Operatieve ingrepen om gastro-intestinale tumoren te verwijderen, gebeuren in toenemende mate op een minimaal invasieve wijze. Tijdens het 5D’s 2e Multidisciplinair Gastro-intestinaal Oncologie Congres bespraken dr. Misha Luyer (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) en dr. Jurriaan Tuynman (VU medisch centrum, Amsterdam) respectievelijk de minimaal invasieve chirurgie bij maag- en slokdarmcarcinoom en de transanale totale mesorectale excisie.
Chirurgie is nog steeds de hoeksteen van de behandeling bij maag- en slokdarmcarcinomen. De trend is om deze ingreep meer en meer minimaal invasief (laparoscopisch) uit te voeren. “Waarom?”, vroeg Luyer zich hardop af. “Wat zijn de aantoonbare voordelen ervan?” Om die vraag te beantwoorden, liep hij een aantal (Aziatische, retrospectieve) studies na. “Een laparoscopisch uitgevoerde maagresectie leidt tot een langere operatieduur, maar ook significant minder bloedverlies en een kortere opnameduur. De mortaliteit is in deze studies niet anders dan bij een open operatie. De recent gepubliceerde prospectieve en gerandomiseerde KLASS-01-studie, ook Aziatisch, laat een significant lagere morbiditeit zien bij laparoscopische maagresectie.1 Dit was echter een geselecteerde patiëntenpopulatie en onduidelijk is of deze resultaten naar de Nederlandse situatie kunnen worden vertaald.” In Nederland vergelijken momenteel de LOGICA- en de STOMACH-studie prospectief en gerandomiseerd open met laparoscopische maagresectie.
Met de laparoscopische oesofagusresectie is in Nederland al meer ervaring opgedaan. De resultaten van de prospectieve, gerandomiseerde TIME-studie tonen niet alleen dat bij de laparoscopische ingreep het bloedverlies minder is en de opnameduur korter, maar ook dat longinfecties significant minder vaak voorkomen.2 Ook de Franse MIRO-studie vindt dit verschil in longinfecties.3
De DUCA-jaarrapportages laten zien dat het aandeel van de laparoscopische oesofagusresectie tussen 2011 en 2014 is toegenomen van 32% naar 64%. Voor de laparoscopische maagresectie zijn deze cijfers respectievelijk 4% en 42%, meldde Luyer. “Of het opereren met de robot aanvullende voordelen heeft, is nog niet aangetoond.”
TaTME
“Het voornaamste doel van de transanale totale mesorectale excisie (TaTME) is het verbeteren van de oncologische uitkomst van de ingreep”, schetste Tuynman de achtergrond van de implementatie van deze ingreep. Dat verbeteren is nodig, want controles met MRI laten zien dat zelfs als zeer kundige chirurgen een ‘klassieke’ totale mesorectale excisie uitvoeren, gemiddeld 10% van de verwijderde tumoren gelegen in het lage rectum, diep in het bekken een positief snijvlak heeft. “De klassieke laparoscopische ingreep is technisch gezien lastig. De Amerikaanse database komt voor 2010-2011 op gemiddeld 17% tumoren met een positief snijvlak.” Een Spaanse groep toonde onlangs op basis van vergelijkende cohorten aan dat TaTME-techniek leidt tot minder complicaties en ‘schonere’ snijranden.4
De eerste ervaringen in Nederland met deze techniek zijn positief, vertelde Tuynman. “In een cohort van 80 patiënten was bij 2,5% van de patiënten sprake van een positieve snijrand.” Om verdere invoering van deze operatietechniek in Nederland te begeleiden is via een Delphi-ronde met experts consensus ontwikkeld over de manier waarop de ingreep moet worden uitgevoerd. Met deze kennis kan de ingreep objectief beoordeeld worden en feedback tijdens training worden gegeven. De internationale COLOR III-studie (deelname van centra in Nederland, Spanje, België en Groot-Brittannië) onderzoekt momenteel (prospectief en gerandomiseerd) of de TaTME-techniek inderdaad ook leidt tot de gewenste verbetering van de oncologische uitkomst.
Referenties
1. Kim W, et al. Ann Surg 2016;263:28-35.
2. Biere SS, et al. Lancet 2012;379:1887-92.
3. Briez N, et al. BMC Cancer 2011;11:310.
4. Fernández-Hevia M, et al. Ann Surg 2015;261:221-7.
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2016 vol 7 nummer 2