Cytoreductieve chirurgie plus hypertherme intraperitoneale chemotherapie kan bij een deel van de darmkankerpatiënten met peritoneale metastasen de overleving flink verbeteren. Diffusiegewogen beeldvorming helpt de geschikte patiënten hiervoor te selecteren, blijkt uit de voordracht van dr. Max Lahaye, radioloog in het Antoni van Leeuwenhoek te Amsterdam, tijdens het 3e 5D’s Multidisciplinair Gastro-intestinaal Oncologie Congres.
De MRI-techniek is in veertig jaar tijd uitgegroeid tot een onmisbare vorm van beeldvorming in de medische wereld. “De enorme gedetailleerdheid van de beelden maakt echter dat we soms goed moeten zoeken waar zich de structuur of entiteit bevindt waarin we zijn geïnteresseerd, bijvoorbeeld de tumor”, zegt Max Lahaye. “Het is af en toe als in de zoekplaatjes van Where is Wally?”
Sinds kort is er de diffusiegewogen (DWI) MRI. Deze beeldvormende techniek berust op de beweeglijkheid van watermoleculen. “In tumorweefsel is de beweeglijkheid van de watermoleculen geringer dan in gezond weefsel, waardoor de tumor in een DWI-beeld wit oplicht. Met DWI kunnen we Wally dus gemakkelijker vinden.”
DWI is daardoor in principe zeer geschikt om kleine peritoneale metastasen op te sporen. Een substantieel deel van alle patiënten met darmkanker heeft tijdens de diagnose of na behandeling peritoneale metastasen. De prognose voor deze patiënten is slecht; ze overlijden binnen één tot twee jaar. “Patiënten met een beperkte hoeveelheid peritoneale metastasen komen tegenwoordig in aanmerking voor cytoreductieve chirurgie plus hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS + HIPEC). Hierdoor neemt bij deze geselecteerde groep patiënten de overleving flink toe”, legt Lahaye uit.
De uitgebreidheid van de peritoneale metastasen wordt uitgedrukt in de peritoneal cancer index (PCI). Patiënten met een PCI groter dan 20 komen in principe niet in aanmerking voor CRS + HIPEC. Om de PCI van een patiënt nauwkeurig te bepalen is een laparoscopische schouwing van de buikholte nodig. Lahaye: “Wij hebben nu onderzocht of het mogelijk is de PCI te bepalen met behulp van DWI. Hiervoor hebben we bij vijftig patiënten de DWI-beelden vergeleken met de laparoscopische gegevens. Hieruit bleek dat we met behulp van DWI alle patiënten kunnen aanwijzen die in aanmerking komen voor CRS + HIPEC; 100% sensitiviteit dus. De specificiteit van de DWI ligt wat lager, sommige patiënten blijken uiteindelijk toch meer gemetastaseerde ziekte in de buikholte te hebben dan we op grond van de DWI dachten. Dat komt doordat we de PCI op de MRI liever wat te laag dan te hoog inschatten. We willen zo voorkomen dat we patiënten een potentieel curatieve behandeling onthouden. Overigens is de PCI-scoring via de laparoscopie ook niet 100% voorspellend.”
“Al met al”, concludeert Lahaye, “is de MRI 94% accuraat in het aangeven of CRS + HIPEC wel of niet zinvol is. Uiteraard is de PCI zeker niet de enige factor die bepaalt of een operatie zinvol is bij deze patiënten. MRI kan echter wel een betrouwbaar beeld geven over de hoeveelheid en locatie van de metastasen in de buik. In twijfelgevallen is het uiteraard altijd mogelijk alsnog een laparoscopie te verrichten om zo samen met de MRI een compleet beeld te krijgen.” Inmiddels is ook onderzoek gestart naar het gebruik van DWI voor het opsporen van peritoneale metastasen bij andere tumortypen dan darmkanker, zoals ovariumcarcinoom.
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 2