Nieuwe oncologische toepassingen moeten de patiënt en het publiek sneller kunnen bereiken, vindt KWF Kankerbestrijding. Het heeft daarom zijn financieringsstructuur voor kankeronderzoek op een andere manier vormgegeven, zodat het beter kan sturen op de impact van onderzoek.
Sinds 8 januari kunnen onderzoekers op de website www.kwf.nl met behulp van het nieuwe financieringsmanagementsysteem financiering aanvragen voor hun projectvoorstellen. Na het aanmaken van een persoonlijk profiel stuurt het KWF-grantmanagementsysteem de aanvrager via een reeks aan keuzes naar het juiste onderzoekstraject, de beschikbare financieringsvormen en het bijbehorende formulier voor een projectvoorstel. Is zo’n voorstel goed en volledig geregistreerd, dan treedt het beoordelingsproces in werking. Dat bestaat uit vijf gestandaardiseerde stappen: ontvankelijkheidstoets, externe beoordeling, interne beoordeling, financieringsvergadering en besluit tot toekenning of afwijzing. Een strak vormgegeven proces waarin niets aan het toeval is overgelaten.
Er ging dan ook een lange periode van zorgvuldige voorbereiding aan vooraf, waarbij projectleider Merel Hoozemans intensief betrokken was. “Van oudsher financierden we al kwalitatief goed onderzoek”, zegt ze. “Over de wetenschappelijke kwaliteit van dat onderzoek hadden we geen klachten, het punt was alleen dat we ervan uitgingen dat het resultaat zijn weg naar de patiënt wel zou vinden. Inmiddels weten we dat dit niet altijd even efficiënt gebeurt, dus daarop willen we actief sturen door het traject van fundamenteel onderzoek tot en met klinische toepassing – niet tot, maar tot en met het resultaat naar de patiënt te brengen – maximaal te ondersteunen. We doen dit vanaf nu door strikter te toetsen op kwaliteit, relevantie en haalbaarheid van het onderzoek en door zo nodig gaandeweg bij te sturen. We willen vindingen doorontwikkelen tot toepassingen die een probleem oplossen in de praktijk. De maatschappij verlangt dit van ons. Ze wil – terecht – weten wat er gebeurt met het vele geld dat wordt gedoneerd aan KWF Kankerbestrijding.”
Programmaleider Carla van Laer: “We willen dus meer impact van dezelfde euro. Dit doen we door in te zetten op waar we kansen zien en in te grijpen waar dat nodig is. We stappen af van het bieden van standaard financieringspakketten en kiezen voor ondersteuning van wat nodig is in elke fase van het onderzoek. KWF biedt flexibiliteit binnen een beperkt aantal financieringsvormen.”
Indeling in fasen
Om het onderzoeksterrein helder te definiëren, heeft KWF om te beginnen een indeling in zes fasen gemaakt in fundamenteel, translationeel en klinisch onderzoek. Hoozemans: “Ieder onderzoeksteam doorloopt die zes fasen, ongeacht of het gaat om onderzoek naar een biomarker, leefstijlonderzoek of welke andere vorm van onderzoek dan ook. Door de indeling in zes fasen zijn we in staat om in iedere fase nauwkeurig te beoordelen wat nodig is aan financiering en ondersteuning. Natuurlijk beseffen we dat fundamenteel en vroeg-translationeel onderzoek nog ver van toepassing bij de patiënt afstaat en gebaat is bij wetenschappelijke vrijheid. Hoe meer onderzoek richting implementatie gaat, hoe belangrijker het is dat mogelijke vervolgstappen worden geschetst. Doel is dat onderzoeksresultaten sneller en vaker leiden tot implementatie van toepassingen. We willen in een zo vroeg mogelijk stadium in staat zijn om te beoordelen of het gaat om een onderzoek dat tot een resultaat kan leiden dat betekenis zal hebben voor de behandelpraktijk. We willen dus niet alleen de wetenschappelijke kwaliteiten toetsen van een onderzoeksvoorstel dat op zoek is naar financiering, we willen ook weten wat de haalbaarheid is en de relevantie voor de patiënt.”
Om die reden spelen patiënten ook een belangrijke rol in het traject. Van Laer vertelt: “De ervaringskennis van patiënten is waardevolle input voor ons bij het bepalen van de relevantie van onderzoek. De patiënten zijn de primaire belanghebbenden bij de activiteiten van KWF omdat zij als geen ander weten wat het betekent om te leven met de ziekte kanker. We hebben dan ook al in 2011 de PatiëntenAdviescommissie, kortweg PACO, opgezet. Die zetten we nu in om honderd procent van de projectvoorstellen die binnen het ontwikkelings- en praktijktraject vallen te beoordelen.” Bestaat hierbij niet de angst dat patiënten alle kansen willen aangrijpen om de ziekte te bestrijden en dus meer zullen goedkeuren dan verantwoord is? “Nee, ze zijn juist uiterst kritisch”, zegt Hoozemans. “En ze kunnen hun ervaring ook benutten om dwarsverbanden te leggen tussen een oorspronkelijk onderzoeksgebied – toepassing van een middel voor borstkanker bijvoorbeeld – en andere oncologische ziektebeelden. Naast de (ex-)patiënten zullen ook andere deskundigen op het gebied van bijvoorbeeld implementatie en zorgverlening ingezet worden.”
Zorgvuldige projectstappen
KWF doet van ingediende projectvoorstellen een eerste ontvankelijkheidstoets. Blijkt het voorstel niet compleet, dan krijgt de indiener 48 uur om het aan te vullen. Lukt dit, dan gaat het plan naar de beoordelingscommissie en vervolgens naar de externe referenten. Dit zijn wetenschappers en patiënten, indien nodig aangevuld met andere referenten zoals de farmaceutische industrie, technologen of zorgverzekeraars. Hoozemans: “We kijken al in een veel vroeger stadium dan voorheen naar de vraag of het onderzoek kan leiden tot een toepassing die in aanmerking kan komen voor vergoeding in het basispakket van de zorgverzekering.” Van Laer voegt toe: “En we doen in deze fase ook een portefeuilleanalyse om te beoordelen of het beoogde onderzoek voldoende toevoegt aan wat al binnen hetzelfde spectrum op de markt of in onderzoek is. De basis hiervoor hebben we opgebouwd door alle duizenden dossiers te labelen die we de afgelopen jaren hebben gefinancierd, zodat we hieruit trendanalyses kunnen doen. De data die we hiervoor nu tot onze beschikking hebben, zijn opgebouwd volgens het internationaal toegepaste classificatiemodel ICRP, zodat we ook analyses op basis van internationale onderzoeken kunnen maken.”
Om de onderzoeksportefeuille behapbaar te maken voor de onderzoekscoördinatoren, is een onderverdeling gemaakt in tien thema’s: biomarkers, beeldvormend onderzoek, agentia, immuunresponsmodifiers, interventiehulpmiddelen, lifestyle, kwaliteit van leven, kwaliteit van zorg, basaal onderzoek en infrastructuur. “De onderverdeling in tumorsoorten is achterhaald”, zegt Van Laer. “We willen juist verbindingen leggen en onderzoekers aanzetten tot samenwerking met en tussen onderzoekers onderling, en tussen onderzoekers en andere partijen.
Tussentijds contact
De ingediende projectvoorstellen worden beoordeeld op wetenschappelijke kwaliteit, haalbaarheid en relevantie. Wordt besloten het voorstel te honoreren, dan volgt een gesprek tussen de onderzoekers en KWF om af te stemmen wat in de komende periode moet gebeuren. Hoozemans: “We willen minimaal een keer per jaar contact om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt. Wat zijn de milestones, wat zijn de evaluatiemomenten? Aan welke stappen zitten financiële consequenties waarin we eventueel een rol willen spelen? Dit contact helpt ons om ons netwerk beter te leren kennen en om bij te sturen als dat nodig is of een project te beëindigen als het niet zinvol blijkt te zijn.”
Hierbij tekent Van Laer wel aan dat KWF procesondersteuner wil zijn. “Wij gaan niet over de inhoud”, zegt ze. “Het is de beoordelingscommissie – mensen uit het werkveld dus – die beoordeelt of bijsturing nodig is of dat een project beter kan worden stopgezet. Wij signaleren alleen maar. Maar zo’n signalering kan dus ook zijn dat in een bepaalde fase van een project extra financiering nodig is, of dat een project sneller ruimte moet krijgen om door te gaan naar een volgende fase. Het is ook een manier om aan onze donateurs te laten zien dat we verantwoord met het geld omgaan. En het vergroot het bewustzijn bij onderzoekers dat wij als KWF echt betrokken zijn bij het onderzoeksveld.”
Evaluatie
De laatste stap in het hele proces dat rond de financiering van een project wordt doorlopen, is de evaluatie. “Die is niet alleen inhoudelijk, maar ook financieel”, zegt Hoozemans. “Blijft geld over aan het einde van een onderzoekstraject, dan vragen we dit terug en steken het in nieuw onderzoek.”
De eerste reacties uit het veld op de nieuwe financieringsstructuur van het KWF Programma Onderzoek & Implementatie zijn positief. Hoozemans: “De opzet is één duidelijke ingang en één en dezelfde procedure voor alle ideeën om uniformiteit in indienen en behandelen van projectvoorstellen te waarborgen. Deze duidelijkheid wordt erg gewaardeerd. Net als het feit dat we het oncologisch veld faciliteren en stimuleren om kansen te benutten en knelpunten aan te pakken.”
Drs. F. van Wijck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2016 vol 7 nummer 1