Recentelijk publiceerde de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose een aantal normen waar centra voor immunotherapie bij longkanker aan zouden moeten voldoen. Prof. dr. Joachim Aerts, expert op het gebied van immunotherapie bij lonkanker, zet de beweegredenen van zijn beroepsvereniging en de implicaties voor de zorg bij longkanker uiteen. “Het voornaamste doel is om de noodzakelijke en beperkt aanwezige expertise op het gebied van immunotherapie zo breed en efficiënt mogelijk in te zetten, teneinde de patiënt zo optimaal en veilig mogelijk te behandelen.”
De behandeling van kanker met immunotherapie, in het bijzonder met immuunmodulerende antilichamen, heeft de laatste jaren een vlucht genomen en staat in het middelpunt van de belangstelling. Ook ten aanzien van de behandeling van longkanker is met deze middelen aanzienlijke vooruitgang geboekt. Recentelijk liet de gerandomiseerde fase 3 CheckMate 017-studie bijvoorbeeld zien dat patiënten met gevorderd plaveiselcelcarcinoom van de long na een tweedelijnsbehandeling met nivolumab vergeleken met chemotherapie een significant betere progressievrije en totale overleving hadden.1 Op basis van deze resultaten kreeg dit immuunmodulerende antilichaam in mei jl. als eerste immunotherapie bij plaveiselcelcarcinoom van de long een positieve opinie van de EMA. De verwachting is dat er in de nabije toekomst meer immuunmodulerende middelen zullen volgen en ook uitbreiding van het indicatiegebied, als eerste voor gemetastaseerd niet-plaveiselcelcarcinoom van de long als tweedelijnsbehandeling.
NVALT-normen
Met de toenemende toepassing van immuunmodulerende antilichamen bij longkanker is het zaak om deze behandelingen goed te organiseren en uit te voeren. “Als longartsen in Nederland hebben wij nog relatief weinig ervaring met deze vorm van therapie, waarbij de effectiviteit op een voor ons onconventionele manier wordt vastgesteld en een aantal specifieke bijwerkingen kan ontstaan. Het is dan ook noodzakelijk dat de betrokken centra een zekere mate van expertise en infrastructuur hebben”, aldus prof. dr. Joachim Aerts, als longarts werkzaam bij het Amphia Ziekenhuis te Breda en sinds december 2014 bijzonder hoogleraar Pulmonale Oncologie aan het Erasmus MC te Rotterdam. Als lid van de Werkgroep Oncologie van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT) was Aerts recentelijk betrokken bij de formulering van vier normen waaraan centra voor immunotherapie bij longkanker zouden moeten voldoen (zie Kader 1).2 Deze normen stellen de nodige eisen ten aanzien van de expertise en infrastructuur van de betrokken ziekenhuizen. Eén van de eisen stelt bijvoorbeeld verplicht dat de met immunotherapie behandelde longkankerpatiënten geregistreerd worden. Aerts: “Deze registratie is conform het melanoommodel en zal onder andere een aantal velden bevatten waarin specifieke, immuungerelateerde bijwerkingen bijgehouden zullen worden, maar ook de effectiviteit.” Hoewel de invoering van genoemde normering onder longartsen de nodige discussie teweegbracht, begrijpen volgens Aerts de meesten wel dat het een noodzakelijke stap is.
Betrokken ziekenhuizen
Deze formulering werd volgens de NVALT gebaseerd op de verdeling van melanoomcentra in Nederland en de Multidisciplinaire Normering Oncologische Zorg in Nederland van SONCOS.3 Momenteel voldoen twaalf ziekenhuizen aan de vier gestelde normen (zie Kader 2). Deze ziekenhuizen zijn onderverdeeld in centrumziekenhuizen, te weten vier umc’s en het Antoni van Leeuwenhoek, en zeven partnerziekenhuizen die tot de perifere ziekenhuizen horen. Aerts verwacht dat de lijst met geregistreerde ziekenhuizen snel zal groeien, gezien het grote aantal longkankerpatiënten dat in principe met immunotherapie behandeld zou kunnen worden. Om de toekomstige behandelaren op een adequate manier kennis te laten nemen van de immunotherapie, wordt momenteel door de NVALT een scholingsprogramma opgezet. Daarnaast is er een enorme inzet van de longartsen in die ziekenhuizen noodzakelijk om de zaken op orde te krijgen.
Toekomstige immunotherapieën
“Momenteel hebben de normen feitelijk alleen nog betrekking op nivolumab, een blokkerend antilichaam tegen de immune-checkpointreceptor PD-1, maar in principe gelden ze voor alle immunotherapieën bij longkanker. De verwachting is dat er volgend jaar al een paar nieuwe immuunmodulerende antilichamen, zoals het tweede antilichaam tegen PD-1, pembrolizumab, bij zullen komen”, aldus Aerts. Daarnaast zullen in de toekomst mogelijk ook enkele cellulaire immunotherapieën voor de behandeling van longkanker geregistreerd worden en onder de NVALT-normering gaan vallen. Een mogelijke kandidaat is de behandeling van mesothelioom met dendritische-celvaccinatie, één van de veelbelovende onderzoeksthema’s van Aerts. Hoewel dit cellulaire vaccin nu alleen nog in studieverband wordt toegepast, zijn de verwachtingen hoog gespannen. Zo lieten Aerts en collegae zien dat vaccinatie met autologe, met tumorlysaat beladen dendritische cellen uitvoerbaar is, goed verdragen wordt en in staat is tot het induceren van immunologische reacties gericht tegen mesothelioomcellen.4
Referenties
1. Brahmer J, et al. N Engl J Med 2015 May 31. [Epub ahead of print]
2. ‘Centra voor immuun modulerende behandelingen voor longkanker‘. Te raadplegen via www.nvalt.nl/patienteninformatie
3. ‘Multidisciplinaire Normering Oncologische Zorg in Nederland’ van SONCOS. Te raadplegen via www.soncos.org/Nieuws
4. Hegmans JP, et al. Am J Respir Crit Care Med 2010;181:1383-90.
Kader 1
Normen voor centra voor immuunmodulerende behandelingen van longkanker*
a. >20 patiënten per jaar
b. Regelmatig multidisciplinair overleg (MDO) waarin specialisten zitting nemen die bij immunotherapie noodzakelijk zijn (dermatoloog, MDL-arts, immunologisch georiënteerd arts)**
c. Patiëntenregistratie verplichting
d. Deelname aan >4 klinische studies
*‘Centra voor immuunmodulerende behandelingen voor longkanker‘. Te raadplegen via www.nvalt.nl/patienteninformatie
**Het multidisciplinair overleg houdt notulen bij die toetsbaar zijn. De deelnemende ziekenhuizen zullen zelf verantwoordelijk zijn voor het organiseren van een specifiek MDO. Specialisten mogen eventueel via een videoconferentie aan het MDO deelnemen.
Kader 2
Centrum- en partnerziekenhuizen voor longkanker§
De centrumziekenhuizen zijn:
1. UMC Groningen
2. MUMC+, Maastricht
3. Erasmus MC, Rotterdam
4. VU medisch centrum, Amsterdam
5. NKI/Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam
De partnerziekenhuizen zijn:
6. St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein
7. Catharina Ziekenhuis, Eindhoven
8. Jeroen Bosch Ziekenhuis, Den Bosch
9. Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem
10. Amphia Ziekenhuis, Breda
11. Isala, Zwolle
12. Atriumziekenhuis, Heerlen
§‘Centra voor immuunmodulerende behandelingen voor longkanker‘. Te raadplegen via www.nvalt.nl/patienteninformatie
Dr. R. van der Voort, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2015 vol 6 nummer 4