De grootte van pulmonale nodules op CT-scans geldt als een belangrijke prognostische parameter. Dr. Marjolein Heuvelmans, UMC Groningen en MST te Enschede, besprak in het kader van de NELSON-longkankerscreeningstudie de prognostische betekenis van additionele radiologische kenmerken naast volume. Morfologische kenmerken op lage dosis CT-scans bleken geen toegevoegde waarde te hebben en locatie in de long slechts in beperkte mate. De beste voorspeller voor maligniteit van nieuwe longnodules is het volume en de groei.
Het Nederlands-Leuvens longkankerscreeningsonderzoek (NELSON) is de grootste longkankerscreeningstudie in Europa, waarbij 15.792 mensen met een verhoogd risico op longkanker (zware rokers tussen 50 en 75 jaar die maximaal tien jaar geleden waren gestopt met roken) werden gerandomiseerd naar vier lage-dosis-CT (LDCT)-screeningsrondes of geen screening. Het doel van de NELSON-studie is na te gaan of longkankerscreening een 25% longkankerspecifieke mortaliteitsreductie zou kunnen geven ten opzichte van geen screening. De tienjaars follow-upresultaten zijn nog niet bekend, maar inmiddels is er al wel veel onderzoek gedaan naar de optimalisatie van longnodulemanagement. Circa de helft van de deelnemers had namelijk minstens één longnodule, waarvan minder dan 1% maligne was.
Volumegrootte nodules
Vorig jaar rapporteerden de onderzoekers in Lancet Oncology dat in iedere screeningsronde bij 5-7% van de deelnemers nieuwe pulmonale nodules werden ontdekt en dat nieuwe nodules een significant hogere kans op maligniteit vertoonden dan nodules op de baselinescan.1 Dat zou betekenen dat nieuwe nodules lagere afkapwaarden voor risicostratificatie behoeven dan baselinenodules. Overigens blijkt aldus Marjolein Heuvelmans de helft van de nieuwe nodules gedurende de follow-up spontaan te verdwijnen – vermoedelijk gaat het hier voornamelijk om infecties.
Het management van nodules is gebaseerd op hun grootte in de LDCT: nieuwe nodules kleiner dan 30 mm3 (1% kans op longkanker) en tussen 30 en 200 mm3 (circa 3% kans op longkanker) worden regelmatig gescreend (of de follow-up wordt vervroegd) en bij nieuwe nodules van 200 mm3 of meer (>17% kans op longkanker) verwijst men voor verdere diagnostiek.
Een belangrijke vraag is nu of er daarnaast ook specifieke radiologische kenmerken kunnen worden geïdentificeerd die extra mogelijkheden bieden om te kunnen differentiëren tussen benigne en maligne nieuwe nodules. Voor dat doel werd een statistische analyse uitgevoerd op screeningsgegevens van 7.557 deelnemers, met screeningsrondes 1, 3 en 5,5 jaar na de eerste screening. Naast de genoemde indeling in nodulegrootte werd gekeken naar drie aspecten: locatie van de nodules in de longen, de morfologie (vorm: sferisch, polygonaal of onregelmatig; tumorrand: glad, gelobd, aanwezigheid spiculae of onregelmatig en of ze achteraf zichtbaar waren op een vorige scan: niet of <15 mm3). Significante voorspellers waren ‘groter dan 200 mm3’, rechtsboven of centraal gelokaliseerd en onregelmatige of sprieterige morfologie. Echter, gecorrigeerd voor nodulegrootte verviel de significantie voor de morfologische parameters. Dat kan aldus Heuvelmans worden verklaard doordat nieuwe nodules gewoonlijk veel kleiner zijn dan baselinenodules en de morfologische karakterisering van deze kleine nodules een uitdaging vormt. Nieuwe nodules die in retrospect toch als minuscule nodule op een eerdere scan werden gezien waren vaker maligne echt nieuw gedetecteerde nodules: de kans dat de nodule spontaan weer verdwijnt is immers kleiner naarmate hij langer detecteerbaar is.
Heuvelmans concludeert dat morfologische kenmerken van nieuwe pulmonale nodules op de LDCT niets toevoegen aan management op basis van nodulevolume. De beste parameter blijkt het volume van de intervalnodules, omdat dit direct is gecorreleerd aan de groeisnelheid van het tumorweefsel en daarmee aan de mate van maligniteit.2
Introductie longkankerscreening
Heuvelmans: “Longkankerscreening wordt in Nederland nog niet aanbevolen – de introductie hiervan zal afhangen van de eindresultaten van de NELSON-studie. Wel zal eind dit jaar de EU Position Statement Expert Group, een groep van longkankerscreeningsexperts uit acht Europese landen, middels een publicatie in Lancet Oncology oproepen tot voorbereiding op implementatie. Dit op basis van de resultaten van de Amerikaanse longkankerscreeningsstudie, waarin een longkankerspecifieke mortaliteitsreductie van 20%3 werd gevonden in de CT-gescreende groep.”4
Referenties
1. Walter JE, et al. Lancet Oncol 2016;17:907-16.
2. Heuvelmans MA. IASLC/WCLC 2017.
3. The National Lung Screening Trial Research Team. N Eng J Med 2011;365:395-409.
4. Oudkerk M, et al. Lancet Oncology 2017 Published online November 27, 2017 http://dx.doi.org/10.1016/S1470-2045(17)30861-
Dr. Jan Hein van Dierendonck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2017 vol 8 nummer 6