Patiënten die een resectie van pancreascarcinoom hebben ondergaan, hebben een hoog risico op een recidief. De prognose verbetert echter aanzienlijk naarmate patiënten na hun operatie langer leven. Om deze ‘conditionele overleving’ voor patiënten en behandelaars inzichtelijk te maken, initieerde de Dutch Pancreatic Cancer Group een populatiegebaseerde studie bij geopereerde pancreascarcinoompatiënten. Arts-onderzoeker drs. Anouk Latenstein, chirurg prof. dr. Marc Besselink (beiden Amsterdam UMC) en IKNL-onderzoeker dr. Lydia van der Geest (Utrecht) vertellen hoe zij aan de hand van de studieresultaten tot de ontwikkeling van de gebruiksvriendelijke pancreascalculator kwamen.
Voor een deel van de patiënten met pancreascarcinoom zijn de vooruitzichten tegenwoordig beduidend beter dan vijf à tien jaar geleden. “Dit betreft vooral patiënten met locoregionaal pancreascarcinoom die met neoadjuvante chemo-(radio)therapie en pancreaschirurgie behandeld kunnen worden. In de recent gepubliceerde Nederlandse PREOPANC-studie was de mediane algehele overleving (OS) bijna drie jaar indien deze patiënten nadien ook startten met adjuvante therapie.1 Over het algemeen is pancreascarcinoom echter nog steeds geassocieerd met een zeer slechte overleving”, aldus Marc Besselink.
Uit epidemiologisch onderzoek bij ruim 36.000 patiënten die tussen 1997 en 2016 in Nederland gediagnosticeerd werden met een ductaal adenocarcinoom van de pancreas en die met chirurgie behandeld werden, was de mediane OS 16,9 maanden en na alleen chemo-(radio)therapie 10,5 maanden.2 Bij patiënten met metastasen op afstand die met chemotherapie werden behandeld, daalde de overleving verder tot 5,8 maanden. De meerderheid van de patiënten krijgt echter slechts ondersteunende therapie, geassocieerd met een mediane overleving van 2,3 maanden. “Als patiënten deze getallen horen, stemt dit natuurlijk somber. De prognose kan echter beduidend anders uitvallen als rekening wordt gehouden met de persoonlijke situatie van de patiënt”, aldus Lydia van der Geest.
Population-based studie
“We weten dat de prognose bij patiënten na een operatie voor pancreascarcinoom steeds beter wordt naarmate de periode na de resectie langer wordt. Om dit verder te onderzoeken, initieerde de Dutch Pancreatic Cancer Group (DPCG) een populatiegebaseerde studie die de ‘conditionele overleving’ na resectie analyseerde. Deze conditionele overleving geeft een nauwkeurigere inschatting van de actuele prognose van een patiënt op een bepaald tijdstip na zijn behandeling. Zo geeft de éénjaars conditionele overleving een schatting van de kans om een jaar langer te leven, dus bijvoorbeeld van drie naar vier jaar” vertelt Anouk Latenstein.
Voor de studie werden 3.082 geopereerde patiënten met pancreascarcinoom uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) geselecteerd.3 De studie borduurt voort op het eerder gepubliceerde en gevalideerde ‘Amsterdam model’ en de daaruit voortgekomen calculator voor de driejaarsoverleving na pancreatoduodenectomie (whipple-operatie).4,5
De mediane overleving in het huidige cohort was achttien maanden en de vijfjaarsoverleving 15%. Verder bleek de éénjaars conditionele overleving op één, drie en vijf jaar na chirurgie toe te nemen van 55% naar 74% en vervolgens naar 86%. Daarnaast bleek de vijfjaarsoverleving te variëren tussen 1% en 58%, afhankelijk van de leeftijd van de patiënt, het gebruik van adjuvante chemotherapie, de radicaliteit van de resectie, de tumordifferentiatie, de lymfeklierratio - het aantal positieve gedeeld door het aantal onderzochte lymfeklieren - en de duur van de al overleefde periode na de resectie.
Pancreascalculator
Op grond van deze resultaten werd een calculator opgesteld die de conditionele overleving tot vijf jaar na resectie berekent aan de hand van de genoemde patiënt- en tumorkenmerken. Latenstein: “Deze calculator is uitermate geschikt om individuele patiënten enige tijd na resectie te informeren over hun prognose. Deze informatie heeft een veel persoonlijker karakter dan de informatie over de overleving van een gehele patiëntenpopulatie. Daarnaast kan de calculator behandelaars ondersteunen in het bepalen van het optimale follow-uptraject.
De calculator is, samen met andere pancreascalculatoren, sinds kort ook online beschikbaar via www.pancreascalculator.com. Daarnaast hebben we de calculator gepresenteerd op verschillende nationale en internationale congressen en via sociale media, zoals Twitter. Hoewel de resultaten kortgeleden zijn gepubliceerd, zijn de eerste reacties al zeer positief en geven behandelaars aan dat ze de calculator een handig instrument vinden om in de spreekkamer te gebruiken.”
Updates
De ontwikkelingen binnen de behandeling van pancreascarcinoom gaan snel. Daarom is Besselink van plan om de calculator regelmatig een update te geven aan de hand van nieuwe studieresultaten. “Uit de recent gepubliceerde resultaten van de Nederlandse fase 3-PREOPANC-studie blijkt bijvoorbeeld dat de toevoeging van neoadjuvante chemo-radiotherapie aan chirurgie en adjuvante gemcitabine geassocieerd is met een significant verbeterde ziektevrije overleving.1 Als van deze studie langetermijnresultaten beschikbaar zijn, willen we deze in de calculator verwerken.
Verder wordt in de opvolgende PREOPANC II-studie neoadjuvante chemo-radiotherapie gevolgd door chirurgie en adjuvante chemotherapie vergeleken met neoadjuvante behandeling met FOLFIRINOX gevolgd door chirurgie zonder adjuvante chemotherapie. Uiteindelijk zullen we ook deze resultaten in de calculator kunnen verwerken. Op deze manier blijven we de calculator steeds verder verfijnen.
Verder lijkt het me zinvol om te onderzoeken welke impact de calculator op de patiënten heeft. Kiezen ze bijvoorbeeld toch voor chemotherapie als die geassocieerd is met een beperkt overlevingsvoordeel?” Van der Geest denkt dat het ook goed zou om een vergelijkbare calculator voor patiënten met gevorderd pancreascarcinoom te ontwikkelen. Voordat het zover is, moet men echter wel duidelijker inzicht krijgen in de behandeltrajecten en uitkomsten bij deze patiëntengroep.
Daarnaast wijst zij op de omvangrijke populatiestudie PACAP (Dutch Pancreatic Cancer Project). “Speciaal voor deze prospectieve studie naar de behandeling en uitkomsten van pancreaskanker worden gegevens van verschillende bronnen gecombineerd. Zo worden niet alleen gegevens van de NKR verzameld, maar ook van de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg, het Pharmo Instituut, de pathologiedatabank PALGA en in de toekomst mogelijk ook uit de genetische databank van de Hartwig Medical Foundation. Daarbij maakt IKNL ook gebruik van de personal health train, een nieuwe methode om gegevens van verschillende organisaties over patiënten met kanker te analyseren zonder deze gegevens te verplaatsen.” Door deze ambitieuze benadering belooft PACAP een project te zijn waar we nog vaak over zullen horen.
Referenties
1. Versteijne E, et al. J Clin Oncol 2020 Feb 27. [Epub ahead of print]
2. Latenstein AE, et al. Eur J Cancer 2020;125:83-93.
3. Latenstein AE, et al. Ann Surg Oncol 2020 Feb 12. [Epub ahead of print]
4. Tol JA, et al. Br J Surg 2015;102:237-45.
5. Van Roessel S, et al. Eur J Surg Oncol 2020;46:796-803.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer
Oncologie Up-to-date 2020 vol 11 nummer 3