Nederland geldt internationaal als koploper op het gebied van digitale pathologie. Samen met Stichting Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerde Archief (PALGA), Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en een aantal bedrijven werken de pathologen aan de implementatie van een landelijk platform voor uitwisseling van digitale beelden voor diagnostische toepassing: Pathology Image Exchange. Projectleider is dr. André Huisman, senior consultant bij MedicalPHIT te Utrecht.
André Huisman studeerde Medische-technische informatica in Utrecht met een master Medische beeldverwerking. “Gingen mijn studiegenoten voor hun afstudeeropdracht richting radiologie, zelf kwam ik in contact met pathologen en raakte geboeid door microscopie en alle ict-uitdagingen hieromheen.” Het werd een promotieonderzoek bij prof. dr. Paul van Diest, hoofd van de afdeling Pathologie van het UMC Utrecht. In 2007 werd Huisman aangesteld als it-manager, met als hoofdthema digitale pathologie. “Een innovatief project. We waren wereldwijd het eerste ziekenhuis dat weefselcoupes ging digitaliseren. Pathologen bleven weliswaar hun microscoop gebruiken, maar na de diagnosestelling werden de coupeglaasjes gedigitaliseerd en op die manier is een enorm archief van whole slide images opgebouwd voor onderwijs, onderzoek en multidisciplinair overleg. Daarnaast is voor veel laboratoria een belangrijke reden voor digitalisering van coupes het uitwisselen van beelden met pathologen in andere centra. Destijds waren de scanners nog te langzaam om ze te kunnen inzetten voor primaire diagnostiek, maar inmiddels heeft het UMC Utrecht ook die hobbel genomen.”
Adequate interfaces
In 2011 werd Huisman consultant bij het bedrijf MedicalPHIT, dat onafhankelijk ict-advies verleent binnen de zorgsector. “Ik werd steeds vaker gevraagd mee te denken over ict in de pathologie en toen ik zocht naar een training over een bepaald onderwerp kwam ik in contact met MedicalPHIT, dat in 2001 is opgericht en in de beginjaren veel projecten heeft gedaan voor het digitaliseren van afdelingen Radiologie. Wij zijn met name gericht op verwerking van radiologische, pathologische en cardiologische beelden, en zijn gespecialiseerd in interoperabiliteit: het uitwisselen van gegevens tussen ziekenhuizen, bijvoorbeeld binnen de regionale netwerken of tussen laboratoria. Het is belangrijk dat verschillende ict-systemen vlekkeloos met elkaar kunnen communiceren, zowel op technisch als op softwareapplicatieniveau. De ontvanger moet immers perfect snappen wat de zender bedoelt, iets dat binnen de zorg helaas nogal eens misgaat. Daarnaast moeten op het hoogste niveau van het PHIT-interoperabiliteitsmodel de processen en organisaties waartussen wordt uitgewisseld goed op elkaar zijn afgestemd, met inachtneming van alle wet- en regelgeving. De keuzevrijheid van ziekenhuizen, die sterk kunnen verschillen wat betreft bijvoorbeeld patiëntenpopulatie of financiële middelen, staat immers voorop. Zelfs als ziekenhuizen draaien op hetzelfde ziekenhuisinformatiesysteem kan het in het ene ziekenhuis totaal anders zijn ingericht dan in het andere. Er zijn allerlei internationale standaarden geformuleerd om dit op te lossen – ook wij dragen daar onze expertise aan bij en organiseren regelmatig trainingen en congressen rond dit thema. Een van de congressen die we sinds 2011 organiseren heeft specifiek betrekking op de digitale pathologie. Op een gegeven moment realiseerden de deelnemers van de verschillende laboratoria zich dat er goede afspraken zouden moeten worden gemaakt als het ging om het bekijken van elkaars gescande weefselcoupes. Welke vragen moet men bij aanschaf van een scanner stellen aan een potentiële leverancier? We hebben toen geholpen met het opstellen van een soort universele vragenlijst, zodat men kiest voor apparatuur die optimaal communiceert met de apparatuur in andere laboratoria.”
Landelijk project
Vervolgens ontstond de gedachte dat het nog beter zou zijn als de hele infrastructuur landelijk zou worden geregeld. Huisman: “Om dat zodanig te verwezenlijken dat privacygevoelige gegevens volgens de hoogste standaard zijn beveiligd hebben we aansluiting gezocht bij de Stichting PALGA, die een landelijke databank van pathologie-uitslagen beheert en verslagleggingssoftware faciliteert. Vanuit de geïnteresseerde laboratoria is een gezamenlijk document naar het bestuur van PALGA en van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP) gegaan, met als resultaat dat men er een project van heeft gemaakt. We hebben geïnventariseerd wat de mogelijkheden waren vanuit het perspectief van de verschillende laboratoria en softwareaanbieders, en onderzocht welke financieringsmodellen daarbij passen. Na een Europese aanbestedingsprocedure is dit project vervolgens door de Stichting Pathologie Projecten gegund aan het Zweedse bedrijf Sectra, dat de software beschikbaar had. Sectra voert het project samen uit met het Deutsche Telekom Healthcare en met RAM Infotechnology, waar de databanken van PALGA staan. In januari 2017 is het contract getekend. De pilotfase, waarin verschillende manieren zijn geëvalueerd om op het platform Pathology Image Exchange (PIE) aan te sluiten, wordt nu afgerond en begin 2018 start de landelijke implementatiefase. We willen in eerste instantie drie vormen van uitwisseling faciliteren: consultatie, revisie bij doorverwijzing en expertpanels.
Digitale beelduitwisseling zal een enorme efficiëntieslag opleveren. Nu moeten de coupeglaasjes of weefselblokjes bij verwijzingen worden opgezocht in het archief. Vervolgens moeten ze worden ingepakt om samen met een geprint verslag op de post te gaan. Bij revisies blijven de coupes dan vaak in het andere ziekenhuis, omdat de patiënt immers is overgedragen. Zo blijft men zitten met een incompleet archief, terwijl men officieel verplicht is alles te bewaren. Ook de huidige expertpanels, waarbij pathologen met bepaalde specialismen zich maandelijks rond een microscoop scharen om met elkaar lastige casussen te bespreken, zijn natuurlijk niet zo efficiënt. Denk alleen al aan de reistijden. Het platform is zo gebouwd dat het flexibel genoeg is om gemakkelijk op te schalen naar andere gebruikssituaties, zoals bijvoorbeeld het multidisciplinair overleg.”
Er zijn nog wel enige uitdagingen. “Zo hebben nog niet alle laboratoria een coupescanner, maar het is de verwachting van zowel NVVP als PALGA dat deze laboratoria ze juist vanwege dit project gaan aanschaffen.” De financiering van het hele project zal grotendeels worden gedragen door laboratoria zelf. “We hebben de academische pathologielaboratoria tevoren gevraagd om een bijdrage, zodat ze in ieder geval mee gaan doen en er regionale hubs ontstaan.”
Dr. Jan Hein van Dierendonck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 1