De combinatie van behandeling met radiotherapie en temozolomide als adjuvante chemotherapie zorgt bij bepaalde ernstige hersentumoren (nieuw-gediagnosticeerde, 1p/19q niet-co-deleted, anaplastische gliomen) voor betere resultaten dan uitsluitend radiotherapie. Van de patiënten die de gecombineerde behandelingen ondergingen was na vijf jaar 55,9% nog in leven, tegen 44,1% van de patiënten die uitsluitend radiotherapie hadden ondergaan. Dit blijkt uit onderzoek van neuroloog prof. dr. Martin van den Bent (Erasmus MC Hersentumorcentrum, Rotterdam) waarover onlangs is gepubliceerd in The Lancet.1
Martin van den Bent is tevens coauteur van een artikel in The New England Journal of Medicine over de combinatie van de twee chemotherapieën lomustine en bevacizumab bij progessief glioblastoom.2 In de Verenigde Staten verleende de FDA versnelde goedkeuring voor bevacizumab omdat op basis van studies werd verondersteld dat dit vooral in combinatie met lomustine bij patiënten met een progressief glioblastoom voor een betere algehele overleving zou zorgen. Inmiddels wordt bevacizumab al in veel meer landen toegepast voor de behandeling van deze patiëntencategorie. Het nieuwe onderzoek van Van den Bent en zijn collega’s toont helaas aan dat de toevoeging van bevacizumab aan lomustine die overleving volstrekt niet verbetert. De algehele overleving was 9,1 maanden (95% BI 8,1-10,1) in de groep die de combinatie kreeg en 8,6 maanden (95% BI 7,6-10,4) in de groep die alleen lomustine kreeg. Daarnaast had de toevoeging van bevacizumab geen positieve invloed op de gezondheidgerelateerde kwaliteit van leven noch op de neurocognitieve functie van de patiënten, wel verbeterde de progressievrije overleving.
Referenties
1. Van den Bent MJ, et al. Lancet 2017;390:1645-53.
2. Wick W, et al. N Engl J Med 2017;377:1954-63.
Drs. Frank van Wijck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 1