Veel partijen zijn betrokken bij de discussie over de toekomst van de oncologische zorg. Hierin is sprake van goede samenwerking, stelt dr. Judith Herder, longarts in het Meander Medisch Centrum te Amersfoort. Zij speelt vanuit de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT) een rol in de ontwikkeling van het kwaliteitsbeleid van SONCOS. “In de kern gaan al die gesprekken over zinvolle zorg”, stelt ze.
Als bestuurslid van de sectie Oncologie van de NVALT is Judith Herder actief betrokken bij de ontwikkeling van het kwaliteitsbeleid van SONCOS, de Stichting Oncologische Samenwerking die door de medisch, chirurgisch en radiologisch oncologen is opgezet en waarbij inmiddels veel meer partijen in de oncologie betrokken zijn. “In die functie ben ik afgevaardigde namens NVALT in het opstellen van de kwaliteitseisen die SONCOS ontwikkelt, zowel algemeen voor de oncologie als per deelvereniging”, vertelt ze. “In algemene zin gaat het om kwaliteitszaken waarbij de richtlijnen van de beroepsverenigingen de basis vormen. Bijvoorbeeld vormgeving van een afdeling Oncologie, het onderzoek naar de vraag hoeveel verpleegkundigen met aantekening oncologie er moeten werken. Binnen het SONCOS-normeringsrapport is de aanwezigheid van een casemanager en/of oncologieverpleegkundige en/of verpleegkundig specialist Oncologie een voorwaarde van zorg binnen de verschillende tumorspecifieke MDO’s. De verpleegkundig specialist is niet meer weg te denken, die is een waardevolle kracht binnen de oncologische zorg.”
Herder schuift een aantal maal per jaar aan bij SONCOS. Dit overleg wordt steeds belangrijker nu het aantal beroepsverenigingen dat zich erbij heeft aangesloten zo gegroeid is, stelt Herder. Wordt het daarmee ook moeilijker om op koers te blijven, als steeds meer belangen moeten worden vertegenwoordigd? “Nee, helemaal niet”, stelt ze. “Het geeft juist een goede kijk op waar we gezamenlijk naartoe willen met de oncologie. We zijn het in grote lijnen eigenlijk altijd wel met elkaar eens.”
Netwerkvorming
Over het onderwerp regionale netwerkvorming is binnen dit SONCOS-verband nog geen uitspraak gedaan. “SONCOS zit wel aan tafel bij diverse gremia, onder andere bij het overleg over MDO 2.0”, verduidelijkt Herder. “Daar gaat het over de vraag hoe je netwerken en consulentschap inricht. Ook bij dit overleg zijn veel partijen betrokken.”
Daarnaast is er de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), die ook inhoudelijk betrokken is bij de discussie over netwerkvorming. “Het is een onderwerp dat bij meerdere organisaties nadrukkelijk op de agenda staat”, zegt Herder. “Bij SONCOS is de NFK ook betrokken. Het interessante van al die partijen bij elkaar is dat we in discussies veel van elkaar kunnen leren. Bij de introductie van immunotherapie hebben we als longartsen bijvoorbeeld veel geleerd van hoe de medicamenteuze behandeling van melanomen was geregeld. Nu kijken de internist-oncologen weer met belangstelling naar hoe wij die zorg regelen. In de begintijd hebben we ook veel geleerd van hoe andere beroepsverenigingen gebruikmaken van registraties. Het is echt een kruisbestuiving. We bespreken onder andere ook de vraag hoe we moeten omgaan met de groeiende belangstelling voor thuisbehandeling van patiënten met kanker. Moet daar een oncologieverpleegkundige voor worden ingezet of een verpleegkundige die geschoold is in immunotherapie? Voor dat onderwerp zit de sectie Oncologie van de V&VN ook aan tafel. De opleiding voor oncologieverpleegkundigen vergt tijd, dus spreken we over de vraag hoe we die thuisbehandeling het meest praktisch kunnen vormgeven.”
Zinvolle zorg
De financiering van dure geneesmiddelen is een onderwerp dat op een ander niveau wordt besproken. “SONCOS gaat over kwaliteit van zorg en niet direct over kosteneffectiviteit van dure geneesmiddelen”, zegt Herder. “Zinvolle zorg is wel een onderwerp waarover wij spreken natuurlijk. Maar de Commissie BOM van de NVMO gaat over de kosteneffectiviteit van dure geneesmiddelen”, zegt Herder. “NVALT is hier wel in vertegenwoordigd. We hebben afgesproken de adviezen van deze commissie te volgen.”
Onder de streep gaan alle discussieplatforms feitelijk over zinvolle zorg, vindt Herder. De concentratie van oncologische zorg is daarvan een logisch onderdeel. “Daarin worden al volop stappen gezet”, zegt Herder. “Er zijn centra die geen immunotherapie leveren. En kijk naar de behandeling met doelgerichte therapie bij patiënten met een zeldzame mutatie, hiervoor zijn enkele centra waarnaar verwezen wordt. In de discussie daarover hebben we als NVALT een duidelijke rol gespeeld en ik denk dat we in de komende jaren over meer zeldzame tumorsoorten uitspraken zullen gaan doen.
Op het gebied van operaties zijn we in gesprek met de cardiothoracaal en longchirurgen, over volumenormen bijvoorbeeld. Er is dus beweging op meerdere fronten. Uiteindelijk kan die leiden tot een verdeling van taken over de ziekenhuizen, maar ook tot een situatie waarin specialisten in meerdere ziekenhuizen werkzaam zijn, een hybride model dus. Belangrijk is dat de hele keten van zorg - bijvoorbeeld ook de IC-capaciteit en de verpleegkundige ondersteuning - daarop afgestemd zijn. Een IC kun je niet verplaatsen, dat speelt ook een rol. Dit alles is helemaal in overeenstemming met SONCOS. De lijnen komen duidelijk bij elkaar.”
Samen optrekken
Op de vraag welke rol de zorgverzekeraars in de discussie over de toekomst van de oncologische zorg spelen, zegt Herder: “Het zou fijn zijn om wat meer samen op te trekken. De inhoudelijke ontwikkeling moet vanuit de beroepsverenigingen komen, daar zit immers de medisch-inhoudelijke kennis. Van daaruit moeten we samen verder.”
Drs. Frank van Wijck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2019 vol 10 nummer 6