In december vierde de afdeling Radiologie van het Leids Universitair Medisch Centrum de opening van haar GMP-radiochemielaboratorium. Naar verwachting wordt dit laboratorium eind dit jaar gecertificeerd, waarna het radioactieve tracers voor klinische toepassingen kan gaan maken. Naast VUmc, het Erasmus MC, het Radboudumc, het UMC Groningen en Noordwest Ziekenhuisgroep te Alkmaar beschikt Leiden dan ook over een volledig uitgerust GMP-radiochemielaboratorium.
Op 13 december 2017 vierde het Leidse umc de opening van zijn nieuwe GMP-radiochemielaboratorium met vijf hot cells waar radioactieve tracers gemaakt kunnen worden. Naar verwachting mogen hier vanaf eind 2018 tracers voor klinische toepassing gemaakt worden. “Het opleveren van de bouwkundige faciliteit is stap één. Het komende jaar zijn we bezig om alles te valideren, een grote klus”, aldus Neanke Bouwman, ziekenhuisapotheker in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). “We valideren eerst alle ruimtes, vervolgens de apparatuur en als laatste stap de processen. Bij het maken van producten doen we straks continu kwaliteitscontroles, daarom moeten we deze methodes ook valideren.” Wanneer tegen het einde van dit jaar al het validatiewerk gedaan is, komt de inspectie controleren. Als alles goed wordt bevonden krijgt het radiochemielaboratorium een GMP-certificaat en mag het radiofarmaca voor klinische toepassing gaan maken.
Personalized medicine
Er waren twee belangrijke redenen voor het realiseren van dit lab, vertelt Clemens Ticheler, hoofd van de sectie Nucleaire geneeskunde. “De tracers die we hier straks maken, gaan we ten eerste gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Maar het is ook onze ambitie om voorop te lopen in de patiëntenzorg. Daarvoor is het belangrijk dat we altijd de nieuwste tracers kunnen maken, nog voordat deze commercieel verkrijgbaar zijn in de hoeveelheden die wij nodig hebben.” In het begin zal het radiochemielaboratorium vooral gebruikt worden voor diagnostiek. In een later stadium kan daar behandeling bij komen.
Afgelopen najaar kreeg het LUMC ook al een nieuwe, digitale PET/CT-scanner. Deze heeft een verbeterde beeldkwaliteit ten opzichte van de analoge PET/CT-technologie die tot nu toe werd gebruikt, zodat heel kleine tumoren en metastases nu beter gedetecteerd kunnen worden. De combinatie van de nieuwe scanner met zelf ontwikkelde tracers uit het GMP-radiochemielaboratorium biedt state-of-the-art onderzoeksmogelijkheden. Het LUMC is hiermee ook klaar voor een innovatieve vorm van nucleaire geneeskunde waarbij diagnose en therapie hand in hand gaan: theranostics. “De geneeskunde ontwikkelt zich in de richting van veel meer personalized medicine. Voor oncologische toepassingen biedt theranostics daar uitstekende mogelijkheden toe”, vertelt prof. dr. Lioe-Fee de Geus-Oei, hoofd research Nucleaire geneeskunde.
Schot in de roos
Ticheler noemt PSMA een mooi voorbeeld van theranostics. PSMA staat voor prostaatspecifiek membraanantigeen. Door er het radioactieve gallium-68 of fluor-18 aan te koppelen, is het bruikbaar voor diagnostiek. De zo gevormde tracer bindt aan het membraaneiwit PSMA. Deze tracer hoopt zich in prostaatkankercellen op omdat deze een verhoogde expressie van PSMA op hun celmembraan hebben. Met behulp van de ioniserende straling die vrijkomt kunnen prostaatkankercellen van de primaire tumor en metastases met de PET/CT-scanner zichtbaar gemaakt worden. Maar aan PSMA kan ook het radioactieve isotoop lutetium-177 of actinium-225 gekoppeld worden voor een innovatieve behandeling van prostaatkanker. De straling die vrijkomt bij het verval van lutetium-177-PSMA vernietigt namelijk de prostaatkankercellen of remt de groei ervan. “Dat soort combinaties gaat er veel meer komen en daar willen we in voorop lopen. Met ons GMP-radiochemielaboratorium kunnen we dat”, aldus Ticheler. De ontdekking van PSMA was echt een schot in de roos, maar zo gaat het lang niet altijd, zegt dr. Joeri Kuil, radiochemicus. “Over de hele wereld ontwikkelen onderzoeksgroepen tracers, maar veruit de meeste daarvan zijn weliswaar veelbelovend, maar niet zo goed dat ze uiteindelijk in de patiëntenzorg terechtkomen. Er is dus heel veel onderzoek nodig, het liefst in samenwerkingsverbanden, want dan gaat de ontwikkeling sneller.”
Endocriene tumoren
Het LUMC is bij de inrichting van het radiochemielaboratorium geadviseerd door VUmc, dat al veel ervaring heeft opgedaan met het eigen GMP-radiochemielaboratorium. Het LUMC is met vijf hot cells in grootte het derde GMP-radiochemielaboratorium van Nederland, zegt prof. dr. Bert Windhorst, hoogleraar Radiofarmacochemie in VUmc die ook bij de feestelijke opening aanwezig was.
Het is de bedoeling dat veel afdelingen van het LUMC en regionale partners gaan profiteren van het GMP-radiochemielaboratorium. “We zijn dienstverlenend en werken graag samen om bestaande tracers te fabriceren of nieuwe tracers te ontwikkelen waar de kliniek behoefte aan heeft”, aldus De Geus-Oei. Een voorbeeld is de behandeling van endocriene tumoren, waar het LUMC een nationaal en internationaal erkend expertisecentum voor is. Internist-endocrinoloog prof. dr. Alberto Pereira: “Endocriene tumoren brengen hormoonreceptoren tot expressie, die we kunnen gebruiken voor doelgerichte therapieën. Daarvoor is het essentieel dat we in ons ziekenhuis zelf de tracers, zoals gallium-68-dotatate, kunnen maken die we nodig hebben voor het diagnosticeren van deze zeldzame ziektes.”
Naschrift: Clemens Ticheler is kort na de opening van het GMP-radiochemielaboratorium plotseling overleden.
Drs. Raymon Heemskerk, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2018 vol 9 nummer 1