforms die Nout al noemde, plus de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF) en de Nederlandse Vereniging voor Radiobiologie (NVRB). “In het congres zijn alle platforms in het zonnetje gezet, waarbij zij zelf invulling gaven en terug- en vooruitblikten, en hadden we ook gastsprekers vanuit deze twee verenigingen waarmee we nauw samenwerken”, vertelt Nout. Vanuit de NVRB was dat dr. Claus Storgaard Sorensen van de Universiteit van Kopenhagen, over radiobiologie en DNA-schade. Namens de NVKF prof. dr. ir. Ruud Verdaasdonk van de Universiteit Twente over het pad van technologische innovatie naar klinische implementatie.”
Een interessant onderwerp is ook kunstmatige intelligentie (AI). “We zien een enorme groei in onderzoek naar AI-toepassingen in ons vakgebied”, zegt Nout hierover. “Denk bijvoorbeeld aan het definiëren van doelgebieden en het genereren van behandelplannen, maar ook aan voorspellende modellen en meer gepersonaliseerde behandelingen. AI is een hulpmiddel dat je echt nodig hebt om rekening te kunnen houden met alle diversiteit in tumoren en patiëntbiologie. Voor de vertaalslag zal de mens nodig blijven, maar de krapte op de arbeidsmarkt en de groeiende zorgvraag hangen boven ons hoofd. Het tekort aan medisch beeldvormings- en bestralingsdeskundigen is merkbaar in de Randstad, maar zal ongetwijfeld verder door het land heen trekken. En zij zijn wel de grote motor in de radiotherapeutische zorg. AI en technische innovaties kunnen hierbij een deel van de oplossing zijn. Daarom is het mooi om tijdens zo’n congres te laten zien waar we nu staan op dit gebied en wat er op ons afkomt.”
Hypofractioneren
Nout stipte deze problematiek al aan tijdens zijn oratie.1 Daarin deelde hij ook zijn opvatting dat patiënten te veel worden behandeld, in de zin van het aantal bestralingen dat zij krijgen.2 “Die aantallen zijn om goede redenen historisch zo gegroeid”, legt hij uit. In het verleden was onze behandeling nog niet zo precies als die nu is. Bij het bestralen werd ook gezond omliggend weefsel geraakt, en om de beschadiging daarvan te beperken werd het totale aantal bestralingen in fracties gegeven. Nu kunnen we veel gerichter bestralen en dus het omliggende weefsel beter sparen. Dit betekent dat meer ruimte ontstaat voor hypofractioneren, minder vaak bestralen met een hogere dosis per keer dus. Maar dat kunnen we nog wel beter toepassen dan we nu doen. En dat zullen we ook nodig hebben. Net als AI is het deels een van de oplossingen voor het toenemende aantal kankerpatiënten en de personeelskrapte waarmee we te kampen hebben.”
De wetenschappelijke onderbouwing is er voor een aantal tumorsoorten al. Nout noemt mammatumoren, prostaat- en rectumcarcinoom als voorbeelden waarvoor al grote gerandomiseerde studies hebben plaatsgevonden. “Maar er zijn meer deelgebieden waarin we onderzoek moeten doen om de mogelijkheid ervan te bepalen”, zegt hij. “Oncologie gaat ook over persoonsgebonden factoren. We moeten dus per tumorsoort goed onderzoeken of er populaties zijn waarbij kenmerken van de tumor of van het individu reden zijn om volgens de standaard te bestralen of juist te hypofractioneren. Het is een onderwerp dat ook internationaal erg leeft, nu de verbeterde techniek van het bestralen er mogelijkheden voor biedt. Met de uitdagingen waar we nu voor staan is dit het goede moment, we moeten echt aan de bak om hiervoor meer evidence te genereren. Internationale samenwerking is sowieso een belangrijk aspect voor de radiotherapie. De NVRO is goed vertegenwoordigd in de European Society of Radiotherapy and Oncology. En niet voor niets, want ons land is natuurlijk niet uniek in de personele en financiële uitdagingen waarmee de zorg te kampen heeft. Juist daarom is het zo belangrijk dat we elkaar ook internationaal goed weten te vinden, in de implementatie van nieuwe technieken en in klinische studies.”
Beleidsplan
Omdat in de oncologie sprake is van veel ontwikkelingen, wordt onder aanvoering van het bestuur binnen de geledingen van de NVRO discussie gevoerd over de vraag hoe de radiotherapeuten naar hun eigen beroep kijken en hoe de vereniging kan inspelen op de ontwikkelingen om hen heen. Een meerjarenbeleidsplan, waaraan momenteel wordt gewerkt, moet hieraan richting geven. Ook de discussies in het kader van het Integraal Zorgakkoord waarbij de NVRO aangesloten is, zijn voeding voor dit meerjarenbeleidsplan. “De discussies gaan enerzijds over spreiding van zorg, maar anderzijds ook over effectiviteit van handelen en gepast behandelen”, zegt hij. “Onderwerpen die enorm leven in onze beroepsgroep, en in de hele oncologie natuurlijk.”
Maar er is op meer fronten werk te verrichten, voegt Nout hieraan toe. “Goede uitleg aan de patiënt bijvoorbeeld”, zegt hij. “Een operatie is goed uit te leggen, daarmee verwijder je een tumor. Maar een bestraling als behandeling is heel ongrijpbaar. Dat vraagt echt om goede uitleg, ook bijvoorbeeld over het aantal bestralingen dat nodig is om het noodzakelijke behandeleffect te bereiken. En daarbij is het zaak dat we extra aandacht besteden aan mensen die minder taalvaardig zijn. We hebben dus op allerlei fronten nog werk genoeg te doen. Daarbij kunnen we voortbouwen op de successen uit het verleden, waarin samenwerking altijd een belangrijk element is geweest. Op die basis moeten we verdergaan: bijdragen aan elkaars studies, participeren in multidisciplinaire oncologische initiatieven. De behandelingen zijn immers steeds meer multidisciplinair en daar moeten wij als beroepsgroep in mee. Ook de grote ontwikkelingen in oncologische geneesmiddelen hebben belangrijke raakvlakken met ons werk. We moeten daarin een goede partner zijn.”
Referenties
1. Gepersonaliseerde radiotherapie. Oratie prof. dr. Remi Nout. 14 juni 2023. Te raadplegen via eur.cloud.panopto.eu
2. Hoogleraar Remi Nout: ‘We bestralen te veel’. Te raadplegen via amazingerasmusmc.nl
Drs. Frank van Wijck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2023 vol 14 nummer 6