Het Leerboek oncologie is al jaren razend populair onder zowel studenten Geneeskunde als (bio)medische professionals. Door de snelle ontwikkelingen binnen de oncologie is er inmiddels een tiende druk met actuele informatie rondom de oncologische zorg in Nederland. Prof. dr. Han van Krieken, rector magnificus van de Radboud Universiteit, patholoog en hoofdredacteur van het Leerboek oncologie, vertelt over de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van de Nederlandse oncologische zorg en de rol van het leerboek in het overdragen van deze informatie.
Sinds de eerste druk in 1973 wordt het Leerboek oncologie veelvuldig gebruikt als studiemateriaal of naslagwerk door studenten Geneeskunde, (huis)artsen, verpleegkundigen en wetenschappers. Sindsdien is de inhoud van het boek verscheidene keren geüpdatet en is er inmiddels een tiende druk, die tevens in digitale vorm beschikbaar is.1 Omdat het leerboek de multidisciplinaire aspecten van kanker behandelt, bestaat ook de redactie uit verschillende Nederlandse experts binnen de oncologie, zoals een radiotherapeut, internist-oncoloog, chirurg en patholoog.
“Het leerboek geeft op toegankelijke wijze een compleet overzicht van de verschillende aspecten binnen de oncologische zorg in Nederland. Aangezien de oncologische zorg wereldwijd en regionaal kan verschillen, is het belangrijk dat de leden van de redactie werkzaam zijn bij verschillende centra binnen de Nederlandse oncologische setting”, vertelt Han van Krieken. Van Krieken is al ruim vijftien jaar betrokken als redacteur van het Leerboek oncologie. Door onder andere zijn ervaring als patholoog en voorzitter van het Radboudumc Centrum voor Oncologie heeft hij een breed beeld van wat er in de huidige oncologische zorg gaande is.
Van Krieken: “Ik denk dat de populariteit van het boek met name te danken is aan de actualiteit en het multidisciplinaire uitgangspunt waarbij alle belangrijke aspecten van de oncologische zorg in Nederland worden beschreven. Daarnaast is het boek zodanig geschreven dat het goed te begrijpen is voor eerste- en tweedejaars studenten Geneeskunde. Dit maakt het boek toegankelijk voor een brede doelgroep, zoals medische studenten, huisartsen, arts-assistenten in opleiding en oncologisch verpleegkundigen, maar ook voor onderzoekers kan het handig zijn om meer kennis te krijgen over de fundamentele en klinische aspecten van kanker. Verder wordt het ook wel eens gelezen door hoger opgeleide patiënten, hoewel dit niet de primaire doelgroep is. Het boek is vooral bedoeld om nieuwe inzichten binnen de oncologie efficiënt over te brengen naar studenten Geneeskunde of mensen die binnen de Nederlandse oncologie werkzaam zijn.”
Ontwikkelingen
Volgens Van Krieken is het leerboek door de jaren heen op veel gebieden een voorloper op de ontwikkelingen in de Nederlandse praktijk geweest. Zo stond de persoonlijke en multidisciplinaire benadering van kankerpatiënten al centraal in het boek voordat die in Nederland de normale gang van zaken was. Vanwege de snelle ontwikkelingen binnen de diagnostiek en behandeling van kanker, is er vergeleken met de voorlaatste publicatie in 2017 veel veranderd in de nieuwste druk van het boek in 2020.
Van Krieken: “Het inzicht in het ontstaan en de ontwikkeling van tumoren is sterk toegenomen in de laatste jaren. Dit heeft geleid tot verbeterde doelgerichte behandelingen en immunotherapieën. Daarnaast is er veel meer aandacht gekomen voor een gepersonaliseerde benadering van kankerpatiënten, met niet alleen individueel afgestemde behandelingen, maar ook aandacht voor preventie, psychosociale aspecten, palliatie en begeleiding na het doormaken van kanker.
Door deze ontwikkelingen moesten veel onderwerpen uit het boek geüpdatet of herzien worden. Ook zijn er geheel nieuwe onderwerpen bijgekomen, zoals hoofdstukken over preventie van kanker en het patiëntenperspectief. Daarnaast is er een nieuw hoofdstuk waarin de aspecten van de oncologische zorg bij adolescents and young adults (AYA’s) wordt uitgelicht. Dit is een belangrijk en actueel thema, aangezien steeds meer Nederlandse centra aparte poli’s creëren waar AYA’s terecht kunnen voor leeftijdsspecifieke zorg en vragen over bijvoorbeeld seksualiteit, vruchtbaarheid en het ontwikkelen van hun eigen identiteit. Nederland is op het gebied van de zorg voor AYA’s een voorloper ten opzichte van andere landen. Ondanks deze nieuwe hoofdstukken is het gelukt om het boek niet veel dikker te maken door details uit andere hoofdstukken te verwijderen. Als verrijking van het boek zijn we momenteel bezig met het creëren van online casussen.”
Toekomst
Met zijn jarenlange ervaring binnen de oncologie en het oncologisch onderzoek, heeft Van Krieken een grote rol gespeeld bij het tot stand komen van het Leerboek oncologie. Hoewel hij van mening is dat de zorg rondom kanker aanzienlijk is verbeterd in de afgelopen jaren, denkt hij dat er in de toekomst nog veel winst te behalen is.
“Hoewel de behandelingen in de laatste jaren steeds beter zijn geworden, is kanker zo verweven met de menselijke evolutie dat het een grote uitdaging zal zijn om het bij iedereen te genezen. Immunotherapie geeft bijvoorbeeld spectaculaire resultaten bij veel patiënten, maar bij een aantal kankersoorten is het minder effectief of er treedt uiteindelijk resistentie op. In de toekomst zullen we waarschijnlijk nog beter kunnen voorspellen welke patiënten baat hebben bij welke behandelingen. Gepersonaliseerde behandelingen zullen hierdoor steeds belangrijker worden. Het streven is dat iedere kankerpatiënt de best mogelijke zorg krijgt. Om dit doel te bereiken, denk ik dat er met name nog meer aandacht kan zijn voor de multidisciplinaire benadering en begeleiding van de patiënt.
Daarnaast zijn er grote doorbraken nodig bij een aantal specifieke vormen van kanker, zoals bij pancreas- en ovariumcarcinoom. Ovariumcarcinoom is bij de diagnose al vaak vergevorderd en slecht gevoelig voor chemotherapie. Een klein deel van de patiënten komt in aanmerking voor PARP-remmers, maar het overgrote deel van de patiënten heeft een erg slechte prognose. Wel komt uit onderzoek van het Radboudumc en andere centra naar voren dat opportunistische eileiderverwijdering het risico op ovariumcarcinoom zou kunnen verminderen.2 Dit is een mooi voorbeeld van een hypothese genereren, aantonen en uiteindelijk een vorm van preventie creëren voor een kankersoort die slecht behandelbaar is.”
Hoewel Van Krieken, met name door zijn functie als rector magnificus, steeds minder tijd heeft voor onderzoek, is hij nog steeds met veel plezier betrokken bij het oncologisch onderzoek. “Alle literatuur bijhouden is momenteel een uitdaging, maar gelukkig heb ik een goed team dat mij van de juiste artikelen voorziet. Mijn belangrijkste advies aan jonge onderzoekers in de oncologie is om je nieuwsgierigheid en passie te volgen. Als je echt gemotiveerd bent om iets uit te zoeken, dan word je daar ook de beste in.”
Referenties
1. Van Krieken JH, Beets-Tan RG, et al. Leerboek oncologie (10e ed.). Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2020. Print ISBN: 978-90-368-2448-4. Elektronisch ISBN: 978-90-368-2449-1.
2. Van Lieshout LA, et al. Cochrane Database Syst Rev 2019;8:CD012858.
Carmen Paus, MSc, medical writer
Oncologie Up-to-date 2021 vol 12 nummer 5