Een behandeling met dostarlimab plus chemotherapie laat een significant langere voor kwaliteit gecorrigeerde overleving zien bij patiënten met gevorderd of gerecidiveerd endometriumcarcinoom dan placebo plus chemotherapie. Dit blijkt uit een post-hocanalyse van de RUBY-studie, waarin gebruikgemaakt is van de quality-adjusted time without symptoms of disease or toxicity. Dr. Dana Chase (Los Angeles, Verenigde Staten) presenteerde deze resultaten tijdens het ESGO 2023 Congress.
In de gerandomiseerde, placebogecontroleerde fase 3-RUBY-studie is een behandeling met dostarlimab plus chemotherapie onderzocht versus placebo plus chemotherapie bij patiënten met primair gevorderd of gerecidiveerd endometriumcarcinoom. “De studie liet een statistisch significante en klinisch betekenisvolle verbetering van de progressievrije overleving (PFS) zien met dostarlimab plus chemotherapie, zowel in de mismatch-repairdeficiënte (dMMR)populatie als in de totale studiepopulatie”, zei Dana Chase.1 In beide studiepopulaties werd ook een trend naar een voordeel in algehele overleving (OS) gezien met dostarlimab plus chemotherapie.
“Ondanks dat de PFS en OS beschouwd worden als de gouden standaard onder de uitkomstmaten voor klinische studies in de oncologie, nemen deze uitkomstmaten de kwaliteit van leven van patiënten niet in ogenschouw”, zei Chase. Inmiddels zijn er verschillende instrumenten ontwikkeld die dit wel doen, zoals de quality-adjusted time without symptoms of disease or toxicity (Q-TWiST).
Drie gezondheidsstadia
De Q-TWiST kijkt naar drie klinische gezondheidsstadia, legde Chase uit. De eerste is toxiciteit (TOX), ofwel de tijd van randomisatie tot ziekteprogressie met bijwerkingen van graad 3 of hoger. In dit stadium is er een impact op de kwaliteit van leven. Het tweede stadium is de tijd zonder symptomen of toxiciteit (TWiST), ofwel de tijd van randomisatie tot ziekteprogressie zonder bijwerkingen van graad 3 of 4. In dit stadium is de kwaliteit van leven over het algemeen niet aangedaan. Het derde stadium is relaps (REL), ofwel de tijd vanaf het moment van ziekteprogressie tot overlijden wegens elke oorzaak. In dit stadium kan de kwaliteit van leven aangedaan zijn.
Voor de finale berekening van de Q-TWiST wordt gebruikgemaakt van een utility-indexconstante. Voor de RUBY-studie was dit de gemiddelde EQ-5D-5L-score.
In de huidige analyse is gekeken naar de impact van dostarlimab plus chemotherapie op de Q-TWiST ten opzichte van placebo bij patiënten met primair gevorderd of gerecidiveerd endometriumcarcinoom.2 Chase: “Relatieve verschillen in Q-TWiST hoger dan 10% werden beschouwd als klinisch betekenisvol.”
Klinisch relevante toename
In de dMMR-populatie gaf dostarlimab plus chemotherapie een langere tijd in TOX versus placebo, maar ook een langere tijd in TWiST en in REL, wat leidde tot een Q-TWiST-voordeel van 5,44 maanden. “Dit vertaalt zich naar een klinisch relevante relatieve Q-TWiST-toename van 21,99%”, aldus Chase. Ook de MMR-proficiënte groep bracht iets meer tijd door in het TOX-stadium, maar meer tijd in TWiST en REL dan de placebogroep. “Het uiteindelijke voordeel voor deze groep was 2,57 maanden, met een klinisch relevante relatieve toename van de Q-TWiST van 10,48%. Voor de totale studiepopulatie werden vergelijkbare resultaten gezien met een voordeel van 4,41 maanden en klinisch relevante relatieve Q-TWiST-toename van 17,65%. “Interessant was dat het verschil in Q-TWiST tussen studiearmen bleef toenemen met de duur van de follow-up.”
Chase concludeerde dat RUBY de eerste studie is met een immuuncheckpointremmer plus chemotherapie bij endometriumcarcinoom die een overlevingsvoordeel laat zien met een hogere kwaliteit van leven, gebruikmakend van de Q-TWiST. “Deze resultaten ondersteunen het gebruik van dostarlimab plus chemotherapie als standaardbehandeling bij patiënten met primair gevorderd of gerecidiveerd endometriumcarcinoom.”
Voor de duiding van deze resultaten voor de Nederlandse praktijk klik hier voor de video met dr. Judith Kroep.
Referenties
1. Mirza MR, et al. N Engl J Med 2023;388;2145-58.
2. Chase D, et al. Int J Gynaecol Cancer 2023;33(Suppl 3):A8.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist