Een recent gepubliceerd artikel in de Journal of Clinical Oncology levert duidelijke aanwijzingen dat de niet-invasieve prenatale test (NIPT) bij een zeer klein aantal zwangere vrouwen een indicatie kan laten zien voor een nog niet bekende maligniteit.1 Deze conclusie is gebaseerd op een analyse van data uit de Nederlandse TRIDENT-2-studie, een nationale implementatiestudie voor de NIPT bij zwangeren zonder verhoogd risico op foetale aneuploïdie.
Bij de NIPT wordt celvrij DNA uit het bloed van de zwangere geanalyseerd op foetale aneuploïdie voor de prenatale screening op Down-, Patau- en Edwards-syndroom en andere chromosomale afwijkingen. Daarnaast wordt in de NIPT incidenteel aneuploïdie van andere chromosomen opgepikt in het maternale DNA, bijvoorbeeld in het DNA afkomstig van apoptotische of necrotische tumorcellen in het bloed van de zwangere. Vooral multipele chromosomale afwijkingen in dit DNA vormen een indicatie voor de aanwezigheid van maternale maligniteit.
TRIDENT-2-studie
Een Nederlandse onderzoeksgroep, met deelname vanuit de academische ziekenhuizen, heeft nu een retrospectieve analyse uitgevoerd van vrouwen uit de TRIDENT-2-studie bij wie in een NIPT chromosomale afwijkingen zijn ontdekt die indicatief kunnen zijn voor maligniteit. Het ging in deze analyse om vrouwen die vanwege zulke afwijkingen waren doorverwezen naar een klinisch geneticus, een internist-oncoloog en/of een -hematoloog. Deelnemers aan TRIDENT-2 konden kiezen welke uitkomsten van de NIPT ze wilden ontvangen: alleen voor chromosoom-13, -18 en -21 (gerichte NIPT) of voor alle autosomen (genoombrede NIPT).
53 verdenkingen op maligniteit
Tussen april 2017 en april 2020 - de eerste drie jaar van de TRIDENT-2 - zijn in totaal 231.896 NIPT-analyses uitgevoerd, waarbij in respectievelijk 27% en 73% van de gevallen de uitslagen van een gerichte dan wel een genoombrede analyse werden opgevraagd. In 53 gevallen (0,02%) werd op basis van een NIPT een verdenking op maligniteit geformuleerd, in vijftig gevallen op basis van een genoombrede analyse (0,03%) en in drie gevallen op basis van een gerichte NIPT (0,005%). In twee van de vijftig genoombrede gevallen was voor de zwangerschap al een myeloproliferatieve neoplasie gediagnosticeerd; deze werden daarom uitgesloten van verdere analyse.
Bevestigde maligniteit
In achttien van de 53 gevallen met een verdenking op maligniteit, werd de aanwezigheid van een maligniteit bevestigd, in zestien van 48 gevallen na een genoombrede NIPT en twee van drie gevallen na een gerichte NIPT. Alle maligniteiten werden pathologisch bevestigd. Vooral de aanwezigheid van meerdere chromosomale afwijkingen volgens een genoombrede NIPT was voorspellend voor maligniteit (zestien van 23 gevallen; 69,9%). De gemiddelde leeftijd van de achttien patiënten met een bevestigde maligniteit was 35 jaar (spreiding 26-42 jaar).
Verschillende tumortypen
De meeste bevestigde maligniteiten waren hematologisch van aard (n=12; 66,7%): klassieke hodgkinlymfomen in stadium I, II of IV (n=7) en mediastinale B-cellymfomen in stadium I-III (n=4). Daarnaast werden vier gevallen van borstkanker in stadium II of IV, een coloncarcinoom in stadium IV, een primaire tumor onbekend en een geval van acute myeloïde leukemie bevestigd. Het datasupplement bij het artikel in de Journal of Clinical Oncology geeft details van de gevonden chromosomale abnormaliteiten voor elk van deze bevestigde gevallen van maligniteit.
Oncologische evaluatie aanbevolen
De auteurs stellen dat dit real-life onderzoek belangrijke inzichten geeft in de zeer kleine groep zwangere vrouwen met een op NIPT gebaseerde verdenking op maligniteit. De kans op bevestiging van een maligniteit is voor hen aanzienlijk, vooral in het geval van multipele chromosoomafwijkingen. De onderzoekers raden dan ook een uitgebreide oncologische evaluatie van deze vrouwen aan met behulp van total-body-MRI en hematologisch onderzoek. De vraag of vroege detectie van een maligniteit na een verdachte NIPT tot een betere klinische uitkomst leidt, kan niet beantwoord worden. Maar de angst en onzekerheid die een verdachte NIPT-uitkomst oproept, kunnen wel snel opgepakt worden en de wetenschap dat er sprake kan zijn van een maligniteit kan van belang zijn voor besluitvorming rondom het vervolg van de zwangerschap.
Meer informatie over de TRIDENT-studies is te vinden op https://www.meerovernipt.nl/
Referentie
1. Heesterbeek CJ, et al. J Clin Oncol 2022 Apr 8;JCO2102260. doi: 10.1200/JCO.21.02260
Dr. Marinus Lobbezoo, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2022 vol 13 nummer 3
De TRIDENT-studies (Trial by Dutch laboratories for Evaluation of Non-Invasive Prenatal Testing) onderzoeken de implementatie van de NIPT in de Nederlandse prenatale screening. De TRIDENT-2-studie richt zich op zowel implementatieaspecten als ook op het perspectief van de zwangere vrouw en haar partner. De studie heeft een vergunning in het kader van de wet op het bevolkingsonderzoek tot 1 april 2023. De door ZonMw en het ministerie van VWS mogelijk gemaakte TRIDENT-2-studie wordt uitgevoerd door het NIPT Consortium, waarin de acht Nederlandse umc’s onder andere samenwerken met de beroepsorganisaties NVOG, KNOV, VKGN en VKGL, Erfocentrum, de VSOP, patiëntenkoepel voor zeldzame en genetische aandoeningen, en de Regionale Centra voor Prenatale Screening. De counselors prenatale screening in Nederland spelen een belangrijke rol in deze studie en zijn verantwoordelijk voor het begeleiden van de zwangere bij het maken van een geïnformeerde keuze. De voorlichting door de counselors aan zwangeren is uniform. Het RIVM Centrum voor Bevolkingsonderzoek is verantwoordelijk voor het faciliteren van de TRIDENT-2-studie binnen de bestaande infrastructuur van de prenatale screening, het verzorgen van deskundigheidsbevordering samen met de regionale centra en het ontwikkelen van alle materialen voor zwangeren. In Nederland zijn er drie NIPT-laboratoria: in het Amsterdam UMC, Erasmus MC te Rotterdam en Maastricht UMC+.