In haar functie als directeur van KWF Kankerbestrijding wil prof. dr. Carla van Gils zich inspannen om de resultaten van succesvol wetenschappelijk onderzoek sneller bij de patiënt te brengen. Belangrijk hierbij is dat zij zelf als hoogleraar actief blijft in het onderzoeksveld. Ze kan hierdoor de materie van beide kanten belichten en kan verbindingen tot stand brengen.
KWF-directievoorzitter Johan van de Gronden stak in het persbericht over de benoeming van Carla van Gils zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken: ‘Ik kijk enorm uit naar de samenwerking. Met name door haar oog voor het hele traject, van preventie tot en met de laatste levensfase. Maar ook op het gebied van vroege opsporing van kanker kunnen we een belangrijke stap zetten met kankerbestrijding.’
De benoeming van Van Gils bij KWF Kankerbestrijding als directeur naast Van de Gronden past de organisatie inderdaad als een handschoen. Niet alleen omdat zij een brede kennis meebrengt over de oncologische zorg en het wetenschappelijk onderzoek op dit gebied. Maar ook omdat zij haar directiefunctie combineert met haar werk als hoogleraar Klinische epidemiologie van kanker in het UMC Utrecht.
De diepte en de breedte
“De directiefunctie is een bijzondere en belangrijke stap voor mij”, zegt Van Gils zelf, “een enorme verbreding van mijn werk. Met mijn wetenschappelijke onderzoek ben ik nog lang niet klaar en ik heb het in Utrecht ook prima naar mijn zin, maar toch vond ik dat ik heel goede redenen had om ‘ja’ te zeggen tegen deze functie bij KWF Kankerbestrijding. Ten eerste omdat ik KWF goed ken, omdat ik er al veel langer actief ben als lid van verschillende wetenschappelijke beoordelingscommissies. Ten tweede omdat dit mij in staat stelt om naast mijn eigen onderzoekslijn, die de diepte ingaat, ook op een brede manier impact te hebben op het kankeronderzoek in Nederland. Als onderzoeker kan ik daaraan een bijdrage leveren door bruggen te slaan. Ik ken het onderzoeksveld heel goed, en hier bij KWF kan ik daar vanuit de andere kant naar kijken. Ik weet wat er speelt en tegen welke zaken onderzoekers aan lopen.
Belangrijk hierbij is dat KWF geen doorgeefluik voor onderzoeksgeld wil zijn, maar een partner voor de onderzoekers. Voor ons is het heel belangrijk dat het resultaat van onderzoek snel bij de patiënt terechtkomt. Dat wil een onderzoeker natuurlijk ook, maar die heeft ook andere taken dan dit traject begeleiden. Bovendien vraagt het proces van de resultaten van onderzoek naar de patiënt brengen om specifieke kennis en om connecties, en de competenties die daarvoor nodig zijn heeft niet iedere onderzoeker. Dat gat wil KWF vullen en daarin wil ik ook een rol spelen.”
In het tweehoofdige bestuur is Van de Gronden operationeel verantwoordelijk en belast met de fondsenwerving, en richt Van Gils zich op het onderzoeksveld. “Maar ik aarzel om het zo te duiden, want zo zwart-wit ligt het feitelijk niet”, nuanceert ze. “Om nog meer impact te hebben, willen we de werving en de besteding van de fondsen aan elkaar koppelen. Ik kan hierin veel van Johan leren.”
Eigen ervaring
In haar onderzoekswerk heeft Van Gils vaak zelf een beroep gedaan op KWF Kankerbestrijding. De eerste keer was in 1999, toen ze met een beurs van KWF de gelegenheid kreeg om onderzoek te doen aan het Amerikaanse National Institute of Environmental Health Sciences. “In die tijd solliciteerde je met een voorstel voor hoe je je wilde ontwikkelen op het gebied van kankeronderzoek”, herinnert ze zich. “Ik was net gepromoveerd op het gebied van de epidemiologie en had in de Verenigde Staten plekken geregeld waar ik mijn kennis kon verdiepen. Die KWF-beurs was zeker geen gelopen race, er waren maar een paar plekken beschikbaar.”
Later wendde ze zich vaker tot KWF om onderzoek financieel mogelijk te maken op het gebied van de epidemiologie van kanker en in het bijzonder de oorzaken en vroege opsporing ervan. “Het heeft mijn onderzoek echt een enorme boost gegeven”, zegt ze. “En het heeft me in 2009 de ruimte gegeven om een onderzoeksgroep te starten. Ik kan wel zeggen dat de financiële ondersteuning van KWF echt als een rode draad door mijn carrière loopt. Daarom ben ik op een bepaald moment ook tot de wetenschappelijke commissies toegetreden, omdat ik zelf wilde bijdragen aan de hoeveelheid werk die projectbeoordeling kost.”
Samenwerking
KWF Kankerbestrijding financiert meer dan 50% van het kankeronderzoek in Nederland. “Maar er is natuurlijk altijd behoefte aan meer financiële middelen dan ook wij beschikbaar kunnen stellen”, zegt Van Gils. “Kanker is ingewikkeld, dus het onderzoek ernaar is complex, vergt een lange adem en is kostbaar. Dat verklaart ook meteen waarom we nog meer willen inzetten op fondsenwerving dan we nu al doen. En waarom we fondsenwerving en doelbesteding dichter bij elkaar willen brengen, om de successen beter uit te venten en publiekelijk te laten zien wat we doen.”
Ook bestaat samenwerking met NWO en met publiek-private partijen om meer onderzoeksgeld beschikbaar te krijgen. “We zijn volop actief om naar andere mogelijkheden hiervoor te kijken”, zegt Van Gils. “Oncologie staat gelukkig bij veel partijen hoog op de agenda en als we ook nog de koppeling kunnen leggen met preventie, snijdt het mes aan meerdere kanten tegelijk. Met het voorkomen van kanker kunnen immers ook andere aandoeningen worden voorkomen die daar verband mee houden.”
Flexibele structuur
Prof. dr. Fred Falkenburg, de voorganger van Van Gils, gaf in 2016 de aanzet tot een nieuwe financieringsstructuur voor KWF Kankerbestrijding. “Die brengt ons veel”, zegt ze, “hij geeft vorm aan de verschillende stappen van oncologisch onderzoek, van fundamenteel tot patiëntgebonden. Onderzoekers zien dat ze daarop kunnen inzetten, en geven daarbij aan wat ze nodig hebben om de volgende stap in hun onderzoek te zetten. Soms gaat het dan om een klein bedrag, soms om een groot bedrag. Die flexibiliteit in de structuur is mooi, alle stappen van de onderzoekscyclus zijn belangrijk en ze krijgen allemaal een kans.”
Over de kwaliteit van het Nederlandse oncologisch onderzoek in internationaal perspectief is Van Gils zeer positief. “We laten echt zien dat een klein land groot kan zijn”, zegt ze, “en met relatief beperkte middelen. Er lopen goede onderzoekers rond en die hebben volop kansen voor een interessante carrière in het oncologisch onderzoek. Hierbij biedt onze young investigators grant, de Bas Mulder Award, belangrijke mogelijkheden om talent te herkennen en een stap verder te brengen. Het is belangrijk talent hiervoor te behouden. In dit verband zitten ook de universitair medische centra (umc’s) niet stil. Die zien het grote belang van translationeel onderzoek en sturen actief op mogelijkheden voor samenwerking tussen fundamentele en klinische onderzoekers. Ook bieden ze cursussen als basis voor kennisdeling. Heel belangrijk voor ons dat ook de umc’s hun taak zo serieus oppakken, want het onderzoek verder brengen is echt een gezamenlijke opdracht.”
Ambitie
In de Ambitie 2030 heeft KWF Kankerbestrijding duidelijke speerpunten benoemd voor de komende jaren. “Er liggen grote uitdagingen”, zegt Van Gils hierover. “Met die ambitie zijn we goed op weg een brede impact te hebben voor de patiënt. We richten ons daarbij op nieuwe financieringsvormen die dat nog beter mogelijk moeten maken. We zijn bijvoorbeeld bezig met implementatieprojecten, we hebben een samenwerkingsverband met het Oncode Instituut en ik noemde al de samenwerking met publiek-private partijen. Alles om de succesvolle resultaten uit wetenschappelijk onderzoek eerder bij de patiënt te brengen.”
Drs. Frank van Wijck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2021 vol 12 nummer 6