Neoadjuvante toediening van apalutamide plus leuprolide wordt goed verdragen door patiënten en geeft tumorregressie bij een subgroep patiënten met lokale hoog-risico prostaatkanker (LHRPC). Dit presenteerde dr. Eleni Efstathiou (Houston, Verenigde Staten) op de ASCO20 Virtual.1
Androgeenreceptorsignaalremmers (ASI) gecombineerd met castratie zouden de uitkomsten van patiënten met LHRPC kunnen verbeteren, al zijn er wisselende effecten gemeten van neoadjuvante therapie met ASI. Zo werd eerder gezien dat de ASI abirateron (AA) in combinatie met leuprolide (LHRHa) reductie van het tumorvolume gaf, maar dat er geen additief effect was van toevoeging van een tweede ASI in de vorm van enzalutamide. Eleni Efstathiou en haar onderzoeksgroep toonden vorig jaar aan dat afname in tumorvolume geassocieerd is met de recidiefvrije overleving.2
Om voort te borduren op de al opgedane ervaring en kennis over ASI bij LHRPC, en om hopelijk markers te identificeren die behandelrespons kunnen voorspellen, verrichtten Efstathiou en collega’s een fase 2-studie, waarin zij patiënten met LHRPC (³ cT2 plus gleasonscore ³8 of ³cT2b plus gleasonscore ³7 plus PSA >10 ng/ml) 1:1 randomiseerden naar neoadjuvante behandeling met zes maanden apalutamide (APA) plus LHRHa met of zonder AA. Hierna volgde een radicale prostatectomie bij alle patiënten, en konden verschillende pathologische parameters geanalyseerd worden.
Er werden 65 patiënten geïncludeerd, met een mediane leeftijd van 65 jaar (spreiding 43-77 jaar). Er was bioptmateriaal beschikbaar van vijftig patiënten. De behandeling werd goed verdragen; bij zeven patiënten was er sprake van graad 3-hypertensie (twee in de groep zonder AA). De preoperatieve PSA bedroeg £0,1 ng/ml bij 98% van de deelnemers. Bij twee patiënten werd een pathologisch bevestigde complete remissie gezien (beide in de groep met AA). Bij zes patiënten werd nog minimale restziekte gezien na behandeling (waarvan vijf patiënten in de groep zonder AA). Er was over alle patiënten gezien een grote variabiliteit in tumorrespons op de behandeling met of zonder AA: de verandering in tumorvolume bedroeg 0-11,5 cm3, de cellulariteit van de tumor veranderde met 1-80%, en het epitheliaal volume van de tumor nam af met 0-6,1 cm3. Uit de multivariate analyse bleek dat alleen de op voorhand gespecificeerde moleculaire markers/gensignaturen geassocieerd waren met de respons op behandeling (p=0,003).
De onderzoekers concluderen dat het neoadjuvant toedienen van apalutamide plus LHRHa veilig is voor patiënten met LHRPC. Ook concluderen zij dat er, althans bij een deel van de patiënten, respons op de behandeling gezien wordt. De variatie van het behandeleffect is echter groot. De onderzoekers stellen dat duale ASI-behandeling geen voordelen heeft boven één ASI wat betreft patiëntuitkomsten. Zij vermoeden dat er flink wat biologische heterogeniteit bestaat bij LHRPC, hetgeen de verdere zoektocht naar goede voorspellers van respons uitdagend, maar extra noodzakelijk maakt.
Referenties
1. Efstathiou E, et al. J Clin Oncol 2020;38(suppl): abstr 5504.
2. Efstathiou E, et al. Eur Urol 2019;76:418-24.
Dr. Judith Cohen, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2020 vol 5 nummer 2